De heilige geest

In onze geïndividualiseerde informatiesamenleving ontwikkelen burgers een eigen kijk op de geneeskunde. Op tv, internet en in de krant tonen de media allerlei behandelingen in buitenlandse centra die goede resultaten geven en soms nog goedkoop zijn ook.
Demissionair minister Klink komt de wens van de burger om zelf een goede behandeling te kunnen uitkiezen niet tegemoet. Onder de mom van gelijkheid legt hij iedereen het door hem vastgestelde zorgaanbod op, dat hij afdwingt met verplichte staatsbetalingssystemen DBC, DOT, ZZP, AZR, CAK, enzovoort.
De minister miskent de Condorcet paradox. Burgerbelangen in hun diversiteit van individuele voorkeuren kunnen niet zonder meer worden samengevoegd in een algemene voorkeur zonder de individuele voorkeuren geweld aan te doen. Onderkenning van deze paradox in de Franse revolutie legde het fundament van de moderne westerse democratieen in vrijheid, gelijkheid èn broederschap.
In Nederland is de liberale roep om respect voor de persoonlijke belangen van (groepen) burgers verstomd. De minister hangt een Oostblokpolitiek aan, waarin gelijkheid overheerst. Met zijn zorgplaneconomie verstart hij de medische praktijk in procedures, richtlijnen en formulieren. De VVD steunt deze linkse zorgdictatuur. De collectief mythe is dat ons paternalistische zorgstelsel onbegrijpelijk, maar goed is.
Uit praktijkonderzoek blijkt echter keer op keer dat de onbenullige zorgregulering ongelijke, inferieure zorg oplevert. Het beleid stelt de zorgsector bloot aan prijserosie en een oneindige zorgvraag uit een geïnfantiliseerde bevolking. De burger raakt gedemotiveerd om zorgbelastingen en premiekosten te betalen van €1.150 per maand voor een werkend ouderpaar, exclusief gemeentelijke lasten.
In de media komen de verhalen van patienten. De heer Trentelman, bijvoorbeeld, die al 13 jaar leeft met een snelgroeiende prostaatkanker, die zonder buitenlands ingrijpen in een jaar lethaal was verlopen. Keer op keer steeg zijn PSA naar dodelijke waarden en leek het weer mis te gaan. Met relatief goedkope buitenlandse experimentele behandelingen verdween de tumor dan weer een tijdje. Nu Trentelman door zijn bescheiden kapitaal heen is, valt hij terug op het door de minister bepaalde zorgaanbod. Euthanasie. Nederland is er beroemd om. Maar net zoals vele andere kankerpatienten zou Trentelman liever in een door hem zelf gekozen experimentele behandeling sterven en zijn lotgenoten wijzer achterlaten. Hij schreef hier boeken over.
Van de uiterst conservatieve minister mogen zorginstellingen de succesvolle buitenlandse experimenten niet herhalen. Ze mogen zelfs Trentelmans PSA-waarden niet bepalen. De Inspectie heeft ten onrechte ingegrepen in een alternatieve therapie die succes bleek te hebben bij hem.
Het zorgstelsel beperkt de zorg en knipt de behandelingen eindeloos op in verplichte betalingsystemen. Niemand is nog ergens verantwoordelijk voor. Dit beleid is geen geniaal bedrog van de burger maar toont slechts machtsongelijkheid. De liberale democratie werkt niet goed. Eigenlijk hebben dwangmiddelen van de staat een morele grond nodig. Ze zouden effectief moeten zijn, niet onnodig het persoonlijke, autonome leven van de burger binnen moeten dringen en diens recht op een eigen mening dienen te respecteren.
Nobelprijswinnende economen stellen al decennia lang een stelselverandering voor. Liberale zorgregulatie die de burger zekerheden verschaft over de kwaliteit van zorgproducten. Deze regulatie moet de zorgsector dwingen inhoudelijke informatie over de kwaliteit van zorgresultaten te leveren. Het zou het zorgstelsel oprechter, eerlijker, betrouwbaarder, meer accuraat en authentieker maken. De zorgmarkt zou zich dan – in wisselwerking met de burger – op een veilige manier innovatief kunnen ontwikkelen.
In een liberale democratie kan het primaat van beslissingen alleen bij het individu liggen. Vrijheid van zorgkeuze is een waardevol doel dat goed is voor het welbevinden van de burger. Het is ook goed voor de kwaliteit van de zorg, zelfs al maken sommige burgers daarbij foute keuzes. In een liberaal gereguleerde markt ontstaan broederschappen. Groepen burgers gaan in vrijheid aan oplossingen werken, bijvoorbeeld voor kanker. Ze worden bijgestaan door de zorginstituties, die daarin hun legitimiteit kunnen terugvinden. De zorgsector kan de burger kennisbanken gaan leveren met een zorgindex die een waarde-inschatting van producten op de zorgmarkt mogelijk maakt. De waarde van zorgproducten wordt onderling vergelijkbaar. Staatsregulering van commerciele kennisbanken stimuleert eerlijke concurrentie op kwaliteit van de geleverde diensten.
In een goed werkende democratie is er dus geen paradox tussen de individuele belangen en de sociale staat. Met liberale regulatie kan de overheidsbemoeienis zich gaan beperkten tot het toezien op de kwaliteit van de zorg. De instituties werken goed als zij daarbij de gemeenschapszin bevorderen, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van behandelingsresultaten te verplichten. De burgers worden dan meer solidair.
Met een liberaal stelsel dat de balans vindt in vrijheid, gelijkheid èn broederschap is iedereen beter af, ook de zwakkere burger.

Ook geplaatst op ZNetwerk

Huppes Kemp

Wim Huppes kreeg in april 2008 te horen dat hij prostaatkanker had in een vergevorderd stadium. Zijn prostaat werd operatief verwijderd, en wat hem betrof stopte de reguliere behandeling daar. Met zijn kennis van de geneeskunde, hij werkte tot 1989 als internist in een ziekenhuis, ging Huppes experimenteren met medicijnen.

Na twee experimenten met andere middelen probeerde hij dichloorazijn.

Huppes kwam niet zelf op het idee om het middel te proberen. ‘Twee neven raadden het me aan, onafhankelijk van elkaar. De een leidt een medisch laboratorium, de ander is een alternatieve arts.’ Huppes kocht het middel bij een chemische groothandel. Huppes mocht daar grondstoffen kopen omdat hij eerder als onderzoeker in een biotechnologisch laboratorium werkte.
Belangrijker is dat hij nog leeft. Waar met reguliere bestraling en chemotherapie de dood volgens hem misschien enkele maanden zou zijn tegengehouden, is hij inmiddels ruim een jaar na de diagnose kanker nog steeds in leven en weer aan het werk.

Zijn ziekte bleek, ironisch genoeg, een voorbeeld te zijn van wat er mis is in de reguliere zorg – waarover hij voor hij kanker bleek te hebben een boek aan het schrijven was. We zijn de klos verscheen in april. In het boek stelt Huppes dat in het huidige zorgstelsel de ontwikkeling van nieuwe behandelingen niet goed mogelijk is omdat het stelsel te bureaucratisch is en verstrikt in een ‘doolhof van regels’.

Volgens Huppes, kennismedewerker bij het College voor Zorgverzekeringen, is het gevolg dat de zorg geen innovatieve sector is en dat dus iedereen een standaardbehandeling krijgt. Die is voor zo’n 85 procent van de zieken niet optimaal. Sterker nog: ‘Artsen werken volgens richtlijnen en schrijven patiënten behandelingen voor die zij vaak niet op zichzelf zouden toepassen.’ Bij mannen met uitgezaaide prostaatkanker wordt het bekken bestraald, ook als hun levensverwachting nihil is. ‘De patiënten hebben daardoor 13 procent minder kans op pijn in het bekken maar moeten er wel vaak voor naar het ziekenhuis en ervaren vervelende bijwerkingen, zoals pijn en bloed bij de ontlasting en tijdens het plassen. Bovendien staat de uitkomst vast: mensen gaan hoe dan ook dood.’

Huppes stelt voor om ook alternatieve methoden te testen in de kennisbanken. ‘Als mensen positieve effecten melden van behandelingen, kunnen deze wat mij betreft worden toegepast. Volgens mij kan dit eenvoudig omdat de door mij voorgestelde kennisbanken gaan monitoren en rapporteren wat het effect, de veiligheid en het nut is van de zorg.’

Huppes schijft ook voor het Financieel Dagblad

Recente artikelen