Zorggroep is geen verlengstuk van zorgverzekeraar
ArrayOp 30 november stond het bericht, gebaseerd op een discussie in een van onze Julius Masterclassen. Ik schreef dat voor de zorgverzekeraars de zorggroepen gemakkelijk zijn. Zij hoeven niet meer te onderhandelen met afzonderlijke maatschappen, groepspraktijken en gezondheidscentra. Die onderhandelen voortaan met de leiding van de zorggroep. Zo gezien is een zorggroep een verlengstuk van de zorgverzekeraar.
RIVM onderzoeker Dr. Jeroen Struijs, die de diabeteszorggroepen onderzocht is het daarmee niet helemaal eens. Hij schrijft: Ik kan genoemde aspecten van zorggroepen niet helemaal rijmen met mijn ervaringen uit de evaluatie van de keten-dbc. Mijn ervaring is juist tegenovergesteld. Met name op het gebied van het werkproces (o.a. het invoeren multidisciplinaire protocollen, afstemmingsoverleggen, het registreren en rapporteren van gegevens en het op basis van hiervan opstellen van spiegelinformatie, het opstarten van verbeter- en coachingstrajecten, het stellen van eisen aan bij- en nascholing, etc.) hebben wij juist verbeteringen geconstateerd als gevolg van het ontstaan van zorggroepen. Zie het rapport van de evaluatie. Ook de regionale marktmachtpositie van de zorggroep (zie bijlage 7 van het rapport en mijn artikel in Economisch Statistische Berichten van 13 november 2009) is een niet te verwaarlozen aspect dat nu niet direct pleit voor ‘het zijn van een verlengstuk van de zorgverzekeraar. Tot zover de reactie van Struijs.
Zie voor de genoemde evaluatie van de diabetes zorggroepen:Â www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/260014001.pdf
Guus Schrijvers