NVZ heeft gemengde gevoelens bij prestatiebekostiging
Array
De NVZ vereniging van ziekenhuizen (NVZ) heeft gemengde gevoelens bij het kabinetsbesluit over de prestatiebekostiging in de gezondheidszorg. Dat stelt de vereniging in een persbericht.
De NVZ is zoals verwacht tevreden met het feit dat minister Ab Klink in zijn voorstel heeft vastgehouden aan de invoering van prestatiebekostiging in de curatieve zorg. Ook de uitbreiding van het segment vrije prijzen van 34 naar 50 procent, mag op instemming van de NVZ rekenen. De vereniging noemt verder de aanpassing van het model voor groei- en bouwontwikkelingen positief, evenals het feit dat de minister op aandringen van de NVZ, gas terug heeft genomen met betrekking tot de plannen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor nieuwe tijdelijke budgettering.
Overgang
Een definitief besluit van het kabinet wordt op uiterlijk 1 oktober van dit jaar verwacht. Tot die tijd is sprake van een overgangsperiode en blijft er enige onzekerheid over de afloop. Neemt niet weg dat de ziekenhuizen gemotiveerd blijven om de overgang naar prestatiebekostiging en DOT per 1 januari 2011 te realiseren, aldus de NVZ. Erg jammer vindt de vereniging het echter dat ook het vrije segment onder het overgangsmodel wordt geplaatst. Daar is volgens de vereniging geen aanleiding voor en het zou zorgen voor een onderling ongelijk speelveld met ZBC’s. De vereniging vindt het wel consequent dat ook de medisch specialisten onder een gelijk overgangsmodel vallen. Op die manier zullen prikkels tussen ziekenhuizen en medisch specialisten niet ongelijk lopen.
Het extra artikel in de WMG (Wet Marktordening Gezondheidszorg) om achteraf op de instellingen te korten als onvoorziene groei daar aanleiding toe geeft, wijst de NVZ af. Later deze maand zal het bestuur van de NVZ zich nog uitgebreid buigen over het kabinetsbesluit.
