Medische experts: Pilot met MRI mogelijk opmaat naar bevolkingsonderzoek prostaatkanker

Nieuw onderzoek van radioloog prof. dr. Jelle Barentsz van het Radboudumc in Nijmegen kan de opmaat zijn naar een landelijk bevolkingsonderzoek naar prostaatkanker, zoals de EU graag wil.

In Nederland krijgen elk jaar 10.000 mannen prostaatkanker. Van hen sterven er 3000 aan de ziekte. Jaarlijks meldden 40.000 mannen zich met een verhoogde PSA-waarde in hun bloed bij het ziekenhuis. Door bij hen eerst een MRI te maken, in plaats van direct over te gaan tot prostaat weefselprikken kan de helft van die biopten en 16 procent aan onnodige behandelingen voorkomen worden. Bovendien kan zo jaarlijks 8 miljoen euro aan zorgkosten worden bespaard. Dat is in een eerdere 4M-studie onder leiding van Barentsz aangetoond.

Hoewel eerst een MRI-onderzoek in plaats van een weefselprik al sinds 2019 de richtlijn is bij onderzoek naar prostaatkanker, gebeurt dat toch niet altijd en overal zo bleek op het afscheidssymposium van prof. dr. Jelle Barentsz van het Radboudumc in Nijmegen. Dat ligt vaak aan onbekendheid met de richtlijn bij arts en patiënt, ouderwetse inkoopstromen bij ziekenhuizen of belangentegenstellingen tussen beroepsgroepen. Ook is de kwaliteit van zo’n MRI niet overal goed genoeg om de juiste diagnose te stellen en is er een tekort aan deskundige radiologen, MRI-scanners en laboranten. Oplossingen zijn onder andere het opzetten van een landelijk kwaliteitsnetwerk prostaat-MRI – zo nodig in gespecialiseerde behandelcentra – waar radiologen wel de juiste MRI-scans kunnen maken. Ook zou het Capaciteitsorgaan dat de benodigde jaarlijkse instroom in de opleidingen tot professionals in de zorg berekent moeten terugkomen op zijn conclusie dat er in de toekomst minder radiologen nodig zijn.

Tijdens het symposium deden Barentsz en een panel bestaande uit patiëntenorganisatie, radiologen, urologen, zorgbestuurders, industrie en voormalig minister Ab Klink van VWS, aanbevelingen om alle belemmeringen voor een betere diagnostiek van protstaatkanker via PSA en MRI weg te nemen. VWS en het Zorginstituut zouden het landelijke kwaliteitsnetwerk moeten inbedden in de regionale zorg en inzetten op meer instroom van personeel. Beroepsvereniging de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR) zou een landelijk kwaliteitsnetwerk prostaat-MRI op moeten zetten gebaseerd op door hen te ontwikkelen en te implementeren kwaliteits- en kwantiteitsnormen, als onderdeel van een kwaliteitsbeleid.

Barentsz had minister Ernst Kuipers van VWS voorafgaand aan het symposium al gevraagd of er niet een bevolkingsonderzoek prostaatkanker moet komen, gebaseerd op PSA-screenings gevolgd door een combinatie van diagnostische tools en MRI, vergelijkbaar met het al bestaande bevolkingsonderzoek darm-, borst- en baarmoederhalskanker. Dat is ook in lijn met de aanbeveling van de Europese Commissie die vindt dat Nederland in 2025 het bevolkingsonderzoek moet opvoeren en uitbreiden naar prostaat-, long- en maagkanker.

Kuipers geeft in aan dat er nog twijfels zijn of een bevolkingsonderzoek voldoende effectief is. Daar is aanvullend onderzoek voor nodig om de gezondheidswinst aan te tonen en dat is nu precies wat professor Barentsz met een multidisciplinair team na zijn emeritaat gaat doen. Kuipers staat daar positief tegenover. ,,Wie weet is dat een opmaat naar een bevolkingsonderzoek prostaatkanker. Ik wens je ontzettend veel succes. Ik zie absoluut de mogelijkheden”, zei de minister in een videoboodschap naar aanleiding van het afscheid van professor Barentsz.

Barentsz is daar blij mee. ,,De aandacht en steun van de minister is zondermeer terecht, want dankzij de technologische vernieuwing op het terrein van diagnostiek kunnen we prostaatkanker eerder ontdekken en de zorg nóg beter, sneller, efficiënter en doelgerichter maken en zinloze overdiagnostiek en daarmee zinloze en onnodige risicovolle behandelingen verder terugdringen en kosten besparen”, stelt hij.

_____________________________________

Tijdens het afscheidssymposium van prof. dr. Jelle Barentsz hee een panel bestaande uit urologen, radiologen, oncologen, de decaan van de Medische Faculteit van het Radboud, de directeur van een zelfstandig behandelcentrum (ZBC), fabrikanten van MRI-apparatuur, voormalig Minister VWS en bestuurder zorgverzekeraar Ab Klink en de Prostaatkankerschng zich gebogen over de knelpunten in de radiodiagnostische zorg. Dat het allemaal beter, sneller en in de toekomst zelfs ook goedkoper kan en moet, daar is iedereen het wel over eens. Toch is een oplossing voor een deel van de problematiek al jaren bekend, maar wordt de toepassing ervan belemmerd onder andere door tegengestelde belangen van de verschillende stakeholders.

