Patiënten met lage rugpijn gebaat bij vertrouwen in herstel
ArrayEen patiënt met acute lage rugpijn die weinig hoopvol is over zijn herstel heeft tweemaal zoveel kans dat zijn klachten chronisch worden dan een patiënt die zulke negatieve verwachtingen niet heeft. Dit is een van de bevindingen van Hank Hallegraeff, die onderzoeker, fysiotherapeutisch behandelaar en docent is bij de ‘Stichting Opleiding Musculoskeletale Therapie’ (SOMT) in Amersfoort.
Hallegraeff constateert een spanningsveld tussen enerzijds de hulpvraag van de patiënt bij acute lage rugpijn, en anderzijds de richtlijn die een afwachtend beleid adviseert. Hij onderzocht verwachtingen over herstel en de pijnbeleving van patiënten omdat dit belangrijke factoren zijn om te kunnen inschatten welke patiënten meer kans hebben dat de lage rugpijn chronisch wordt. De pijnbeleving geeft richting aan de manier waarop de patiënt met klachten omgaat (copingstijl). Een passieve of inadequate copingstijl is een risicofactor voor het ontstaan van chronische lage rugpijn. Hallegraeff stelde vast dat de IPQ-B vragenlijst een betrouwbaar instrument is om de pijnbeleving te meten bij patiënten met acute lage rugpijn.
Ook voerde Hallegraeff een studie uit om behandeleffecten van lage rugpijn te vergelijken. Hij vergeleek het effect van manuele therapie in het acute stadium (minder dan 16 dagen last en met weinig uitstraling) met de standaard fysiotherapeutische zorg volgens de richtlijn. Manuele therapie geeft een sterkere afname in beperking van activiteiten dan fysiotherapeutische behandeling.
Hank Hallegraeff (Haarlem, 1955) is opgeleid tot fysiotherapeut, manueel therapeut en klinisch epidemioloog. Hij verrichtte zijn onderzoek bij het Lectoraat Transparante Zorgverlening Hanzehogeschool Groningen in samenwerking met Onderzoeksinstituut SHARE van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Hij is werkzaam als onderzoeker, behandelaar en is tevens docent bij ‘Stichting Opleiding Musculoskeletale Therapie’ (SOMT) in Amersfoort.
Bron: RuG