Mogelijkheden voor betere nazorg na verblijf op Intensive Care
ArrayJaarlijks worden in Nederland tussen de 60.000 en 80.000 mensen opgenomen op een Intensive Care Unit (IC). Als er geen goede nazorg is, kan het herstel lang duren. Bijna de helft van de patiënten die twee of meer dagen zijn opgenomen op de IC, ervaart een jaar na ontslag nog steeds klachten. Dat blijkt uit het onderzoek van Lise Beumeler, onderzoeker bij de RUG/Campus Fryslân en het Medisch Centrum Leeuwarden, waarop zij op 9 maart in Leeuwarden promoveert.
Beumeler bekeek welke patiënten risico lopen op langdurige gezondheidsproblemen en ook hoe zij op een zinvolle wijze kunnen herstellen. Daarbij werden onder andere de rol van voeding en de mogelijkheden van Virtual Reality onderzocht.
Marathon
Opname op de IC is ingrijpend. Beumeler: ‘Uit de intensive care komen is vergelijkbaar met bereiken van de finish van de eerste marathon die je loopt. Maar het herstel kan veel langer duren: bijna 50% van de patiënten die langer dan twee dagen op de IC hebben gelegen, is na een jaar nog steeds niet de oude.’ In de afgelopen tien jaar is het doel van de zorg na IC-opname verschoven van ‘puur overleven’ naar ‘zinvol herstel’. Niettemin blijkt uit Beumelers onderzoek dat bijna de helft van de mensen die twee of meer dagen op de IC zijn opgenomen, fysiek en mentaal onvoldoende hersteld is binnen het eerste jaar na ontslag. In haar proefschrift beschrijft zij manieren om patiënten te identificeren die het risico lopen op langdurige gezondheidsproblemen na verblijf op een IC. Dat kan resulteren in verlaging van de kwaliteit van leven, hoger zorgverbruik, verstoorde werkparticipatie en een hogere belasting voor de naaste omgeving.
Voeding en e-Health
Hoewel er richtlijnen zijn voor voeding en beweging, ontdekte Beumeler dat bijna geen enkele patiënt in staat was voldoende energie en eiwit (voor de opbouw van spiermassa) uit de voeding te halen. Dit kan verklaren waarom patiënten niet in staat zijn zelf betekenisvol te herstellen en waarom eerdere revalidatieprogramma’s geen of onvoldoende effect laten zien. In haar proefschrift gaat Beumeler ook in op de haalbaarheid en veiligheid van het gebruik van een Virtual Reality-training tijdens en na IC-opname in het kader van persoonsgerichte revalidatie. In samenwerking met het Leeuwarder bedrijf 8D Games onderzoekt zij hoe ‘serious gaming’ patiënten kan helpen bij hun herstel.
Gat in het zorgpad
Er is in Nederland geen georganiseerde nazorg voor voormalige IC-patiënten of hun naasten, waardoor ze tussen de wal en het schip vallen. ‘Er is een duidelijk gat in het zorgpad. Tot nu toe was er niemand die de verantwoordelijkheid nam voor hun revalidatie,’ legt Beumeler uit. ‘Omdat casemanagement gedurende dit traject ontbreekt, missen patiënten een centraal aanspreekpunt en belanden ze vaak bij verschillende medische specialisten voor gezondheidsproblemen die mogelijk verband houden met de IC-opname. Daarom zetten we nu de nazorg voor Noord-Nederland op, waarbij we samenwerken met kennisinstellingen in de hele regio, patiënten, mantelzorgers, studenten en zorgverleners.’ In de toekomst ziet Beumeler kansen voor een gecombineerde toegankelijke nazorg, ontworpen met en voor patiënten en mantelzorgers, waarbij zowel in-person als e-Health revalidatiemogelijkheden worden gefaciliteerd. ‘Dit kunnen we echter alleen bereiken als partners, zoals zorgverzekeraars, gemeenten en de provincie, bereid zijn om samen met ons hun verantwoordelijkheid te nemen.’
Curriculum
Lise Beumeler studeerde Biomedische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar ze zich ging interesseren voor klinisch onderzoek met een participatieve aanpak. In 2018 begon ze haar onderzoek in het kader van een samenwerking tussen het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) en Campus Fryslân om het herstel na ernstige ziekte in de Friese regio te verbeteren. Samen met collega’s van de IC-nazorgpoli zette zij eveneens het eerste IC-café in Noord-Nederland op. Momenteel werkt Beumeler als senior onderzoeker bij het MCL en als postdoctoraal onderzoeker bij RUG/Campus Fryslân.
Bron: RUG