Niet gecategoriseerd

Medisch handelen bij ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid

Array

Het medisch handelen bij ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid behoeft verbetering. De Gezondheidsraad heeft in opdracht van de ministers van SZW en VWS een advies opgesteld voor medisch handelen bij ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. De commissie stelt voor om de kwaliteit van het medisch handelen bij ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid te verhogen door 3B-richtlijnen te ontwikkelen: richtlijnen voor beoordeling, behandeling en begeleiding.

Chronisch vermoeidheidssyndroom
De commissie beveelt aan om te beginnen met het opstellen van ontwerpprotocollen voor aandoeningen die vaak leiden tot (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid, zoals rugklachten, hartinfarct, depressie, spanningsklachten, chronisch-vermoeidheidssyndroom, cerebrovasculaire aandoening, hernia nuclei pulposi, borstkanker, angststoornissen en whiplash. Deze protocollen kunnen vervolgens worden gebruikt bij het opstellen van 3B-richtlijnen
Ontwikkeling van richtlijnen voor beoordeling, behandeling en begeleiding (3B-richtlijnen) die door alle betrokken beroepsgroepen gedragen worden, kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. De verzekeringsgeneeskundige oordeelsvorming kan bovendien ondersteund en verder ontwikkeld worden door de opbouw van mediprudentie.
In het kort is dat de kern van dit advies, dat is opgesteld door een commissie van de Gezondheidsraad ter beantwoording van een adviesaanvraag van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens zijn collega van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Onder andere door de ontwikkeling van evidence based richtlijnen wordt ernaar gestreefd de praktijk van het medisch handelen in overeenstemming te brengen en te houden met de stand van de wetenschappelijke kennis. Opvallend is dat in curatieve richtlijnen het functioneren op het werk geen rol van betekenis speelt. De beoordeling van de arbeidsgeschiktheid komt noch in curatieve, noch in bedrijfsgeneeskundige richtlijnen aan de orde. De kwaliteitsbevorderende activiteiten die op dit vlak wél gaande zijn richten zich vooral op de interpretatie van de arbeidsongeschiktheidswetgeving en op de verbetering van verzekeringsgeneeskundige beoordelingsprocedures. De commissie stelt vast dat er veelbelovende aanzetten zijn tot afstemming en samenwerking tussen de bedrijfsgeneeskunde en de curatieve disciplines. De verzekeringsgeneeskunde neemt echter een geïsoleerde positie in. Onder andere door de ontwikkeling van evidence based richtlijnen wordt ernaar gestreefd de praktijk van het medisch handelen in overeenstemming te brengen en te houden met de stand van de wetenschappelijke kennis. Opvallend is dat in curatieve richtlijnen het functioneren op het werk geen rol van betekenis speelt. De beoordeling van de arbeidsgeschiktheid komt noch in curatieve, noch in bedrijfsgeneeskundige richtlijnen aan de orde. De kwaliteitsbevorderende activiteiten die op dit vlak wél gaande zijn richten zich vooral op de interpretatie van de arbeidsongeschiktheidswetgeving en op de verbetering van verzekeringsgeneeskundige beoordelingsprocedures. De commissie stelt vast dat er veelbelovende aanzetten zijn tot afstemming en samenwerking tussen de bedrijfsgeneeskunde en de curatieve disciplines. De verzekeringsgeneeskunde neemt echter een geïsoleerde positie in.

De commissie stelt voor om de kwaliteit van het medisch handelen bij ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid te verhogen door voor de verschillende aandoeningen overkoepelende 3B-richtlijnen te ontwikkelen: richtlijnen voor beoordeling, behandeling en begeleiding. Systematisch verzamelde informatie over de verzuimduur in relatie tot kenmerken van ziekten, personen en werksituaties zal in deze richtlijnen verwerkt moeten worden. De commissie ziet naast de 3B-richtlijnen geen rol weggelegd voor een separate lijst van ziekten met gemiddelde hersteltermijnen. Zij benadrukt dat de kwaliteitsbevorderende werking van richtlijnen afhankelijk is van een succesvolle toepassing in het dagelijks denken en handelen van beroepsbeoefenaren. * De commissie beveelt aan een vanuit de betrokken disciplines samengestelde stuurgroep in te stellen die de regie voert in de ontwikkeling en herziening van 3B-richtlijnen en in de formulering van een daaraan gekoppelde onderzoeksagenda.
* Zij beveelt aan een leidraad juridisch-maatschappelijke aspecten in medische richtlijnen te ontwikkelen, waarin wordt uitgewerkt wanneer en hoe deze aspecten in 3B-richtlijnen aan de orde moeten komen.
* De 3B-richtlijnen moeten voldoen aan een aantal eisen die in dit advies beschreven worden.
* Gegevens over het tijdsverloop tussen ziekmelding en werkhervatting, en de mogelijke determinanten daarvan, zijn van groot belang voor de ontwikkeling van 3B-richtlijnen. Verzameling van deze gegevens dient continu en in de context van best practices plaats te vinden.
* De commissie bepleit een continue en cumulatieve opbouw van mediprudentie. Gelet op de inwerkingtreding van de WIA op 1 januari 2006 en het verzoek van de minister om advies over de ontwikkeling van hulpmiddelen voor de claimbeoordeling die op dat moment beschikbaar kunnen zijn, beveelt de commissie aan nog dit jaar een begin te maken met de uitvoering van bovenstaande aanbevelingen. Om een snelle start mogelijk te maken adviseert de commissie het volgende: * De commissie beveelt aan om voor vijf tot tien aandoeningen die een substantieel deel van de arbeidsongeschiktheidsproblematiek betreffen,
* ontwerpprotocollen op te stellen ter ondersteuning van de verzekeringsgeneeskundige beoordeling van de arbeids(on)geschiktheid. Deze protocollen kunnen gebaseerd worden op onlangs verschenen richtlijnen en kunnen nadien betrokken worden bij de voorbereiding van volwaardige 3B-richtlijnen.
* Zij beveelt aan om voor elk van de aandoeningen waarvoor deze protocollen ontwikkeld worden, op basis van dossiers van reeds afgeronde claimbeoordelingen een aantal concrete beoordelingsgevallen te beschrijven, te analyseren en te becommentariëren, zodat een reeks casusbeschrijvingen met expliciete beargumentering en weging van de claimbeoordeling beschikbaar komt. * Het verdient aanbeveling de ontwerpprotocollen en casuïstische analyses door een multidisciplinair samengestelde commissie van deskundigen te laten toetsen en becommentariëren. Deze commissie zou hieraan nadere aanbevelingen kunnen verbinden ter verhoging van kwaliteit en doelmatigheid van het claimbeoordelingsproces. De Gezondheidsraad is bereid om desgewenst de uitvoering van deze korte termijnaanbevelingen op zich te nemen. Zo nodig zou de Gezondheidsraad ook een rol kunnen spelen in de beginfase van de uitvoering van de aanbevelingen voor de langere termijn. Bij de uitvoering van de aanbevelingen is betrokkenheid van beroepsverenigingen, UWV, STECR/Laboretum, het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO, het
Kenniscentrum
Verzekeringsgeneeskunde, TNO Kwaliteit van leven en andere in aanmerking komende, al dan niet universitaire, kennis- en onderzoekscentra van groot belang. * De gedachten van de commissie gaan vooralsnog uit naar de volgende aandoeningen: chronische aspecifieke rugklachten, hartinfarct, depressie, spanningsklachten, chronische-vermoeidheidssyndroom, cerebrovasculaire aandoening, hernia nuclei pulposi, borstkanker, angststoornissen, whiplash.
Bron: Gezondheidsraad