Hartklep vervangen via de halsader

Array

Wereldprimeur voor chirurgisch/cardiologisch team azM
Een cardiothoracaal chirurg en een cardioloog van het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) zijn er onlangs in geslaagd via de halsader een nieuwe biologische (tricuspidalis)hartklep te plaatsen bij een 74-jarige vrouw. Deze route is niet eerder toegepast.

De patiente onderging 23 jaar geleden voor de derde maal een hartoperatie waarbij twee hartkleppen werden vervangen. Een van deze hartkleppen, de zogenoemde tricuspidalis (de klep tussen rechterhartkamer en rechterboezem), functioneerde niet meer goed omdat deze volledig verkalkt was. De vrouw had erg veel klachten en was herhaaldelijk opgenomen met hartfalen. Medicamenteus waren er geen goede opties meer. Een heringreep om deze klep door middel van een openhartoperatie te vervangen was gezien haar conditie niet meer mogelijk. Daarom is gekozen voor een operatie waarbij het borstbeen niet geopend hoeft te worden en waarbij het hart niet hoeft te worden stilgelegd (minimaal invasief). Bij deze operatietechniek rekt men de zieke klep open, en plaatst men in deze opengerekte klep een nieuwe, biologische hartklep, gemaakt van het hartzakje van een rund. Deze nieuwe klep zit vastgehecht in een stent, en die stent wordt rond een ballon gevouwen en vervolgens via een katheter in het hart geschoven.

In het Maastrichtse ziekenhuis worden al ruim twee jaar (andere) hartkleppen via een katheter vervangen, met name de aortaklep, de hartklep tussen het hart en de aorta. De katheter met stent en opgevouwen hartklep wordt naar de plaats van bestemming gebracht via de liesslagader of via de punt van het hart. De ervaringen met deze nog relatief nieuwe techniek zijn goed: inmiddels zijn wereldwijd ruim 15.000 mensen op deze manier aan een nieuwe hartklep geholpen.

In het geval van de 74-jarige patiente ging het echter niet om de aorta-klep, maar om de tricuspidalis-klep. Deze is niet te bereiken via de beenslagader of via de punt van het hart. Voor deze hartklep is de holle ader van de hals de ideale toegangsweg. Door middel van een prikje in de hals is de katheter naar binnen geschoven tot in het hart, ter hoogte van de tricuspidalis-klep. Daar is de oude klep met een ballon opgerekt en aan de kant geduwd door de stent met daarin de nieuwe klep. Deze klep werkte onmiddellijk prima. Patiente is dan ook vlot weer wakker gemaakt en heeft het ziekenhuis veertien dagen later verlaten.

Trendsetter
Bijzonder aan deze ingreep in Maastricht is de nauwe samenwerking tussen chirurgen en cardiologen, in dit geval tussen Leen van Garsse, cardiothoracaal chirurg, en Vincent van Ommen, interventie-cardioloog. De minimaal invasieve klepvervanging is echt teamwork. Maastricht is trendsetter in dit opzicht. Leen van Garsse: “Cardiologen werken steeds invasiever, en chirurgen steeds minder invasief. We komen elkaar tegen. Het onderscheid tussen een operatie en een katheterisatie gaat deels verdwijnen. Het worden hartbehandelingen waar beide teams van diagnose tot behandeling bij betrokken zijn. Dat is een visie die we enorm benadrukken. Meerdere Nederlandse centra beginnen in die richting te denken.

Maastricht UMC+

Met ingang van januari 2008 zijn het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) en de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht gefuseerd tot het achtste universitair medisch centrum van Nederland. De nieuwe organisatie heet Maastricht UMC+.
Het Maastricht UMC+ heeft als kerntaken: patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs en opleiding. Daarin nemen, naast de standaard patiëntenzorg, topklinische zorg en topreferente zorg een belangrijke plaats in. Deze zijn nauwgezet afgestemd met het fundamenteel en het (experimenteel) klinisch onderzoek. Dit resulteert in de klinische onderzoeksspeerpunten hart en vaten; oncologie, chronische ziekten en geestelijke gezondheidszorg en neurowetenschappen.

Recente artikelen