Verlengde hormoontherapie borstkanker levert winst op #SABCS16
ArrayBorstkankerspecialist prof. dr. Vivianne Tjan-Heijnen van het Maastricht UMC+ presenteert onderzoek tijdens Wereldcongres in San Antonio
Verlengde toediening van aromataseremmers leidt bij een bepaalde categorie vroeg-stadium borstkankerpatiënten tot een ziektevrije overlevingswinst van 10 procent. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek in 79 Nederlandse ziekenhuizen, dat al in 2006 is gestart.
Bij vroeg-stadium borstkanker kunnen soms al tumorcellen ‘ontsnapt’ zijn. Die cellen zijn met de huidige middelen nog niet op te sporen. Bij hormoongevoelige tumorcellen kunnen vrouwelijke geslachtshormonen, zoals oestrogeen, deze achtergebleven tumorcellen stimuleren tot deling. Hierdoor kunnen ze zich ontwikkelen tot daadwerkelijke uitzaaiingen. Aanvullende hormoontherapie blokkeert of remt de werking van deze hormonen. Hierdoor stopt de deling van de tumorcellen en worden ze hopelijk door het lichaam opgeruimd.
Oestrogeenproductie
Na de overgang vindt de meeste oestrogeenproductie plaats in vetweefsel, waar door de bijnierschors geproduceerde androgenen worden omgezet in oestrogeen. Het enzym dat verantwoordelijk is voor deze omzetting, heet aromatase. Aromataseremmers blokkeren dit enzym, en voorkomen zo de vorming van oestrogeen. Zodoende kan de borstkanker dus bestreden worden.
DATA-studie
Aromataseremmers worden al sinds eind jaren ’90 ingezet ter behandeling van patiënten met hormoongevoelige borstkanker. In het onderhavige onderzoek, DATA-studie genoemd, is het middel ingezet bij postmenopauzale vrouwen met borstkanker in een vroeg stadium. De interventiegroep kreeg gedurende zes jaar aromataseremmers toegediend, tegenover drie jaar toediening in de controlegroep. Al deze vrouwen waren al behandeld met twee tot drie jaar tamoxifen (een andere vorm van hormoontherapie). Een aantal had ook aanvullende chemotherapie gehad.
Verlengde toediening van aromataseremmers gaf niet bij alle patiënten voordeel. Het leverde wel winst op voor bepaalde categorieën, zoals de categorie vrouwen met zeer hormoongevoelige tumoren, vrouwen met tumorcellen in de oksellymfeklieren en vrouwen die eerder chemotherapie hebben gehad. Met de verlengde hormoontherapie was bij de patiënten die al deze kenmerken hadden, na vijf jaar 86 procent ziektevrij, tegenover 76 procent van de groep met de standaard hormoontherapie van drie jaar aromataseremmers na 2 à 3 jaar tamoxifen. Dus, een ziektevrije overlevingswinst van 10 procent.
De praktijk
In de praktijk twijfelen patiënten vaak of ze wel door moeten gaan met het slikken van de aromataseremmers, aangezien deze middelen nogal wat bijwerkingen kunnen hebben. Meest bekende bijwerking is botontkalking, maar ook opvliegers en stijfheid in de gewrichten komen veelvuldig voor. Het zijn de typische klachten waar veel vrouwen na de menopauze sowieso al vaak mee te maken krijgen.
Het onderzoek naar verlengde hormoontherapie, de DATA-studie dus, is opgezet door prof. dr. Vivianne Tjan-Heijnen, medisch oncoloog van het Maastricht UMC+. Zij heeft haar bevindingen gisteren gepresenteerd tijdens het jaarlijkse wereldcongres voor borstkankerspecialisten in San Antonio, Texas. Het onderzoek werd in 2006 gestart in samenwerking met de Borstkanker Onderzoek Groep Nederland (BOOG), is financieel mogelijk gemaakt door AstraZeneca Nederland BV, werd ondersteund door het datamanagement van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en de afdeling statistiek van het Radboudumc en vond plaats in bijna alle ziekenhuizen (79) in Nederland. Er namen in totaal 1.912 patiënten aan de DATA-studie deel.
Bron: Maastricht UMC+