
Verbetering cognitie van Parkinsonpatiënten met elektrische stroompjes
ArrayBehandeling met kleine elektrische stroompjes aan het buitenkant van de schedel kunnen Parkinsonpatiënten helpen bij het verbeteren van uitvoerende functies, zoals het plannen van een activiteit. Maar hoe deze hersenstimulatie precies werkt, wat de exacte gevolgen zijn en hoe deze het beste kan worden gegeven, is nog niet duidelijk. Met een subsidie van de Parkinson Vereniging kunnen hersenonderzoekers van VUmc dit nu bestuderen.
Veel mensen die lijden aan de ziekte van Parkinson hebben last van cognitieve beperkingen, en dan met name de zogeheten executieve functies. Hiertoe behoren bijvoorbeeld het plannen van acties, het behouden van overzicht in verschillende situaties en de flexibiliteit om tussen verschillende taken te wisselen.
Een mogelijke manier om deze klachten in de toekomst aan te pakken is ’transcranial direct current stimulation’ (tDCS), waarbij kleine elektrische stroompjes aan het buitenkant van de schedel worden gegeven. Deze methode lijkt in het algemeen een positief effect te hebben op cognitieve beperkingen en is goed te verdragen voor patiënten. Echter, het is nog niet helemaal duidelijk hoe deze hersenstimulatie het best gegeven kan worden, of tDCS ook vooral de executieve functies verbetert, en hoe de communicatie tussen verschillende hersengebieden verandert door deze behandeling.
Neuropsychologen dr. Martin Klein (afdeling medische psychologie) en dr. Linda Douw (afdeling anatomie & neurowetenschappen) hebben in samenwerking met de afdelingen revalidatiegeneeskunde, klinische neurofysiologie en neurologie een subsidie van de Parkinson Vereniging ontvangen om dit te onderzoeken.
Vanaf 1 december zullen zij een groep Parkinsonpatiënten gedurende een week behandelen met ofwel placebo-stimulatie, ofwel een van twee methodes om tDCS te doen. Voor en na de behandeling vindt uitgebreid onderzoek van de executieve functies plaats door middel van een aantal neuropsychologische testen, om zo te kunnen vaststellen of deze behandeling inderdaad werkt. Daarnaast wordt magnetoencephalografie (MEG) gedaan op een aantal momenten, om te bekijken of bepaalde functionele verbindingen in de hersenen veranderen door de stimulatie. De gedachte is dat tDCS gerelateerd is aan een grotere toename in deze verbindingssterkte na een succesvolle behandeling. Daarnaast kan met MEG mogelijk voorspeld worden of patiënten baat gaan hebben bij de behandeling. Door het vergroten van de kennis over de werking van tDCS en het opdoen van ervaring met deze behandeling verwachten de onderzoekers na deze studie beter in staat te zijn om bij Parkinsonpatiënten de cognitieve beperkingen gericht te verbeteren.
Bron: VUmc