Spoedzorg bevallingen moet beter in Nederland
ArrayZwangere vrouwen moeten in geval van spoed binnen een kwartier geholpen kunnen worden door een verloskundige of gynaecoloog. in 2012 moet elke zwangere vrouw in een spoedsituatie binnen 15 minuten worden geholpen door een verloskundige of een gynaecoloog. Dat betekent dus dat ziekenhuizen 7 dagen per week, 24 uur per dag een gynaecoloog, een kinderarts en een operatieteam paraat moeten hebben.
Nu is dat nog maar in enkele ziekenhuizen het geval en dat is geen wenselijke situatie, stelt de stuurgroep Zwangerschap en Geboorte in haar nog vertrouwelijke advies aan minister Klink waarop de Volkskrant beslag heeft weten te leggen.
De stuurgroep denkt door de maatregelen zo de vermijdbare babysterfte in vijf jaar tijd te kunnen halveren. In Nederland sterft een op de honderd baby’s rond de geboorte. In Europa scoren alleen Letland en Frankrijk slechter. Dat was twee jaar geleden reden voor Klink om de stuurgroep in te stellen.
In de toekomst moet elke barende vrouw binnen 30 minuten continu begeleid worden door een kraamverzorgster thuis of een verpleegkundige in het ziekenhuis. Vrouwen die risico kopen moeten moeten continu in de gaten gehouden worden door een gynaecoloog of een andere professionele hulpverlener.
Het doel van alle adviezen is om de vermijdbare babysterfte in Nederland binnen 5 jaar te halveren.
Op het ogenblik bieden slechts enkele ziekenhuizen 24-uurszorg voor zwangere vrouwen. De stuurgroep wil ook de begeleiding tijdens en na de bevalling verbeteren. Zo dienen vrouwen die weinig risico lopen op complicaties rond de bevalling toch elke twee uur te worden gecontroleerd, en moeten vrouwen die wel risico lopen voortdurend worden bewaakt.
De stuurgroep heeft geen eenduidig antwoord op de vraag waarom de babysterfte in Nederland zo hoog is. Zo blijft onduidelijk of de Nederlandse thuisbevallingscultuur of de Nederlandse terughoudendheid met het scannen van foetussen op afwijkingen, een rol spelen. Wel maakt de stuurgroep duidelijk dat allochtone vrouwen en vrouwen in achterstandsituaties met een hogere babysterfte kampen.