Medicatieveiligheid laat veel te wensen over

Array

Medicatieveiligheid staat al enkele jaren hoog op de prioriteitenagenda van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Met optimale medicatieveiligheid zijn immers ongeveer 16.000 acute ziekenhuisopnames per jaar te vermijden. Om de medicatieveiligheid te verhogen nam de inspectie enkele jaren geleden onder meer het initiatief tot de conceptrichtlijn ‘Overdracht van medicatiegegevens’. Het is echter slecht gesteld met de medicatieveiligheid in de langdurige zorg. Dat blijkt uit het rapport medicatieveiligheid van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in verpleeghuizen, verzorgingshuizen, instellingen voor gehandicaptenzorg en de thuiszorg. In het onderzoek van IGZ naar de medicatieveiligheid voor kwetsbare groepen in de langdurige zorg en zorg thuis combineert de inspectie de aandacht voor patiënt- veiligheid met aandacht voor kwetsbare groepen.

De medicatieveiligheid in de langdurige zorg en zorg thuis verschilde tussen de beoordeelde instellingen fors en was in een groot aantal gevallen niet goed gewaarborgd. Omdat ouderen en gehandicapten steeds meer in kleinschalige voorzieningen in de wijk wonen, is voor medicatieveiligheid de samenwerking van zorginstellingen met plaatselijke huisartsen en apothekers steeds belangrijker geworden. Alle betrokken partijen moeten zich daarom inzetten om die samenwerking rond de farmaceutische zorg goed vorm te geven.
Medicatieveiligheid staat of valt met de juiste gegevens over de cliënt en de medicatie die hij gebruikt, dus met een compleet en actueel medicatieoverzicht. Zorginstellingen, huisartsen en apothekers moeten er daarom zorg voor dragen dat de medicatieoverdracht goed geregeld is en dat actuele en complete medicatie- gegevens vastliggen in een door de apotheker opgesteld medicatieoverzicht.
Als vervolgens de apothekers medicatiedeellijsten volgens een uniforme lay-out produceren en de medicatie zoveel mogelijk in individuele doseerverpakking afleveren, dan kan de verpleging/verzorging op verantwoorde wijze de medicatie uitzetten (waar dit nog nodig is) en toedienen.
Een jaarlijkse medicatiebeoordeling, voldoende deskundigheid en scholing en een, in een kwaliteitssysteem geborgd, medicatiebeleid vormen daarna de aanvullende voorwaarden voor medicatieveiligheid.

De directe aanleiding voor het thematisch toezicht op de medicatieveiligheid in de langdurige zorg en zorg thuis vormde de studie Hospital Admissions Related to Medication (HARM) uit 2006. In deze studie staat dat er in Nederland per jaar 16.000, mogelijk vermijdbare, acute ziekenhuisopnames zijn die te maken hadden met geneesmiddelen. Een groot deel van de in deze studie beschreven risicofactoren voor de ziekenhuisopnames treffen we aan bij ouderen en gehandicapten die zorg krijgen in een instelling of thuis. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft zich daarom met het thematisch toezicht medicatieveiligheid een actueel beeld willen vormen van de belangrijkste risico’s rond farmaceutische zorg in instellingen voor langdurige zorg en zorg thuis. Door de rapportage over dit toezicht en de bijbehorende handhaving wil de inspectie ook bewerkstelligen dat het aantal medicatiefouten binnen de zorg vermindert waardoor voor kwetsbare groepen in de langdurige zorg en zorg thuis de veiligheid verbetert.
In de periode van mei 2009 tot maart 2010 heeft de inspectie in totaal 208 instellingen voor langdurige zorg en zorg thuis bezocht (46 verpleeghuizen, 47 verzorgingshuizen, 66 instellingen/locaties voor gehandicaptenzorg en 49 instellingen voor thuiszorg). De inspectie toetste per instelling 11 of 12 onder- werpen rond medicatieveiligheid. In dit rapport geeft de inspectie de resultaten daarvan weer. Deze resultaten zijn niet automatisch van toepassing op alle instellingen voor langdurige zorg en zorg thuis.
De centrale vraagstelling – in welke mate de bezochte care-instellingen voldoen aan wet- en regelgeving en veldnormen op het gebied van de farmaceutische zorg – levert per sector en per onderwerp een verschillend antwoord op. De onvolledige naleving leidt tot vermijdbare risico’s op meer of minder ernstige patiëntschade.
De medicatieveiligheid was in de bezochte verpleeghuizen (n=46) op de meeste onderwerpen redelijk gewaarborgd. Toch was in ruim driekwart van de bezochte verpleeghuizen verbetering van de farmaceutische zorg op één of meer punten noodzakelijk. Dit was vooral op het terrein van:
    Een actueel medicatieoverzicht per cliënt.     Opslag en toegankelijkheid van geneesmiddelen.     Uitvoeren van medicatiebeoordeling per cliënt.     Proces en controle bij uitzetten en toedienen van geneesmiddelen.     Instellen van een geneesmiddelencommissie die het geneesmiddelenbeleid
bepaalt en onderhoudt. Technologische ontwikkelingen rond voorschrijven en verstrekken van medicatie moeten beter benut worden in het belang van veiligheid. Actualisatie van de veldnorm voor verpleeghuizen uit 1998 zal zeker ook bijdragen aan snelle verhoging van de medicatieveiligheid.
De medicatieveiligheid was ook in de bezochte verzorgingshuizen (n=47) op de meeste onderwerpen redelijk op orde. In bijna alle verzorgingshuizen was ver- betering in de farmaceutische zorg noodzakelijk op één of meer punten zoals die ook genoemd zijn bij de verpleeghuizen met toevoeging van het onderwerp:
    (Bij)scholing over geneesmiddelen. Bij de verzorgingshuizen kunnen apothekers een belangrijke bijdrage leveren aan de verhoging van kwaliteit en veiligheid van de farmaceutische zorg. Actualisatie van de veldnorm voor verzorgingshuizen uit 2004 raadt de inspectie aan.
Pagina 9 van 100
Pagina 10 van 100
Inspectie voor de Gezondheidszorg
In bijna alle bezochte instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking (n=66) trof de inspectie een groot aantal hoge risico’s rond de farmaceutische zorg aan. Vooral de volgende punten maken snelle verbetering noodzakelijk:     Een actueel medicatieoverzicht per cliënt.
    Afhandeling van medicatiebewakingsignalen.     Jaarlijkse medicatiebeoordeling.     Opslag en toegankelijkheid van geneesmiddelen.     Kennis bij medewerkers over uitzetten en toedienen van geneesmiddelen.     Bevoegdheid en bekwaamheid voor voorbehouden en risicovolle handelingen.     Instellen van een geneesmiddelencommissie.     Betrokkenheid van (huis)arts en apotheker. Hoewel de ‘Handreiking medicatiebeleid gehandicaptenzorg’ uit 2006 zeker heeft bijgedragen aan verhoging van de medicatieveiligheid moesten bijna alle door de inspectie bezochte instellingen/locaties maatregelen nemen om de medicatie- veiligheid te vergroten. Goede samenwerking met huisartsen en apothekers, met gebruikmaking van de ICT-mogelijkheden van de apothekers, kan een grotere medicatieveiligheid sneller binnen bereik brengen.
De medicatieveiligheid was bij de bezochte thuiszorginstellingen (n=49) slecht gewaarborgd. Bij bijna alle instellingen constateerde de inspectie op 4 of meer onderwerpen hoog risico. Bij een derde van de instellingen op één of meer onder- werpen ook nog zeer hoge risico’s.
Een selectie uit de belangrijkste verbeterpunten:     Een actueel en compleet medicatieoverzicht vanuit de apotheek.     Toedienen aftekenen op een medicatiedeellijst vanuit de apotheek.     Controle bij zelf klaarmaken van medicatie.     Beschrijven van de procedure farmaceutische zorg.     (Bij)scholing over geneesmiddelen.     Samenwerking met artsen en apothekers verbeteren en formaliseren. Voor de thuiszorg als sector zijn nog nauwelijks handreikingen of veldnormen beschikbaar. De sector moet met spoed beschrijven waaraan verantwoorde hulp bij medicatie in de thuissituatie moet voldoen. Ook hier is goede samenwerking met huisartsen en apothekers noodzakelijk om de gewenste vergroting van de veiligheid snel te bereiken.
De inspectie volgt alle bezochte instellingen met hoge of zeer hoge risico’s volgens een vooraf vastgesteld handhavingsplan dat gebaseerd is op het IGZ-handhavings- kader.
De inspectie trekt als belangrijkste conclusie dat de medicatieveiligheid in
instellingen voor langdurige zorg en zorg thuis fors kan verbeteren als:     Zorginstellingen de vele goede veldnormen die beroeps- en brancheorganisaties
opstellen naleven en in hun kwaliteits- en veiligheidsysteem borgen.     Duidelijke veldnormen beschikbaar komen over het benodigde deskundigheids-
niveau en over periodieke (bij)scholing voor het verantwoord kunnen uitzetten
en toedienen van geneesmiddelen.     Zorginstellingen met huisartsen en apothekers schriftelijke afspraken maken
over samenwerking rond farmaceutische zorg voor de cliënt.
De gevolgen van onvoldoende waarborgen van medicatieveiligheid worden vaak pas geconstateerd in het ziekenhuis, bijvoorbeeld na acute opname, zoals blijkt uit de studie Hospital Admissions Related to Medication uit 2006. In diezelfde studie staat ook dat het terugdringen van het aantal ziekenhuisopnames door fouten met geneesmiddelen kan bijdragen aan een forse kostenreductie. In deze tijd van bezuinigingen is deze constatering niet te negeren.
De inspectie adviseert daarom de bewindslieden en de zorgverzekeraars om zorg te dragen voor een adequate financiering van veiliger maar vaak duurdere procedures rond geneesmiddelen voor de langdurige zorg en zorg thuis. Investeren in vergroting van de medicatieveiligheid in deze zorgsectoren leidt niet alleen tot vermindering van schade en menselijk leed, maar ook tot het terugdringen van kosten in de gezondheidszorg.

De Inspectie gaat verscherpt toezicht houden

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen