Minimaal één nieuw implantaat per 1691 vrouwen in Nederland per jaar

Landelijk registratiesysteem borstimplantaten komt met eerste resultaten: minimaal één nieuw implantaat per 1691 vrouwen in Nederland per jaar    

Tussen 2015 en 2017 registreerde het borstimplantatenregister 30.541 nieuwe permanente implantaten van 15.049 patiënten

Het in 2015 opgerichte borstimplantatenregistratiesysteem DBIR (Dutch Breast Implant Registry) komt voor het eerst met resultaten over permanente borstimplantaten[1]. Het heeft van 2015 tot 2017 15.049 patiënten en 30.541 nieuwe borstimplantaten geregistreerd, wat neerkomt op minimaal één nieuw implantaat per 1691 vrouwen in Nederland per jaar. Daarmee is het één van de eerste functionerende borstimplantatenregisters ter wereld. Het register is een initiatief van de NVPC (Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie) en is opgericht om de kwaliteit en traceerbaarheid van borstimplantaten te registreren. Zo kan er gestructureerd toezicht gehouden worden op de veiligheid en kwaliteit van zorg voor vrouwen met borstimplantaten. In Nederland heeft ongeveer 3,3% van alle volwassen vrouwen borstimplantaten. Het register is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de NVPC, fabrikanten van borstimplantaten, DICA (Dutch Institute for Clinical Auditing) en MRDM (Medical Research Data Management). Voor het eerst wordt informatie uit het register gebruikt in een promotieonderzoek naar het gebruik van kwalitatieve audits. Pauline Spronk, van het LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum), deed onderzoek naar het functioneren van de borstimplantatenregistratie DBIR. “De eerste resultaten uit het register bieden veel perspectief. Hierdoor kunnen op de lange termijn problemen met borstimplantaten sneller aan het licht komen”, aldus Spronk. De uitkomsten van de DBIR zijn ook meegenomen bij de data integratie van de internationale werkgroep ICOBRA (International Collaboration of Breast Registry Activities). Zo draagt het register bij aan wereldwijde koppeling van borstimplantatendata. Verwacht wordt dat de data van alle huidige (en nog op te starten) borstimplantaatregistraties over twee jaar integraal beschikbaar zijn.


Informatie uit DBIR

Het register biedt een overzicht van het aantal permanente borstimplantaten dat is gebruikt. Daarnaast geeft het inzicht in de indicatie voor het gebruik van de implantaten. Sinds de lancering van het register nemen 101 zorginstellingen deel aan registratie in het DBIR-systeem, 73 (95%) van alle ziekenhuizen en 28 (78%) van alle klinieken in Nederland. Van 2015 tot 2017 ontvingen 15.049 patiënten samen 30.541 nieuwe borstimplantaten. Dat is in ieder geval één nieuwe borstimplantaat per 1691 vrouwen. De meerderheid van de implantaten (85%) is geïmplanteerd vanuit cosmetisch oogpunt. In bijna 15% van de gevallen zijn de implantaten gebruikt bij borstreconstructie. Het onderzoek laat zien dat patiënten die kiezen voor een borstvergroting aanzienlijk jonger zijn dan patiënten met een wens tot een borstreconstructie na een operatie ter behandeling van borstkanker (31,5 versus 49,7 jaar). Voor beide indicaties was er tussen 2016 en 2017 een afname zichtbaar in het gebruik van getextureerde borstimplantaten, 7% minder bij de esthetische groep en 2% bij de reconstructieve groep. Voorzitter van de NVPC, Marc Mureau is tevreden over het onderzoek en de resultaten: “Deze resultaten zijn erg veelbelovend. Het doel is om een continu proces van feedback over de resultaten van in Nederland gebruikte implantaten op te zetten. Dankzij de inspanningen van alle betrokken partijen kunnen we beter toezicht houden op vrouwen met borstimplantaten.”

PIP-affaire

In 2015 is op initiatief van medisch specialisten de DBIR opgericht om borstimplantaten te registreren en gestructureerd toezicht te houden op de veiligheid en kwaliteit van zorg voor vrouwen met borstimplantaten. Het register is mede opgezet naar aanleiding van de zogeheten PIP-affaire waarbij de PIP-implantaten grotere kans hadden op scheuren en lekken. Het inmiddels failliete Franse bedrijf PIP had in implantaten goedkope industriële siliconen verwerkt die niet waren goedgekeurd voor klinisch gebruik. Nederland is wereldwijd een van de eerste landen die op landelijk niveau het gebruik van borstimplantaten registreert. Het register is ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) in samenwerking met verschillende fabrikanten van borstimplantaten, DICA (Dutch Institute for Clinical Auditing) en MRDM (Medical Research Data Management).DBIR is een opt-out register. Dit houdt in dat vrouwen die een borstimplantaat krijgen automatisch instemmen met de registratie daarvan, tenzij zij hiertegen bezwaar maken. Vrouwen die een borstimplantaat krijgen, kunnen zelf controleren of hun implantaat geregistreerd staat in de DBIR via de website www.implantaatcheck.nl. Deze check geldt voor implantaten die na de oprichting van de DBIR (april 2015) geplaatst of verwijderd zijn. Gegevens uit DBIR worden via een koppeling ook geïntegreerd in het Landelijk Implantaten Register (LIR) van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.


ICOBRA

De registratie van borstimplantaten heeft ook op internationaal niveau vooruitgang geboekt met een project van de internationale werkgroep ICOBRA (International Collaboration of Breast Registry Activities). ICOBRA is een internationaal netwerk dat in 2012 is opgezet. Het netwerk bestaat uit de plastisch chirurgische verenigingen met borstimplantaatregistraties uit Australië, Oostenrijk, Canada, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De dataset van het ICOBRA-netwerk is volledig geïntegreerd in de huidige DBIR-dataset om tot een gestandaardiseerde set te komen. Binnen twee jaar zal de set naar verwachting in alle huidige (en nog op te starten) borstimplantaatregistraties worden gebruikt in het ICOBRA-netwerk. Het doel hiervan is om uiteindelijk internationaal data te kunnen vergelijken. Zo hoopt het netwerk sneller antwoorden te vinden op vragen rondom zeldzame bijwerkingen zoals ALCL. Vanaf dit jaar is de voorzitter van ICOBRA de Nederlander Hinne Rakhorst.
Het volledige onderzoek kunt u hier lezen  


[1] In dit onderzoek zijn alleen permanente implantaten onderzocht en geen tissue expanders 

Bron: NVPC

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen