Inspecties: eerder starten met zorg en (schuld)hulp in vrouwenopvang
ArrayDe vijf inspecties van het Toezicht Sociaal Domein/Samenwerkend Toezicht Jeugd onderzochten de veiligheid van vrouwen en kinderen na het verlaten van de vrouwenopvang. Bijna vierduizend kinderen en hun moeders verblijven elk jaar wegens huiselijk geweld en fysieke onveiligheid in de vrouwenopvang. Vrouwen en kinderen die na de opvang naar een andere regio verhuizen lopen het grootste risico om uit beeld te raken en opnieuw in de problemen te komen. Daarom moet (vervolg)hulpverlening worden ingezet voordat moeder en kind de opvang verlaten. Gemeenten en wijkteams spelen daarbij een cruciale rol.
In het vandaag gepubliceerde rapport ‘ Moeder en kind verlaten vrouwenopvang: (wie) is dat een zorg? ’ stellen de inspecties dat continuïteit in zorg van groot belang is voor deze kwetsbare moeders en kinderen, zeker als zij weer zelfstandig gaan wonen. De inspecties vinden het belangrijk dat organisaties en gemeenten ervoor zorgen dat voor de moeders en kinderen de drempel om hulp in te schakelen zo laag mogelijk is, zodat geen vertraging in zorg en ondersteuning optreedt. Zowel waar dit gaat over het verkrijgen van een inkomen als de inzet van (specialistische) hulp.
Vrouwenopvang
De vrouwenopvang omarmt de aanbevelingen van de inspecties en wil meewerken aan de uitvoering daarvan. Het gaat om een sluitende keten vanaf het begin tot aan einde hulpverlening. Voor de vrouwenopvang is daarom een optimale relatie met Veilig Thuis en onder meer de wijkteams van groot belang. Er is verduidelijking nodig wie de verantwoordelijkheid voor een cliënt op zich neemt en weer overdraagt. Gemeenten kunnen vanuit hun rol organisaties faciliteren en stimuleren om zorg en ondersteuning beter op elkaar aan te laten sluiten. Ook kunnen zij procedures over aanvragen van uitkeringen (bij verhuizing naar een andere gemeente) verbeteren en daarvoor gebruikmaken van SUWI-net en de mogelijkheden van maatwerk rondom uitkeringsverstrekking benutten. Maar ook kunnen gemeenten ervoor zorgen dat er minder vertraging optreedt bij het inzetten van (gespecialiseerde) jeugdhulp, schuldhulp en maatschappelijke ondersteuning.
Jan Laurier, voorzitter van de Federatie Opvang, zegt hierover: “ De instellingen voor vrouwenopvang zijn actief om hun kennis op het gebied van de aanpak van huiselijk geweld over te dragen aan organisaties in de wijk, zoals wijkteams, scholen en woningcorporaties. Om veiligheid en continuïteit van zorg te waarborgen nadat een gezin weer in een eigen woning gaat wonen, is het van groot belang dat alle partijen tijdig op de hoogte zijn van risico’s die zich kunnen voordoen bij deze kwetsbare gezinnen
.” Documenten:RapporttoezichtonderzoekNadevr