Biotech-innovaties leiden hier niet tot economisch succes
De Nederlandse universitaire onderzoekslaboratoria kunnen een aanzienlijke rol spelen bij de ontwikkeling in de biotechnologie. Het is te merken dat er miljarden aan belastinggeld in de universiteiten wordt gestoken. Maar economisch ongunstig is dat dit vooralsnog niet heeft geleid tot een aanzienlijke toename van bedrijvigheid in Nederland.
De overheidsregulatie maakt toelating en vergoeding van innovatieve zorgproducten in Nederland extreem moeizaam. Dit schrikt risicokapitaal af. Betere regulatie biedt een structurele oplossing voor de malaise in de nationale biotechnologische bedrijvigheid. Met de huidige situatie kan Nederland nu eenmaal niet tippen aan het succes van de regio van Massachusetts of van een bedrijf als Synecor (eveneens VS).
Daarnaast zou de Nederlandse overheid niet alleen geld in research moeten steken, maar ook in maatschappelijk relevante innovatie door biotechnologische bedrijven. In het buitenland investeren overheden daarin, bijvoorbeeld in Japan en Singapore en dichter bij huis in Zwitserland. Nederland mist nu de boot op biotech gebied, ondanks alle overheidsinvesteringen.
Bedrijven als DSM, met een jaaromzet van € 8 mrd en 22.700 werknemers wereldleider in kunststoffen, doen nu bijna uitsluitend zaken met buitenlandse biotech bedrijven. DSM werkt samen met biotechnologie-instituten die meer geavanceerde medische bio-interactieve producten onderzoeken. Bijvoorbeeld methoden om groeifactoren voor stamcellen, kraakbeen of botcellen aan harsen en plastics toe te voegen. Dergelijke kunststoffen kunnen lichaamseigen weefsels vervangen en helpen bij het herstel daarvan.
Verder heeft DSM een aanzienlijke technologische voorsprong opgebouwd met hoogwaardige halffabrikaten voor de elektronica- en autoindustrie. Het richtte in 2005 Biomedical op om de onderliggende technologische kennis naar de medische markt te brengen. Daarvoor werkt DSM wereldwijd samen met biotechnologiebedrijven. De Nederlandse spelen daarbij een beperkte rol terwijl onze overheid veel geld steekt in research op juist dit gebied.
Naast biocoatingsmaterialen heeft Biomedical nieuwe biomaterialen ontwikkeld zoals een nieuwe polyethyleen voor kunstheupen en knieen. De jaaromzet wereldwijd van dergelijke kunstgewrichten is € 10 mrd. Meerdere buitenlandse biotechnologiebedrijven evalueren nu dit nieuwe polymeer om tot betere kunstgewrichten te komen. Het nieuwe polyethyleen heeft een verbeterde vernettingschemie waarmee het materiaal sterker en stabieler wordt zonder in te leveren op slijtagevastheid.
Deze vernieuwing kan de komende jaren de polyethyleen, die nu gangbaar is in kunstgewrichten, vervangen. De huidige vezels veroorzaken loslating van kunstgewrichten. Het nieuwe materiaal voorkomt dit en is bovendien makkelijker te steriliseren. Het is jammer dat Nederlandse biotechbedrijven bij deze belangrijke innovatie de boot hebben gemist.
Dit artikel is ook geplaatst in het FD