Een nieuwe kamer voor Amber

Array

NIJMEGEN – E – mailen met de klas. Chatten met een broertje of zusje. In het nieuwe kinderziekenhuis van het Nijmeegse UMC St Radboud kan het vanuit bed. Gisteren verhuisden alle opgenomen kinderen naar de nieuwbouw. Amber Vial zit rechtop in haar bed. Drie witte jassen duwen haar door de lange gang. Op het voeteneinde reizen twee knuffelapen mee.
De elfjarige Amber is een van de 58 patiëntjes die verhuizen naar het nieuwe kinderziekenhuis van het UMC St Radboud in Nijmegen. Het gebouw van vijf verdiepingen, opgetrokken uit geel steen, telt 130 bedden. De opname van nieuwe kinderen is zoveel mogelijk uitgesteld tot na de verhuizing.

Officieel heet het kinderziekenhuis het Gebouw Vrouw en Kind. Ook gynaecologie, de verloskamers en de kraamafdelingen hebben een plek in de nieuwbouw. Die afdelingen zijn de afgelopen weken al verhuisd.

Met de lift gaat Amber naar de derde verdieping. Vader Rob werpt bezorgd een blik op de draagbare monitor die Ambers hartslag en ademhaling laat zien. “Gaat het?”

Amber uit Sittard heeft een hartafwijking. Ze ligt in het UMC St Radboud omdat er problemen zijn met haar pacemaker. Eind deze week wordt ze geopereerd. Het meisje is een bekende van de verpleegkundigen van B11, de afdeling waar kinderen met hartproblemen werden opgenomen. Sinds ze acht jaar is, heeft ze er al een paar keer gelegen.

“Het is een rare dag”, vindt verpleegkundige Tilly Weijers. “Dertig jaar heb ik in de oudbouw gewerkt. Sinds 1974.”

Heel wat lief en leed maakte ze mee. “Ik vind het leuk dat we naar de nieuwbouw gaan. Het is een uitdaging. Het werd wel tijd.”

Naast het bed van Amber loopt ze de Vuurtoren op. Zo heet de afdeling voor kinderen met hartproblemen. De muren van de gangen zijn warm oranje. Dit past bij de ‘hotelsfeer’ die alle verpleegafdelingen bewust hebben meegekregen. Het is de bedoeling dat mensen die langer in het ziekenhuis verblijven, zich er thuis voelen.

De poli’s in het gebouw hebben felle kleuren: rood, oranje, groen. Ze moeten dynamiek uitstralen: mensen vliegen in en uit. De ‘luchthavensfeer’ is hier neergezet.

Amber wordt haar nieuwe kamer binnengereden. “Leuk”, zegt ze. Verpleegkundigen sluiten haar meteen aan op de nieuwe monitor. Een met een touchscreen, wat voor het personeel even wennen is.

De kamer hoeft Amber niet met andere kinderen te delen. Er is plek voor één verpleegbed. Achter een deur heeft ze haar eigen douche en toilet. Naast haar bed hangt een tafel die ze kan uitklappen tot een bureau. Daarachter zit een rooming-in meubel: een opklapbed voor papa of mama als die wil blijven slapen.

“Ik vind het wel jammer dat ik alleen lig”, zegt Amber. “Er zijn geen kinderen om even een spelletje mee te doen.”

De jongen die in de oudbouw naast haar lag, heeft nu ook zijn eigen kamer. Op badslippers komt hij even een kijkje nemen.

Alle patiënten in het nieuwe kinderziekenhuis kunnen gebruikmaken van een persoonlijk patiëntenservicesysteem. Boven het bed hangt een scherm aan een beweegbare arm. Amber kan zelf kiezen of ze tv wil kijken, wil MSN’en met haar zusje, radio wil luisteren of een telefoongesprek wil voeren. “Wel jammer dat je ervoor moet betalen”, vindt vader Rob. Alle patiënten krijgen een pasje dat ze in het systeem moeten steken. Voorlopig is het gratis, omdat het nog een proef is.

Samen met haar vorige buurman maakt Amber een rondje over de afdeling. In de speelkamer zijn pedagogisch medewerksters nog bezig met het uitpakken van speelgoed. Door het raam kijkt Amber op een dakterras, ingericht als speelplaats voor kinderen. Ze mag er nog niet op. De afrastering moet eerst verhoogd worden. De medewerksters zijn bang dat spelende kinderen er overheen kukelen als ze op een stoel gaan staan.
De vader van Amber vindt de nieuwbouw ‘superchique’. “We kunnen er wel bij in trekken”, grapt hij. Bron: diverse bronnen, Annemarie Haverkamp

Recente artikelen