Gegoochel met cijfers: de mondzorg kan het nooit goed doen
Gisteren verschenen 2 alarmerende berichten in de dentale pers: “Meer meldingen over mondzorg bij NZa” (artikel Dental Tribune) en “Rapport zorgfraude NZa: opnieuw meeste meldingen in mondzorg” (Medisch Ondernemen).
En heel toezichthoudend Nederland staat vanochtend met een stralende glimlach de tandjes te poetsen: wat is het toch heerlijk om door middel van ‘objectieve’ cijfers bevestigd te worden in de (bij hen toch al aanwezige) wetenschap dat tandartsen eigenlijk witte-boorden-criminelen zijn die hun patiënten met frauduleuze intenties dagelijks in de stoel pijnigen om vervolgens zo snel mogelijk met een vork enorme rekeningen te kunnen schrijven.
‘Tandarts-bashen’
Want dat is toch duidelijk de teneur van dit soort berichtgeving: de mondzorg staat bovenaan met klachten, met meldingen en met fraude. En wie niet leren wil moet dan maar voelen, toch? En de cijfertjes maken het allemaal ondubbelzinnig ‘waar’. Kortom: we zijn weer aan het ‘tandarts-bashen’.
Objectief of subjectief/ tendens of tendentieus
Met cijfers kun je eigenlijk alle kanten op. Ik heb de reeks van de afgelopen jaren voor u in kaart gebracht[1]:
In absolute zin betreft het dus slechts maximaal 64 meldingen per kwartaal. Iedere melding is er één en daarmee mogelijk één teveel. Maar we moeten het wel in perspectief zien: volgens het CBS zijn er jaarlijks circa 44 miljoen contactmomenten tussen patiënt en tandarts. Dat betekent dat er op 44 miljoen contacten, circa 160 tot 200 meldingen per jaar voorkomen. Dat is 0,000455% (!!). Statistisch te verwaarlozen dus.
Appels met peren vergelijken
En je mag ook geen appels met peren vergelijken: veel patiënten zien de rekeningen van hun zorgverleners niet. Bij de mondzorg is het juist omgekeerd het geval; de patiënt ontvangt dikwijls zelf de rekening en is daarom kritischer. Prima en terecht, maar het beïnvloedt uiteraard wel het aantal meldingen. Bovendien: meldingen zijn nog geen ‘harde’ fraude!
Een melding is een vermoeden van fraude. Of er werkelijk sprake is van fraude moet vervolgens nog uit onderzoek blijken. Dit belangrijke gegeven wordt ogenschijnlijk opzettelijk vaag gehouden in het rapport.
En dan de volgende weergave: van Q3 2016 naar Q2 van 2017 was er een duidelijke daling van het aantal meldingen in de mondzorg. Is daar ooit een positieve melding van gemaakt? Kijk welk mooi plaatje deze 4 kwartalen opleveren:
Op zich vind ik een positieve beoordeling hierover niet belangrijk, want ook hier geldt: waar gaat het over op het grotere geheel? Maar als tegengeluid was dit wel eens aardig geweest.
Medisch ondernemen
Het artikel van Medisch Ondernemen meldt dat de mondzorg opnieuw bovenaan staat bij de melding van zorgfraude bij de NZa (weliswaar met een terugloop van 110 naar 108, maar toch). Het is de taak van Medisch Ondernemen om dergelijke berichten te melden en het is mooi dat zij al hebben uitgezocht dat de reeds veroordeelde frauderende tandarts uit het Noorden van het land hier een aandeel in had (hoe zou het tabelletje er zonder deze persoon uit zien?). Het onderliggende tabelletje van het Informatieknooppunt Zorgfraude is een optelsom van appels en peren. De mondzorg staat bovenaan, maar wat zegt dat in dit geheel? 1 rotte appel neemt al een groot deel voor zijn rekening. En hoe is het kwantitatief in Euro’s? Het rapport schrijft zelf al: er zijn ook frauderende families die frauderen met BV’s en PGB constructies en dergelijke. Kortom: die 108 meldingen van de mondzorg zijn pijnlijk, maar zegt verder heel weinig.
Conclusie
In deze tijd van ‘meten is weten’ en van ‘transparantie’ hebben toezichthouders en anderen de plicht om te controleren en te melden. Cijfers en tabellen zijn hier hulpmiddelen die uiteraard gebruikt worden. Maar het risico van ‘shaming’ ligt op de loer. Dan worden cijfers tendentieus. En dan gaat het mis. En naar mijn mening gaat het hier dus mis.
Negatief wegzetten tandarts
Als beroepsorganisatie voor de mondzorg is de ANT altijd tegen fraude. Wij zijn vóór transparantie. Wij proberen onze leden te voorzien van tools en adviezen die hen helpen om de bijbehorende facetten van hun werk goed te kunnen uitvoeren.
Maar wij zijn fel tegen het negatief wegzetten van de duizenden tandartsen en medewerkers in de mondzorg door middel van tendentieuze berichtgeving. Wij stáán voor de tandarts!
Peter Vlaandere
directeur ANT