Zo voorkomt een verschuiving van therapie naar (precisie)diagnostiek overbodige behandeling. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe richtlijn rond diagnostiek van prostaatkanker, waarbij in plaats van alle mannen, die op basis van bloedonderzoek verdacht worden van prostaatkanker, te biopteren, een precisie-MRI wordt toegepast. Hierdoor hoeft de helft van deze groep mannen niet langer door urologen gebiopteerd te worden. Ook wordt daardoor overdiagnostiek van niet agressieve kanker en daarmee overbehandeling (onnodige prostaatverwijdering) voorkomen. Bij die mannen die nog wel gebiopteerd moeten worden, kan volstaan worden met minder en veel nauwkeuriger biopten. Dit alles betekent uiteraard een verschuiving van werk en kosten van urologen naar werk en kosten voor radiologen en radiologisch personeel.

Of denk aan de toepassing van uitgebreide moleculaire diagnostiek, die gerichter behandelen mogelijk maakt en daarmee therapie die niet werkt voorkomt. Ook hier een verschuiving van therapie naar diagnostiek, waardoor zinloze zorg wordt voorkomen.

Dankzij de technologische vernieuwing op het terrein van diagnostiek kunnen we de zorg nóg beter, sneller, efficiënter, en doelgerichter maken en zinloze zorg en overdiagnostiek verder terugdringen. Bovendien: De arts wil het graag toepassen, de patiënt kiest ervoor en de verzekeraar kan en mag het vergoeden. Maar toch gebeurt het niet. Althans niet altijd, niet overal, en niet voor iedereen.

Want een shift van behandelen naar diagnostiek heeft niet geleid tot een shift in middelen en personeel.

Knelpunten die daarbij spelen:

  1. Belangentegenstellingen tussen beroepsgroepen;
  2. Ingesleten inkoopmechanismen ziekenhuizen (centrale inkoop en gedwongen winkelnering);
  3. Patiënt en huisarts zijn onvoldoende bekend met de nieuwe richtlijn.

Het heeft alles te maken met de wijze waarop we met elkaar de zorg en de inkoop ervan georganiseerd hebben en de daarbij tegengestelde belangen van de verschillende stakeholders die hechten aan de status quo. En soms komt het door het welbekende “not-invented-here- syndroom” of door ingeslepen inkoopmechanismen die ooit met de beste bedoelingen zijn ontwikkeld, maar die nu juist een belemmering vormen voor beter, sneller en goedkoper.

Het panel komt dan ook met de volgende aanbevelingen:

Aanbevelingen aan Minister/NZA/Zorginstituut/ZonMW:

  1. Zorg ervoor dat er bij de regionale invulling van passende zorg ruimte is voor inbedding van een landelijk door de NVvR op te zetten kwaliteitsnetwerk.
  2. Pas het rekenmodel van het capaciteitsorgaan aan, aan de shift van behandelen naar diagnostiek. Structureel is er namelijk veel meer instroom van radiodiagnostisch personeel nodig dan huidig model laat zien.
  3. Stel middelen beschikbaar voor het wetenschappelijk onderzoek naar bevolkingsonderzoek prostaatkanker en faciliteer een proefscreening prostaatkanker door een multidisciplinair team onder leiding van prof. dr. Barentsz.
  4. Stimuleer de inzet van A.I. met als uitgangspunt de standaardisering van het EPD bij prostaatkanker.
  5. Ondersteun de beroepsverenigingen bij de extra benodigde inspanning in het kader van passende zorg.
  6. Maak indien nodig gebruik van uw doorzettingsmacht.

Aanbevelingen aan de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR):

  1. Formuleer kwaliteits- en volumenormen prostaat-MRI en maak deze kenbaar aan leden, urologen, huisartsen en patiëntenorganisatie
  2. Implementeer een kwaliteitsbeleid prostaat-MRI
  3. Formeer een kwaliteitsnetwerk prostaat-MRI, vergelijkbaar met de Moleculaire Tumor Boards (MTB’s) bij de moleculaire diagnostiek.
  4. Volg de gesprekken in de regio over de invulling van passende zorg en draag bij aan kennis over en implementatie van het kwaliteitsnetwerk prostaat-MRI in de regio.
  5. Maak afspraken met verzekeraars over kwaliteitsnormen en kwaliteitsnetwerk op basis van mogelijke kostenbesparingen door inzet kwaliteitsnetwerk prostaat-MRI
  6. Kom samen met verzekeraars en n urologen tot een nieuw zorgpad prostaatkanker met daarin beschreven op welk moment een prostaat-MRI op basis van de gestelde kwaliteits- en volumenormen vereist is.

Aanbevelingen aan Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en patiëntenorganisatie:

  1. Maak mannen bewust van de risico’s van prostaatkanker (1 op de 5 mannen is er te laat bij) en van de optie voor vroege opsporing bij de huisarts
  2. Informeer de huisartsen over de richtlijn diagnostiek prostaatkanker inclusief kwaliteits- en volumenormen en verwijs mannen met een verhoogde PSA niet door

voor MRI buiten het kwaliteitsnetwerk. Maar volg de te maken afspraken (over prostaat-MRI) in de regio in het kader van passende zorg.

3. Kom samen met verzekeraars en radiologen en urologen tot een nieuw zorgpad prostaatkanker met daarin onder andere beschreven op welk moment een prostaat- MRI op basis van de gestelde kwaliteits- en volumenormen vereist is.

Aanbevelingen aan Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU), de ziekenhuizen en de zorgverzekeraars:

  1. Kom samen met radiologen en patiëntenorganisatie tot een nieuw zorgpad prostaatkanker met daarin beschreven op welk moment een prostaat-MRI op basis van de gestelde kwaliteits- en volumenormen vereist is.
  2. Gebruik voor inkoop prostaat-MRI’s het op te zetten kwaliteitsnetwerk prostaat-MRI van de NVvR.

Aanbevelingen aan fabrikanten MRI-apparatuur

1. Ondersteun het wetenschappelijk onderzoek naar bevolkingsonderzoek prostaatkanker en implementatie richtlijn.

_______________________________________

Bron: Barentsz

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen