Wanneer spreken we over urine-incontinentie?
ArrayIemand heeft last van urine-incontinentie als minstens twee keer per maand ongewenst urineverlies optreedt. Hoeveel urine iemand verliest maakt voor de diagnose ‘urine-incontinentie’ niet uit. Van de diverse vormen urine-incontinentie bespreken we hier de meest voorkomende.
Incontinentie komt zowel bij mannen als bij vrouwen voor. Bovendien komt het op alle leeftijden voor. Het urineverlies kan enkele malen per maand, meerdere malen per dag of zelfs continue optreden. Bij mannen komt het vooral voor op latere leeftijd. Bij volwassen vrouwen is het een probleem van alle leeftijden.
Dagelijks urineverlies komt bij 5 tot 7% van de vrouwelijke bevolking voor, na het 65e jaar stijgt dit percentage tot 14%. Incontinentie bij mannen jonger dan 65 jaar is zeldzaam. Van de mannen boven de 65 is 5 tot 7% dagelijks incontinent.
Over het natuurlijk beloop van incontinentie is weinig bekend.
Inspanningsincontinentie
Sommige mensen kunnen hun urine niet goed ophouden bij lichamelijke inspanning, zoals tillen, springen maar ook hoesten, niezen, en lachen. Dan noemen we die vorm urine-incontinentie inspanningsincontinentie. Door de uroloog wordt dit ook wel aangeduid als het ‘stress-incontinentie’ genoemd. Van deze vorm hebben zowel mannen al vrouwen last.
Aandrangincontinentie
Als men plotseling moet plassen en de plas dan ook niet meer kunnen ophouden noemen we dat aandrangsincontinentie. Urologen spreken ook wel van ‘urge-incontinentie’. Ookdeze vorm van incontinentie
Voor- of nadruppelen
Mannen hebben op latere leeftijd nogal eens vlast hebben van ‘voor- of na-druppelen’ bij het plassen. Dit is dan vaak het gevolg van een vergrote prostaat. In veruit de meeste gevallen zijn het goedaardige prostaatvergrotingen. Een uroloog is degenen die deze prostaatvergroting constateert en kan dit ook een benigne prostaathypertrofie noemen.
Bronnen: NHG Standaard: Incontintentie voor urine bij vrouwen 2015 & NHG Standaard: mictieklachten bij mannen 2013