Mannen spelen amper een rol in strijd tegen genitale verminking bij vrouwen, zo blijkt uit een studie.

Array

Sinds de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) zich in de jaren 1970 en 1980 zorgen begon te maken over Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) ging de meeste aandacht naar samenwerking met vrouwen. Hoewel het mannelijke genot en de controle van de vrouwelijke seksualiteit vaak geopperd werden als aanleiding voor de praktijk, werd tot voor kort weinig onderzoek gedaan naar hoe mannen tegen genitale verminking aankijken. In samenwerking met GAMS België, Stichting HIMILO in Nederland en FORWARD UK deed het Antwerpse Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) een gemengde-methodestudie naar de betrokkenheid van mannen bij VGV in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Uit het rapport blijkt dat er een rol is weggelegd voor mannen in het beëindigen van VGW, maar dat zij die rol amper spelen.

 

De bedoeling van het Men Speak Out-project is om mannen met Sub-Sahara-Afrikaanse achtergrond in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk te betrekken in het proces om een einde te maken aan VGV, komaf te maken met geweld tegen vrouwen en gendergelijkheid te bevorderen via een mensenrechtenaanpak.

 

Op 13 maart presenteert antropologe en hoofdauteur Sarah O’Neill van het ITG de resultaten van deze verkennende kwalitatieve en kwantitatieve studie aan de WGO in Genève. Ze presenteerde de resultaten onlangs ook aan het House of Commons in het VK en het Belgische Parlement.

Invoed op genitale verminking

Mannen en vrouwen vertelden dat het heel moeilijk is om over gender en generaties heen over vrouwelijke genitale verminking te spreken. Er waren mannen die het met hun echtgenote nog nooit over de praktijk hadden gehad,” zei Sarah O’Neill over de gesprekken in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. “Dit sluit aan op de resultaten van een UNICEF-verslag in 2013, dat aantoonde dat er in 16 Afrikaanse landen tussen mannen en vrouwen maar weinig wordt gecommuniceerd over VGV.”

 

Onderzoek in Sub-Sahara-Afrika toont aan dat mannen van oudsher amper worden betrokken bij vrouwelijke besnijdenis. Het Men Speak Out-onderzoek bevestigt dat dit ook geldt voor Afrikaanse migranten die in Europa leven. Alle praktische regelingen voor de besnijdenis worden door vrouwen gemaakt en mannen weten amper op welke leeftijd meisjes worden besneden, wie dit doet, wat er precies wordt gedaan enz. Toch zijn mannelijke en vrouwelijke respondenten het erover eens dat mannen een belangrijke rol spelen omdat ze instemmen met de besnijdenis van hun dochters door er zich niet tegen te verzetten.

 

Men Speak Out

Volgens het Men Speak Out-rapport moet de informatie die nieuwkomers en asielzoekers over VGV krijgen fors worden verbeterd. “Om meisjes van genitale verminking te vrijwaren, moeten vrouwen en mannen kort na hun aankomst in Europa gepaste informatie over vrouwelijke genitale verminking krijgen. Sommige respondenten opperden dat het met de juiste informatie gemakkelijker zou zijn om met de praktijk te stoppen en dat veel aanhangers van de praktijk ‘het gewoonweg niet wisten’,” zei O’Neill. Respondenten suggereerden dat het nuttig zou zijn om religieuze leiders, opiniemakers en gemeenschapsleiders in het proces voor het beëindigen van VGV te betrekken.

 

Uit de kwantitatieve resultaten van het onderzoek blijkt dat nieuwe mannelijke migranten vaker vinden dat de praktijk moet blijven bestaan. Van de migranten die in de loop van de voorbije vijf jaar arriveerden, zijn er 2,5 keer meer respondenten die vinden dat de praktijk moet blijven bestaan dan mannen die meer dan vijf jaar geleden aankwamen. In België vond bijna 25% van de Guineese migranten dat de praktijk moet blijven bestaan. Van de Somalische migranten vond 16% dat de praktijk moet blijven bestaan, in tegenstelling tot Somalische migranten die in het Verenigd Koninkrijk (7,3%) en Nederland (5,7%) leven.

 

Het Men Speak Out-rapport werd uitgewerkt met de financiële steun van het Daphne-programma van de Europese Unie.

Bron:ITG

Recente artikelen