Financiële innovatie moet om drie redenen, maar wees wel duidelijk
ArrayNederland heeft de afgelopen decennia uitstekend gescoord op het terrein van inhoudelijke zorginnovatie. De diabeteszorg bijvoorbeeld, die is thans compleet anders dan die uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. Taakherschikking, substitutie en zelfmanagement deden uitgebreid hun intrede. Ook in sectoren als thuiszorg en ouderenzorg, verslavingszorg en de revalidatie kwamen geweldige procesinnovaties tot stand. Ik denk hierbij aan transmurale zorgpaden, transferbureaus, case managers, netwerkorganisaties en e-health.
Gelet op deze grote successen in het verleden, is het een terechte vraag, of in deze jaren financiele innovaties zo wenselijk zijn. Hierbij is te denken aan het voortzetten van experimenten met keten-DBC’s, betaalbaarstelling van individuele zorgplannen, koptarieven, het financieel belonen van gezond gedrag van patienten, shared saving en populatiegebonden bekostiging. De vraag kwam op maandag 7 mei aan de orde tijdens een gesprek van ondergetekende met zes medewerkers van een landelijke beleidsinstantie. Ik somde drie redenen op om de vraag met ja te beantwoorden: 1. De inhoudelijke innovatie heeft haar grenzen bereikt. Verder substitueren en taakherschikking kan alleen met parallelle financiele innovatie. Kostenbeheersing is hierbij niet de eerste doelstelling. 2. De patientenzorg kent geen financiele groei meer. Meer zorg is alleen nog maar mogelijk indien tussen ziekenhuizen en tussen ziekenhuizen en eerstelijn budgetten worden verschoven. Dit kan alleen met behulp van financiele innovaties. Hier treedt de kostenbeheersing op de voorgrond en de verbetering van de kwaliteit van zorg 3. In Duitsland, Engeland, Zweden en de USA vinden boeiende experimenten plaats met financiele innovatie.
Nederland kan niet achterblijven. We moeten de wetenschappelijke vooruitgang benutten. Per project kunnen deze drie argumenten in verschillende mate spelen. Het moet duidelijk zijn voorafgaande aan een financieel experiment, wat de belangrijkste reden is. Anders is ook binnen een financieel experiment sprake van een beleidsarme bekostiging, terwijl de beleidsvolle bekosting zo dringend gewenst is. In de Julius Masterclass Kwaliteit en Financien van zorg die in september van start gaat komt de relatie bekostiging, volumen en kwaliteit van zorg uitvoerig aan de orde. Klik hier voor meer info.
Guus Schrijvers