Brief aan de minister over Integrale tarifering Geboortezorg

De Centra voor Zwangerschap en Geboorte heeft onderstaande brief heden verzonden aan de minister van VWS, Edith Schippers, inzake integrale tarifering Geboortezorg:

Betreft: Verzoek tot het direct pauzeren van alle gesprekken aangaande integrale tarifering Geboortezorg

Excellentie,

Het bestuur van de Centra voor Zwangerschap en Geboorte maakt zich ernstig zorgen over het ontbreken van gedegen financie?le informatie bij alle partijen welke momenteel betrokken zijn bij de gesprekken rondom de hervorming van de Nederlandse geboortezorg. Los van inhoudelijke uitdagingen lijkt een en ander te resulteren in een ree?el risico dat door de huidige onvolledigheid en snelheid de kosten voor de geboortezorg verder zullen toenemen zonder dat hierbij sprake is van enige toename in kwaliteit van zorg en/of gezondheidstoename voor de zwangere vrouw, haar partner en/of haar jonge gezin.

Het bestuur acht het belangrijk te vermelden dat zij de grote lijn van de inhoudelijke hervormingen, zoals voorgesteld door het College Perinatale Zorg in haar Zorgstandaard, omarmt en dit als kans ziet om de 1ste lijns geboortezorg verder te verstevigen en te verdiepen. De Centra voor Zwangerschap en Geboorte onderschrijven de zienswijze dat zorgtaken waar mogelijk en verantwoord primair uitgevoerd dienen te worden in de 1ste lijn, in nauw contact en optimale afstemming met de 2de lijn, binnen integrale zorgpaden.

Gelet op de drie-eenheid “zorgpad, organisatie- en financie?le structuur”, zien wij een kans voor alle ketenpartners om zorgpaden effectiever voor clie?nt en professional in te richten. Wij vinden echter dat deze unieke kans momenteel ernstig wordt bedreigd.

Gezien onze grote zorgen in deze verzoekt het bestuur van de Centra voor Zwangerschap en Geboorte om een gesprek, als ook een schriftelijke reactie op deze brief in het algemeen en op de gestelde vragen in het bijzonder.

Onze zorg aangaande de effectiviteit van de lokale Samenwerkingsverbanden in het huidige klimaat

Het bestuur van de Centra voor Zwangerschap en Geboorte ziet de rol van de regionale Samenwerkingsverbanden de laatste jaren veranderen van inhoudelijke afstemming, als bedoeld door de stuurgroep1, naar een afstemming/focus op organisatievorm en financie?n. Een verandering gevoed door tal van onderzoeksbureaus die geen eenduidige richting (durven) geven en zelfs additionele problemen (o.a. mededingingswet) zien.

Het bestuur constateert dat de sector zo druk lijkt te zijn met het (re)organiseren van de regionale Samenwerkingsverbanden, het voorbereiden op het ‘nieuwe’ inkoopbeleid van de Zorgverzekeraars via deze Samenwerkingsverbanden en het herdefinie?ren van potjes geld, dat hierdoor het vormgeven, evalueren en optimaliseren van (regionale) protocollen in het geding dreigt te komen. De basis van ons aller handelen.

De effectiviteit van de huidige Samenwerkingsverbanden en de verplichte deelname hieraan is ernstig onder druk komen te staan. 1ste lijns praktijken stappen uit Samenwerkingsverbanden of worden hieruit gezet. Voor nieuwe zorgaanbieders is het steeds moeilijker toegelaten te worden tot deze Samenwerkingsverbanden. Zeker als een Samenwerkingsverband verder in het traject rondom integrale organisatorische en financie?le afstemming is (of denkt te zijn). Een zeer ongewenste en bovendien onwettige situatie. Juist ook vanuit het oogpunt van de clie?nt.

Er is vanuit de landelijke visie op de organisatie van geboortezorg, een situatie gecree?erd waarbij 1ste lijns zorgondernemers onderling en daarnaast met een ziekenhuis over tal van zaken dienen af te stemmen; dit naast de puur inhoudelijke afstemming. Een situatie welke wij als bestuur zeer ongewenst achten, aangezien (financieel) praktijkbelang het belang van de clie?nt overschaduwd. Openheid wordt zelden getoond. Het onderling wantrouwen is de laatste jaren verergerd.

De huidige Samenwerkingsverbanden lijken dan ook de houdbaarheidsdatum te hebben overschreden. Het nieuwe adagium is: een Geboortezorgorganisatie of andere samenwerking tussen individuele 1ste lijns praktijken/ketens, al dan niet georganiseerd in een rechtspersoon, en een ziekenhuis. Wat betreft het bestuur een essentie?le vervolgstap.

Het bestuur vraagt de Minister spoedig helderheid te verschaffen over de toekomst van de regionale Samenwerkingsverbanden. Onze vragen:

Acht de Minister het niet ook essentieel dat inhoudelijke afstemming tussen de 1ste lijns keten met het ziekenhuis tot stand komt en wordt verdiept op inhoud?

Acht de Minister het niet logisch, mede gelet op de Mededingingswet, dat het ziekenhuis hiertoe meerdere samenwerkingen moet kunnen onderhouden met verschillende 1ste lijns praktijken/ketens in de regio? (Dit ook in het kader van het recht van eenieder op een vrije keuze van zorg en de gewenste marktwerking in de zorg.)

Onze zorg aangaande de kwaliteit van overleg en besluitvorming in het kader van integrale tarifering

De Centra voor Zwangerschap en Geboorte hebben haar kenniscentrum, Centrum voor Kennis en Kunde (CvKK), de opdracht gegeven te onderzoeken wat de gemiddelde kosten zijn per zorgeenheid in de 1ste lijn. Het gaat hier om het bepalen van de kosten voor onze gehele zorglijn van kinderwens, diagnostiek, echografie, verloskunde en kraamzorg in de 1ste lijn.

Wie schetst onze verbazing: niet eerder heeft de 1ste lijn berekend wat de kosten voor de gehele geleverde 1ste lijns geboortezorg zijn.

Uit ons onderzoek blijkt dat er wel onderzoeken hebben plaatsgevonden naar de vaststelling van een integraal tarief en/of integraal tariefkompas in de afgelopen maanden. Al deze onderzoeksresultaten blijken echter delen van 2de lijns behandelingen mee te nemen in de berekening van de 1ste lijns zorg. Interventies zoals een keizersnede en bloedtransfusie, opname van moeder en/of kind en ambulancevervoer worden meegenomen in de berekening van een 1ste lijns thuisbevalling2.

Onze verbazing werd nog groter na het antwoord van betreffende onderzoeksbureaus op door ons gestelde vragen. Geen van de bureaus weet wat de geboortezorg ons gekost heeft, wat het gespendeerde bedrag is over 2014, wat de 1ste lijns geboortezorg ons kost of wat een zorgeenheid ons momenteel gemiddeld kost. Ook is geen van deze bureaus in staat een inschatting te maken van de ontwikkeling van de kosten. Voor het bestuur een schrikbarende conclusie.

Wij hebben een kort overzicht voor u gemaakt.

Een kort overzicht

Het CvKK heeft met o.a. het NIVEL, NZa, TNO, KNOV, NVOG, ZN, CB en het CPB gesproken. Geen van deze partijen kon antwoord geven op bovengenoemde vragen. Tevens kon geen van de partijen een inschatting maken.

De Centra voor Zwangerschap en Geboorte constateren dat allerlei partijen meepraten rondom de vaststelling van het integrale tarief, maar dat ze feitelijk de cijfers niet (compleet) hebben en waarschijnlijk met onjuiste kennis en verwachtingen aan tafel zitten. Men gaat uit van verschillende cijfers en wijst naar elkaar als het gaat om de onderbouwing van deze cijfers.

KPMG
KPMG spreekt in haar rapport over een gemiddeld bedrag van 6.000 euro per zorgeenheid. Tevens is er een onderzoek bekend waar alleen al de kosten van de thuisbevalling reeds uitkomt op een bedrag van 3.000 euro. Een vreemde discrepantie.

Niemand lijkt de verantwoordelijkheid te kunnen of willen nemen voor het geconstateerde verschil3.

Perined
Perined is een organisatie waar de 1ste lijn elk jaar haar cijfers aan dient te leveren m.b.t. o.a. de geboden zorg, geboorte- en sterftecijfers en verwijzingen naar de 2de lijn.

Helaas kan zelfs Perined niet aangeven op welk moment en in welke week in de zwangerschap een zwangere wordt doorverwezen naar de 2de lijn.

De berekening met betrekking tot de kosten van de 1ste lijns geboortezorg in Nederland, kan niet gemaakt worden als niet bekend is op welk moment gemiddeld genomen in de zwangerschap een verwijzing plaatsvindt. Zeker niet als er een tariefcomponent lijkt te worden voorgesteld die gebaseerd is op een aantal weken zwangerschap.

Perined geeft aan een nieuw format te hebben ontwikkeld waarin deze gegevens wel opgenomen zijn. Het is echter op dit moment niet verplicht gesteld dit nieuwe format te gebruiken.

Daarmee wordt het erg lastig, zo niet onmogelijk, om de inschatting te maken hoeveel zorg er per zwangere op welke moment gemiddeld per jaar geleverd wordt. Ons dringend verzoek aan de Minister is om hier een verplichtstelling van te maken.

NVOG, KNOV, NIVEL en Vektis
De NVOG4 geeft aan deze kosten niet inzichtelijk te hebben voor de 1ste en/of 2de lijns zorg, maar verwijst hiervoor naar de KNOV. Tevens heeft de NVOG geen gegevens over het verwijsgedrag van gynaecologen naar verloskundigen. De NVOG geeft aan verbaasd te zijn dat er geen gegevens van gemaakte kosten bekend zijn over 2014.

Ook de KNOV, het NIVEL en Vektis5 kunnen de Centra voor Zwangerschap en Geboorte geen uitsluitsel geven over de gemaakte kosten in de 1ste lijn en over het verwijsgedrag van de verloskundigen6.

ZN, NZa
Op 20 april publiceert Zorgverzekeraars Nederland (ZN) in de zorgvisie: ‘’ZN roept veld op tot samenwerking’’. Hierin spreekt men over de verbetering van de huidige zorgverlening en de enorme stijging van de zorgkosten naar 2021. De Centra voor Zwangerschap en Geboorte hebben navraag gedaan naar de geboortezorgkosten over 2014. Wij hebben ook hier moeten constateren dat deze cijfers niet bekend zijn7.

De NZa heeft in oktober 2015 de Quickscan – Integrale geboortezorg- Samenwerking tussen de 1ste lijns en 2de lijns zorgaanbieders uitgebracht. Retrospectief werd er gekeken naar de kosten van de geboortezorg per jaar tussen 2010 en 2013. De cijfers zijn afkomstig van Vektis.

Bij navraag wat de verloskundige zorg ongeveer kostte in 2014 werden cijfers van de Zorgcijfersdatabank van het Zorginstituut Nederland gegeven.

Aangezien deze data op enkele cruciale punten afwijkend zijn, vernemen wij graag van de Minister welke leidend zijn, om consensus te kunnen bereiken.

U begrijpt dat wij als bestuur gelet op deze situatie de noodklok luiden.

De Centra voor Zwangerschap en Geboorte vinden het onverantwoord dat partijen bij elkaar zitten en spreken over financie?le kaders terwijl er geen fundament van valide gegevens aan ten grondslag ligt. Data die gebruikt worden zijn reeds 2,5 jaar oud en geven geen actueel beeld weer.

Opknippen gesprek

Het bestuur verzoekt de Minister de gesprekken om te komen tot een integrale bekostiging ‘on hold’ te zetten. Het risico van fouten en/of significant hogere zorgkosten is in de uitvoering van ieder tariferingsmodel waarbij 1ste en 2de lijn gezamenlijk optrekken zeer aanwezig. Immers, een ziekenhuis kan tot drie jaar na dato haar declaraties indienen. Dit in tegenstelling tot een 1ste lijns praktijk. Hierdoor is het niet mogelijk om tot een gevalideerd totaalplaatje te komen.

Wij adviseren de Minister dan ook het “A + B = C”-model te hanteren en af te stappen van haar huidige denkrichting waarbij e?e?n totale organisatie van 1ste en 2de lijn als contractpartner wordt gezien. In ons model is “A” het tarief voor de 1ste lijns keten, “B” het tarief van het Ziekenhuis en “C” het tarief waar met de Zorgverzekeraar over onderhandeld wordt.

Wanneer de Minister tevens besluit meerdere vormen van “A” in een regio toe te staan, stelt zij eveneens 1ste lijns samenwerkingsverbanden en 1ste lijns integraal opererende partijen in staat constructief met het Ziekenhuis en met de Zorgverzekeraar in gesprek te gaan om tot passende contractering en tarief per zwangere per samenwerkingsverband te komen.

Graag ontvangt het bestuur uw zienswijze en richting in deze.

On Hold

De Centra van Zwangerschap en Geboorte voelen zich medeverantwoordelijk voor het vertrouwen dat het publiek stelt in onze organisatie en onze sector. Wij achten een correct beeld van wetenschappelijk en feitelijk onderzoek in ieders belang.

Het is in onze ogen dan ook onmogelijk dat partijen met elkaar onderhandelen die elk andere cijfers hanteren, met de ree?le kans dat er van foutieve cijfers wordt uitgegaan. De gevolgen kunnen verstrekkend zijn voor professionals, maar bovenal voor de kwaliteit van zorg voor onze clie?nten.

Wij vernemen graag van de Minister hoe zij, in dit licht, haar opdracht aan Zorginstituut Nederland wil voortzetten.

1 Stuurgroep Zwangerschap en geboorte, Advies: Een goed begin, december 2009. En zie VWS, Ketenzorg zwangerschap en geboorte. Kamerstuk 29 323/ 22 , nr 49 juli 2008.
2 Antwoord van het ErasmusMC waarom dit is meegenomen: Een vrouw met geplande plaats bevalling thuis kan tijdens de bevalling verwezen zijn naar de 2e lijn, waardoor alsnog kosten van eventuele interventies worden gemaakt ErasmusMC).
3 Cijfers kraamzorg en verloskunde zijn beschikbaar via zorgcijfersdatabank van het Zorginstituut Nederland. Schatting van uitgaven in de tweedelijn zijn hier ook te vinden, maar niet gedifferentieerd naar specialisme. Deze differentiatie blijkt uit onze marktscans medisch specialistische zorg, maar de laatste versie neemt 2014 nog niet mee (NZa) (12-05-2016).
4 Ik heb je vragen nog voorgelegd aan een meer inhoudsdeskundige en ook hem verbaasd het dat de KNOV dit soort gegevens niet heeft. Als ik het goed heb begrepen, zou je de meeste info wel uit de Perinedcijfers moeten kunnen halen, maar ik weet niet of die echt allemaal voor iedereen openbaar zijn of dat dit alleen beschikbaar is voor de aangesloten organisaties. In dat geval moet de KNOV je ook daarmee verder kunnen
helpen. Helaas kan ik dat niet en wens ik je heel veel succes met deze verdere zoektocht, ( NVOG)
5 U heeft ons een vraag gesteld over de kosten geboortezorg. U bent benieuwd hoe deze kosten zich de komende jaren gaan ontwikkelen. Vektis volgt wel de kostenontwikkeling in het verleden , maar Vektis maakt nog geen prognoses van de kostenontwikkeling in de toekomst. Ik kan uw vraag daarom niet beantwoorden. Ik zou ook niet weten welke andere partij u hierbij wel zou kunnen helpen. Ik vrees daarom dat ik niet zoveel voor u kan betekenen (Vektis) (29-04-2016).
6 Het is mij helaas niet gelukt, om gisteren of vandaag antwoord te krijgen op uw vragen (KNOV)
7 Helaas kan ik u hier (kosten geboortezorg 2014) niet aan helpen. Met vriendelijke groet, (ZN)(02-05-2016).

Namens het bestuur van Centra voor Zwangerschap en Geboorte, Hoogachtend,

Rob Lenssen,
Voorzitter Raad van Bestuur.

Bron: Centra voor Zwangerschap en Geboorte

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen