Een hond of kat als medicijn
Er zijn mensen die beweren dat het hebben van een hond of kat, het zwemmen met dolfijnen of het knuffelen met een boa constrictor je gezonder maken[1]. Als ook het gerespecteerde Center of Disease Control stelt dat huisdieren de bloeddruk en het cholesterol verlagen [2], is dat goed nieuws voor de medicinale status van de 2,1 miljoen honden en de 3,6 miljoen katten in Nederland.
Algemeen wordt aangenomen dat met name de fysieke en sociale interacties met huisdieren bijdragen aan een betere gezondheid en meer geluk. Aan de interactie met dieren worden in de media bijzondere kwaliteiten toegekend: zwemmen met dolfijnen of knuffelen met een boa constrictor[4] verhogen het psychologische welbevinden, terwijl het houden van honden en katten je resistenter maakt tegen allerlei infecties en het immuunsysteem verbetert [5]. Volgens een wetenschappelijk onderzoek helpen huisdieren de bloeddruk te verlagen tijdens stressvolle gebeurtenissen [6].
Solide
Het is dus niet zo vreemd dat met zulke bewijzen in de hand de media enthousiast de mening verkondigen dat huisdieren gezond zijn voor lichaam en geest [7]. Hoe solide zijn die wetenschappelijke bevindingen?
Evidence baced post-infarct hondje
Onderzoek van Erika Friedmann uit 1980 kreeg veel media-aandacht. Zij onderzocht of het hebben van een huisdier invloed had op de overleving na een hartinfarct of angina pectoris bij 92 patiënten[8]. Van de onderzoeksgroep hadden 39 patiënten geen huisdier, daarvan overleden er 11 binnen een jaar (28% sterfte). Van de 53 met huisdieren overleden er 3 (6% sterfte). Ik heb niet veel vertrouwen in mijn eigen statistische kwaliteiten, maar dit verschil is te mooi om waar te zijn. Zo’n groot verschil is klinisch zo relevant dat een cardioloog niet alleen cholesterolverlagers en bloedplaatjesremmers moet voorschrijven, maar ook een recept voor een evidence baced post-infarct hondje.
Onvoldoende bewijs
Hoewel Friedmann beweerde te corrigeren voor mogelijke confounders zoals de fysieke conditie van de patiënten, is eveneens de conclusie te rechtvaardigen dat als je te ziek bent om voor een huisdier te zorgen (en die dus niet meer hebt), je eerder dood gaat. Meer dan dertig jaar later verscheen er nog een onderzoek van haar hand over dit onderwerp[9]. Wederom hadden eigenaren van huisdieren een betere overleving na een hartinfarct. Maar in een vergelijkbaar onderzoek van post-infarct patiënten door Parker konden deze bevindingen niet worden bevestigd[10] en dat geeft weer te denken. Ook het gunstige effect van huisdieren op de bloeddruk kon in een andere studie-opzet niet worden gereproduceerd[11]. Of huisdieren de cardiovasculaire conditie van hun eigenaren verbeteren is gebaseerd op onvoldoende bewijs.
Zwangeren
Zwangere vrouwen met honden bleken actiever te zijn dan zwangeren zonder hond, maar veel effect op het lichaamsgewicht was er niet[12]. Zwangere vrouwen met vogels als huisdier, waren iets zwaarder, het lijkt er dus op dat het verzorgen van een vogel op een stok niet veel bijdraagt aan een gezonder lichaamsgewicht van zwangeren.
Astma
Naast vervelende incidenten met honden en katten (bijten en krabben) is er veel aandacht uitgegaan naar het ontstaan van astma door de vachten en de huidschilfers van dieren. Aanvankelijk leek het erop dat jonge kinderen met huisdieren vaker astma kregen, maar dat blijkt uit recenter onderzoek niet zo te zijn[13]. Er zijn eerder aanwijzingen dat huisdieren juist beschermend werken tegen allergieën[14]. Kinderen kunnen allergisch worden door het contact met huisdieren, maar er zijn meer aanwijzingen dat kinderen met huisdieren juist een minder grote kans op een allergie hebben.
Infecties
Hoe zit het met infecties? Huisdieren dragen bacteriën en parasieten (wormen) in hun darm en op hun vacht (zoals teken en vlooien) en die kunnen op de mens overstappen. Zo is er aangetoond dat zwangeren vaker een met de darmbacterie E. Coli verontreinigde vagina hadden en ook meer urineweginfecties kregen[15]. Met name immuun gecompromitteerde patiënten en kinderen zijn kwetsbaar voor zoönosen[16], maar met de juiste hygiënische maatregelen en richtlijnen blijkt dat mee te vallen en volgens de onderzoekers hoeven dan de kat of hond het gezin niet te verlaten[17]. In een recente Finse cohortstudie van 397 baby’s werd een associatie gevonden tussen het hebben van een hond en minder juist minder luchtweg- en oorinfecties[18]. Op basis van de huidige gegevens is er geen conclusie te trekken of huisdieren een invloed hebben op het aantal infecties of het immuunsysteem van de overige gezinsleden.
Fracturen
Een recenter onderzoek uit Australië beweert dat ouderen vaker vallen over hun hond en een heup breken[19]. Een bevinding die ik herken uit onze eigen osteoporose-polikliniek, want naast fietsen, keukentrapjes en gladheid zijn loopse honden gevaarlijke bottenbrekers.
Eenzaam
Het huisdier is een katalysator voor sociale contacten. Hoewel er relatief weinig bewijzen voor worden geleverd, is ook dit uit eigen waarneming eenvoudig te bevestigen. Loop maar eens ‘s avonds met je hondje over straat en je hebt zo een gesprek met een andere hondeneigena(a)r(es), daar kan internetdating het niet van winnen. Echter, in een groot Australisch onderzoek werd juist het tegenovergesteld gevonden bij oudere mensen met huisdieren: zij vertoonden meer isolement en depressies[20].
Pet Effect
Het psychosociale aspect van huisdieren is indrukwekkend, in de literatuur noemt men dat het Pet Effect [20]. Wanneer ik met een onwetenschappelijke stofkam door de geraadpleegde wetenschappelijke gegevens ga, dan lijkt het erop dat er meer positieve of neutrale bevindingen worden gerapporteerd dan negatieve resultaten over het welzijn van de eigenaren van huisdieren [22]. Het Pet effect zal ongetwijfeld bijdragen aan een publication bias. Echter, het ontbreken van een systemische review maakt het onmogelijk om huisdieren aan te bevelen om hun gezondheid bevorderende effecten [23].
Wetenschappelijk
Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen huisdieren en verzorg met veel plezier zes honden, een kat en zeven kippen. Onze dieren worden mateloos verwend en onze kippen verschaffen ons naast eitjes ook veel plezier. Dat het Pet Effect ook op mij van toepassing is, weet ik maar al te goed. Want ondanks het gebrek van dat wetenschappelijke bewijs, voel ik me gezonder en gelukkiger door dat gelukzalig gespin, de verse eitjes of die zes natte neuzen.
Referenties
-
J. Serpell., Beneficial effects of pet ownership on some aspects of human health and behaviour, J R Soc Med. 1991 December; 84(12): 717–720.
-
Health Benefits of Pets, National Center for Infectious Diseases
Dr. Frank van Berkum
Deze column werd eerder geplaatst op artsennet