Neem je mantelzorger mee naar het keukentafelgesprek

Array

Hoe kan je de keukentafelgesprekken verbeteren tussen sociale wijkteams en cliënten die een beroep willen doen op voorzieningen via de WMO, de Jeugdwet of Participatiewet? Deze vraag stond centraal tijdens een workshop die ik, Guus Schrijvers,  gegeven heb op een congres over meer democratie in de zorg op 29 oktober.

Sociale wijkteams
In vrijwel alle grote gemeenten functioneren thans sociale wijkteams. In kleine gemeenten heten die dorpsteams of gebiedsteams. Deze teams (met zo’n tien leden) werken voor de uitvoering van regelingen voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Jeugdwet (voor jeugdzorg) en de Participatiewet (voor werk en inkomen) en soms ook voor regelingen van het speciaal onderwijs.

Voorzieningen
Deze teams houden keukentafelgesprekken met burgers die gebruik willen maken van voorzieningen betaald uit een van deze vier regelingen. Over mogelijkheden om deze gesprekken te verbeteren hield ondergetekende op 29 oktober een workshop in Heerenveen. Ik gaf die tijdens het congres “Meer Democratie in de Zorg” dat Zorgbelang Fryslan organiseerde. Van die organisatie ben ik tot 1 december directeur ad interim.

Mantelzorger noodzakelijk
Workshopdeelnemers (bestuursleden van patiëntenorganisaties, wijkteamleden en zorgaanbieders) konden stemmen over negen stellingen. Op de stelling: het wijkteam moet de cliënt verzoeken om de mantelzorger bij het gesprek uit te nodigen reageerden de workshopdeelnemers zeer enthousiast. Zij formuleerden tot mijn verrassing de stelling zelfs stelliger: het gesprek kan alleen doorgaan als de mantelzorger erbij is. En als er geen mantelzorger beschikbaar is, moet als vervanger een onafhankelijke cliëntondersteuner aan de keukentafel aanzitten.

Bescheiden
De workshopdeelnemers hadden als argument dat vele oudere cliënten van de WMO niet de hulp vragen die zij eigenlijk nodig hebben. Zij zijn te trots of te bescheiden. Of ze ontkennen hun beperkingen. Een liefdevolle mantelzorger kan in het gesprek dan voor hen opkomen. Verder blijken veel cliënten zenuwachtig en angstig voor het gesprek. Want er hangt veel van af. Dan is een stevige mantelzorger goud waard.

Luchtige sfeer
Sommige workshopdeelnemers maakten bezwaar tegen de term keukentafelgesprek. Die suggereert een luchtig gesprek: “even een bakkie koffie doen”. Zelf ben ik het daarmee niet eens. Het is mogelijk een serieus gesprek te voeren en toch een open en luchtige sfeer te houden, met name door humor te gebruiken. Zo had ik de afgelopen dagen een gesprek met iemand met kanker in een vergevorderd stadium. Het klinkt paradoxaal en misschien was het wel een beetje galgenhumor. Toch hadden wij plezier.

De workshop ondersteunde ik met een PowerPoint presentatie waarin tien tips zijn opgenomen voor het houden van een keukentafelgesprek. Deze kan je hier bekijken. De foto bij dit bericht is gemaakt tijdens een workshop enige weken geleden.

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen