Advertentie

Slimmer doseren van medicatie redt levens na stamceltransplantatie bij leukemiepatiënten

Array

Een geïndividualiseerde behandeling van patiënten die een stamceltransplantatie ondergaan met anti-thymocyte globuline (ATG) resulteert in een betere overleving. Uit Nederlands onderzoek, gepubliceerd in Lancet Haematology, blijkt dat artsen ATG niet zouden moeten doseren op basis van het gewicht van de patiënt, maar op basis van de hoeveelheid lymfocyten in het bloed.

Een van de meest gevreesde complicaties na een donor-stamceltransplantatie (SCT) zijn afweerreacties tussen de donor en de patiënt. Hierbij kan sprake zijn van afstoting: een reactie tegen de toegediende stamcellen. De patiënt moet in dit geval een nieuwe transplantatie ondergaan en is tot die tijd extreem gevoelig voor infecties. Anderzijds kan er sprake zijn van een afweerreactie van de donorcellen tegen de patiënt: transplantatieziekte, in de Engelse literatuur graft-versus-host-disease (GvHD) genoemd. Hierbij roepen de donorcellen een immuunreactie op waardoor schade wordt aangericht aan organen zoals huid, lever en darmen.

ATG-behandeling

Om afstoting en GvHD te voorkomen krijgen patiënten enkele dagen vóór de SCT ATG toegediend. ATG vermindert het aantal T-lymfocyten (type witte bloedcellen) en voorkomt zo een eventuele afweerreactie. Echter, een te hoge of te lage ATG-concentratie in het bloed zorgt voor een suboptimaal resultaat. Zowel de Europese als Amerikaanse SCT organisaties adviseren dat de ATG-dosering moet worden bepaald op basis van het lichaamsgewicht van de patiënt, zonder dat dit wetenschappelijk is onderbouwd.

Optimale dosering

Nadat eerder Nederlands onderzoek bij kinderen onder leiding van kinderarts-oncoloog/immunoloog dr. Jaap Jan Boelens van het UMC Utrecht al hadden aangetoond dat er een verband is tussen ATG-blootstelling en overleving na SCT, besloot men te onderzoeken of dit óók voor volwassenen geldt. Dezelfde onderzoekers combineerden de resultaten van de kinderstudie met gegevens van volwassen patiënten met leukemie of myelodysplastisch syndroom. Ook bij volwassenen bleek dat de ATG-blootstelling na SCT zeer variabel was en dat doseren op basis van het lichaamsgewicht van de patiënt – de huidige praktijk –verre van optimaal was. Doseren op basis van de hoeveelheid lymfocyten in het bloed vóór de eerste ATG gift, blijkt tot een meer voorspelbare ATG-blootstelling te leiden, en dus tot betere overlevingskansen.

Betere overlevingskans

Uit een retrospectieve analyse van SCT-procedures bij 146 patiënten in het UMC Utrecht tussen 2004 en 2015 bleek dat patiënten met een optimale ATG-blootstelling (65-90 eenheden per dag/mL) een hogere 5-jaars overleving (69 procent) hadden ten opzichte van patiënten met een te lage (32 procent) of een te hoge (48 procent) blootstelling aan ATG.

Internist-hematoloog prof. dr. Jurgen Kuball van het UMC Utrecht zegt: “Door onze bevindingen zijn wij een intensieve discussie binnen de beroepsgroep gestart of veel behandelprotocollen niet achterhaald zijn. De toekomst zal een dosering op basis van het lymfocyten-getal vóór eerste ATG-gift van de betreffende patiënt zijn en niet meer op basis van lichaamsgewicht. Door deze geïndividualiseerde aanpak zorgen we er voor dat méér patiënten een stamceltransplantatie kunnen overleven.”

Stamceltransplantatie

Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 400 patiënten een allogene SCT, waarvan rond de 90 kinderen. Deze behandeling is een laatste behandeloptie bij ernstige vormen van leukemie, afweerstoornissen, metabole ziekten en beenmergfalen. Een SCT is risicovol, 10 tot 50 procent van de patiënten die een SCT ondergaan sterft uiteindelijk, afhankelijk van indicatie.

Publicatie

Admiraal R, Nierkens S, de Witte MA, et al. Association between anti-thymocyte globulin exposure and survival outcomes in adult haematopoietic cell transplantation: a multicentre, retrospective pharmacodynamic cohort analysis. Lancet Haematology 2017

Bron: UMC Utrecht

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen