Bewegen bij kinderen: alle beetjes helpen
ArrayBij te zware kinderen leidt dagelijks 6,5 minuut extra matig tot intensief bewegen al tot een BMI-daling ten opzichte van leeftijdsgenoten. Dat schrijven Teun Remmers (Maastricht University) en collega’s in Medicine & Science in Sports & Exercise (2013; epub 10 juli).
Zij onderzochten de relatie tussen fysieke activiteit en BMI bij 470 Nederlandse kinderen van 4-9 jaar, een belangrijke fase in de ontwikkeling van overgewicht – de ‘adiposity rebound’. De kinderen waren afkomstig uit de KOALA-studie, die ruim 2500 gezinnen met een kind volgt.
Op hun 5e en 7e droegen de kinderen 1 week lang overdag een accelerometer die hun bewegingen registreerde. Zwemmen en fietsen hielden de ouders zelf bij. De uitslagen werden per 15 seconden in rust, lichte, matige of intensieve activiteit onderverdeeld. Op 5-, 7- en 9-jarige leeftijd werden de kinderen gemeten en gewogen. Kinderen met een BMI onder het 25e of boven het 75e percentiel kregen respectievelijk het label ‘magerder’ of ‘zwaarder’. 63 jongens (22,3%) en 81 meisjes (27,7%) waren ‘zwaarder’, 74 jongens (26,1%) en 71 meisjes (24,3%) waren ‘magerder’. De auteurs drukten veranderingen in BMI uit in aantal standaarddeviaties ten opzichte van het gemiddelde BMI van leeftijdsgenoten van hetzelfde geslacht – ‘BMI-z-scores’.
Een toename van lichte activiteit van 5% was alleen bij zwaardere jongens geassocieerd met een BMI-daling. Een 5%-toename van matig tot intensieve beweging was onder zware jongens én meisjes gerelateerd aan een BMI-afname: 0,16 standaarddeviaties ten opzichte van leeftijdsgenoten.
Een dagelijkse bewegingstoename van 5% kwam overeen met 32,5 minuten, wat voor sommige kinderen en hun ouders moeilijk haalbaar kan zijn. Een 1%-toename – 6,5 minuten – was gerelateerd aan een daling van 0,03 BMI-z-scores en is wellicht beter te overzien. ‘Wanneer kinderen dat hun hele jeugd volhouden, kan zo’n daling relevant zijn voor de primaire preventie van obesitas’, aldus de auteurs.
Bron: NTvG/Renske Theus