
Ebola-uitbraak: risico behandeling afwegen tegen risico ziekte
ArrayBij de beslissing of een experimenteel geneesmiddel aan patiënten mag worden toegediend, moet altijd de lastige afweging worden afgemaakt tussen het risico van de ziekte en het risico van een nieuwe behandeling.
Die conclusie trok gisteravond EO-verslaggever Willem de Gelder in het radio 1-programma Dit is de Dag. Hij was daarin op zoek naar het antwoord op de vraag of de ebola-uitbraak de inzet van een geneesmiddel rechtvaardigt dat nog niet afdoende is getest. In de Verenigde Staten is zo’n experimenteel medicijn inmiddels toegediend aan twee hulpverleners en zij lijken er vooralsnog goed op te reageren. President Barack Obama heeft echter nog geen groen licht gegeven voor grootschalige inzet. Wereldgezondheidsorganisatie WHO belegde deze week met deskundigen een medisch-ethische discussie over de kwestie.
In Dit is de Dag kwam onder meer Nefarma-directeur Michel Dutrée aan het woord. Die ging desgevraagd in op het ontwikkeltraject van nieuwe geneesmiddelen dat gemiddeld zo’n twaalf jaar in beslag neemt, verspreid over laboratorium, de verschillende fasen van klinisch onderzoek en de registratie- en vergoedingsprocedures. Hoewel bedrijven én patiënten graag zo snel mogelijk willen profiteren van de komst van beloftevolle nieuwe behandelmethodes, gaat het er in de eerste plaats altijd om dat de veiligheid gewaarborgd is, benadrukte Dutrée, die de situatie vergeleek met een brandend huis. “Je moet je voorstellen dat je een heel nieuw blusmiddel hebt dat die brand in één klap uit kan krijgen, maar je kunt het niet zomaar gebruiken omdat het nog onvoldoende is getest. Je weet simpelweg niet goed genoeg wat de risico’s van het gebruik van het innovatieve middel zijn, of het voldoende veilig is.”
Hoogleraar Adam Cohen van het Center for Human Drug Research gaf aan dat een dergelijke risico-analyse in de geneeskunde altijd wordt gemaakt. “Je bekijkt in elke situatie hoe het risico om iets te doen zich verhoudt tot het risico van de ziekte.”
Sjaak Vink van MyTomorrows, een Nederlandse organisatie die speciaal is opgericht om patiënten vaker en sneller toegang te geven tot experimentele geneesmiddelen, meende net als Dutrée dat in het ontwikkeltraject nog wel wat tijd kan worden gewonnen. “Met name in de laatste fase zit veel administratieve rompslomp die behoorlijk tijdverspillend kan zijn. Middelen kunnen soms wel vijf of zes jaar eerder bij de patiënt zijn”, aldus Vink.
Overigens voegde hij toe dat het in het geval van het ebolamedicijn wel om een uitzonderlijke situatie gaat, omdat dat nog in een zeer vroege experimentele fase zit. “Die middelen zijn nog helemaal niet in mensen getest.”
Het item terugluisteren kan hier.
Bron: Nefarma