Verzorgenden in verzet (2)

Array

“De kruik gaat zo lang te water tot ze barst.” Zo begon ik het eerste artikel over het groeiende verzet van verzorgenden in de ouderenzorg. Verzet tegen zorgbazen die steeds bedrijfsmatiger gaan werken: flexibele teams, kleinere contracten, kortere diensten, meer uitzendkrachten. Met als gevolg dat zorg een product wordt, dat de werkdruk oploopt en bewoners steeds minder vaste gezichten zien.

En vandaag is de kruik gebarsten! Medewerkers van verzorgingshuis de Klinker in Amsterdam hebben enige tijd hun instelling bezet. De deur is op slot gegaan en de managers kwamen er even niet in. Het is niet geheel toevallig dat het een huis van Osira Amstelring betreft. Is dat niet de club die de SP na de presentatie van het rapport “Stopwatchzorg in een organisatie met een waterhoofd” van fabeltjes, stemmingmakerij, effectbejag en welbewuste beschadiging beschuldigde? Om vervolgens met alle locaties (zelden vertoond) onder verscherpt toezicht van de Inspectie te worden gesteld.

Is dat niet de club waar de bestuursvoorzitter in een brief aan het Ministerie van VWS zo ongeveer iedereen de maat nam? De politieke partijen die “eenvoudige oplossingen eisten voor complexe problemen”. De clienten die “weinig begrip hadden voor de afgemeten zorg die in de zorgzwaartefinanciering wordt toegekend”. Om het daarna nog eens dunnetjes over te doen in een blog met de titel “Hoe ga je professioneel om met onredelijk gedrag?” doelend op het gedrag van familieleden die in zijn optiek uit emotie alle redelijkheid uit het oog hadden verloren.

Maar eerlijk is eerlijk, het had net zo goed een huis kunnen zijn van Cordaan of Amsta of welke grote zorgaanbieder in de Randstad ook. Tijdens het rondetafelgesprek met de vaste commissie VWS van de 2e kamer in april 2011 heb ik de stelling betrokken dat in elk verpleeghuis in Nederland de kwaliteit van de zorg op elk willekeurig moment door de bodem kan zakken, de verpleeghuizen in de Randstad voorop.

Dagelijks geven tienduizenden mensen met hart en ziel zorg aan oudere medemensen. Zelfs in een slecht presterend verpleeghuis kom je nog zorgverleners tegen die op menslievende wijze zorg geven en het niet over hun hart kunnen krijgen om hun bewoners in de steek te laten. Ze vinden dat ze een prachtig vak hebben waarin de ontmoeting met de mensen waar ze voor zorgen centraal staat. Als verzorgende kan je in verpleeg- en verzorgingshuizen tientallen keren per dag het verschil maken: een belangstellende vraag, een liefdevolle blik, een troostende arm.

Ze hebben niet alleen schoon genoeg van het bedrijfsmatig werken, maar ook van de voortdurende veranderingen (fusies, reorganisaties e.d.) en de groeiende hoeveelheid administratief werk. Ze zijn het zat om door gebrek aan voldoende bekwaam personeel steeds opnieuw onmogelijke keuzes te moeten maken, om te moeten schipperen zoals ze dat zelf zeggen. Ze willen rust aan het front, bestaanszekerheid en meer vaste, beter geschoolde collega’s. Ze willen alle tijd die beschikbaar is besteden aan het geven van zorg op de manier die hen voor ogen staat om na een dag werken met een goed en tevreden gevoel naar huis te kunnen gaan. En ze willen erkenning en waardering.

De problemen waar de medewerkers tegenop lopen, kan je voor een groot deel op het conto schrijven van de bestuurders van de zorginstellingen, de zorgbazen. Die zullen zeggen dat de rijksoverheid ontoereikende budgetten ter beschikking stelt en hen voortdurend voorhoudt om met elkaar te concurreren en efficienter te werken.

Maar dat is geen excuus om het geld dat wel beschikbaar is te verkwanselen aan fusies, reorganisaties, interim-managers, aanbestedingen, commercials, de vorstelijke eigen honorering incl. auto etc. En het is evenmin een excuus om verpleeg- en verzorgingshuizen volgens het principe van de lopende band te organiseren door zorg in stukjes te knippen en terug te brengen tot losse handelingen, waardoor het mogelijk wordt om voor het “eenvoudige werk” goedkopere, lager geschoolde medewerkers aan te trekken met een klein contract en een flexibel dienstverband.

Veel medewerkers in de ouderenzorg gaan iedere dag met een rotgevoel naar huis, omdat ze niet de zorg kunnen bieden die hun clienten nodig hebben. Terwijl ze ooit het beroep gekozen hebben om werkelijk iets voor andere mensen te kunnen betekenen. Gelukkig is het niet in alle instellingen zo. Er zijn ook zorgaanbieders waar medewerkers en bewoners heel tevreden zijn. Dat bewijst dat het echt wel anders kan.

Laten we beginnen om het zo te regelen dat geld voor zorg aan bewoners net als vroeger rechtstreeks toegekend wordt aan de individuele huizen in plaats van aan de zorginstellingen. Huizen zouden daarvan een bescheiden percentage (sectornorm) moeten afdragen aan het bestuur voor overheadkosten. Daarmee zal het bestuur het moeten doen. Geld voor zorg moet vooral aan zorg worden besteed.

Het bestuur van Osira kan daar morgen alvast zelf een begin mee maken. Doe het zou ik zeggen.
Als je het niet voor elkaar krijgt om medewerkers en bewoners/naasten werkelijk tevreden te stellen, dan zullen zij op een dag het heft in eigen handen nemen en links om of rechts om opsplitsing afdwingen. Komt de Willem Dreesstichting gewoon terug.

Recente artikelen