Huisartsenposten mogelijk nog meer in de problemen

Array


De afgelopen twee jaar zijn de huisartsenpost al flink onder de loep genomen door IGZ en door de ombudsman. Kwaliteit van werken is meestal ver onder de maat, zijn huisartsenposten slecht te bereiken en is de kwaliteit van de doktersassistenten en hun management meestal onder de maat, net als hun opleidingsniveau. En ook dit fenomeen is slecht voor het imago en onderhandelingspositie van de huisartsen.
Sinds deze week worden de huisartsendienstenstructuren met een nog veel groter probleem opgezadeld. Steeds meer huisartsen willen niet meer op de huisartsenpost werken. Ze willen geen diensten meer doen de zogenaamde ANW-diensten ( Avond-, nacht- en weekenddienst). In een enquete van huisartsvandaag en huisartsenwerk kwam dit al naar voren.

Enquete HuisartsVandaag/Huisartsenwerk Bekostigingssysteem Huisartsen
De verplichting om ANW diensten te blijven draaien Antwoord Aantal Percentage
Geen antwoord 17 3.09%
Moet zo blijven, koppeling aan dagcontract 134 24.32%
Moet op facultatieve basis, ontkoppeling van dag contract 342 62.07%
Ik wil geen diensten meer doen 58 10.53%

Dit staat niet geheel los van de geplande invoering van de Zorgverzekeringswet (ZVW) per 01 januari 2006, die de forse consequenties heeft voor de huisartsenzorg. Als de patiënten niet meer op naam hoeven worden ingeschreven, wie is er dan verantwoordelijk voor de huisartsenzorg van een patient. Dat kan je de huisartsen niet aanrekenen en daarom is het ook best logisch dat ze zich vanaf volgend jaar niet meer geroepen voelen dienst op de huisartsenpost te draaien. Immers, je weet eigenlijk niet voor wie je dienst doet en door het weer zelf te gaan doen creeer je als huisarts een betere onderhandelingspositie. Daarnaast spelen er nog meer zaken in de niet zorgverzekeringswet.
Door het ontbreken van onderhandelingsvrijheid tussen zorginkoper en zorgaanbieder bestaat geen juridische zekerheid over de toekomstige financieringsstructuur van de huisartsenzorg. Tevens is er , volgens de huisartsen een onaanvaardbare discrepantie tussen de noodzaak om contracten af te sluiten en het ontbreken van feitelijke onderhandelingsruimte tot zelfs het volledig ontbreken van onderhandelings bereidheid bij zorgverzekeraars . Contractvoorstellen functioneren daardoor als eenzijdig opgelegde dictaten. Van twee onderhandelingspartners is geen sprake, laat staan een gelijkwaardige onderhandelingspositie. En de huisarts is het dus nu echt beu want er bestaat ook geen juridische zekerheid dat de honorering voor de ANW-diensten in HDS-verband, zal worden aangepast aan de academische status, de professionele verantwoordelijkheid en de geleverde inzet. Invoering van “de Markt” ten spijt, wordt de huisarts zelfs geen zicht hierop geboden. En dus nemen de huisartsen de stap en zeggen de overeenkomst met de huisartsenpost op. Waarbij ook andere ontwikkelingen binnen de beroepsgroep, specifiek samenhangend met de ANW-zorg in HDS-verband, een rol spelen. Huisartsenposten zijn inmiddels zelfstandige organen waar de huisarts steeds minder te vertellen heeft.
Met de invoering van HDS-sen en de afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is sprake van zelfstandige Zorginstellingen met een eigen beleidsverantwoordelijkheid en begrotingsbevoegdheid. Door het sluiten van ANW-zorgleveringscontracten tussen HDS-sen en Zorginstellingen voor verstandelijk gehandicapten, Penitentiaire Inrichtingen en de zorglevering aan burgers die niet op naam van een huisarts staan ingeschreven (NONI’s), is de oorspronkelijke AMvB in feite en juridisch achterhaald Door het ontbreken in de beroepsgroep van een uniforme opvatting over de individuele ANW-zorgplicht is deze vorm van ‘gebruikelijke zorg’ blijkbaar niet meer zo ‘gebruikelijk’ of algemeen aanvaard door de individuele leden van de beroepsgroep. Het substantiële aantal Nederlandse huisartsen dat de ANW-zorgtaak als een facultatieve taak van huisartsen beschouwt of wenst te zien, wordt het einde van de ‘gebruikelijke individuele ANW-zorg’ bevestigd. De forse en substantiële toename van het aantal Nederlandse huisartsen dat een ontkoppeling wenst van het 24-uurs zorgaanbod in een contract voor dagzorg en één voor ANW-zorg, duidt op eenzelfde heroriëntatie. Door de (ongevraagde) invoering van de Marktspelregels voor actoren in de zorg, zullen huisartsen zich zodanig moeten positioneren dat zij als marktpartij bedrijfsmatig en kwalitatief, effectief kunnen opereren. Van een gelijkwaardige onderhandelingspositie is daarbij geen sprake. Op Huisartsvandaag staat sinds een voorbeeldbrief waarmee de huisarts op cordate wijze zijn contrat kan opzeggen met de huisartsenpost. Beide brieven staan op MedicalFacts. Tevens heeft Medicalfacts een aangepaste versie bijgevoegd. De brief moet in veel gevallen naar twee adressen worden gestuurd. Namelijk naar de directie van de huisartsendienstenstructuur en naar het bestuur van de huisartsenpost. Omdat beide instanties een deel van de leiding op de huisartsenpost hebben. Tevens raadt Medicalfacts u aan ook een brief aangetekend te sturen. Op MedicalFacts heeft u de keuze uit onderstaande documenten (versie ELHA, versie huisartsvandaag en versie Medicalfacts) om uw overeenkomst op te zeggen met de Huisartsenpost/Huisartsendienstenstructuur. Het opzeggen van de overeenkomst geeft de huisarts een betere onderhandelingspositie voor de huisartsenzorg in 2006. Het document betekent geenszins dat huisartsen zorg buiten kantoortijden afwijzen. Maar wel dat ze onder andere condities willen werken. Mocht uw HDS- instelling een concreet aanbod doen voor onze participatie aan de ANW-zorg aan ons willen doen, met daarin een gepast tarief, acceptabele werkomstandigheden ed. dan zijn de huisartsen zeker bereid daar verder over te willen onderhandelen. De huisartsenzorg, ook in ANW-tijd, wil de huisarts nog steeds blijven uitoefenen daar waar dat mogelijk wordt gemaakt. Daar zullen uiteraard de noodzakelijke voorwaarden aanwezig en gegarandeerd moeten zijn.
U vindt onderstaand een document om uw overeenkomst op te zeggen met de Huisartsenpost/ Huisartsen- dienstenstructuur. Het opzeggen van de overeenkomst geeft de huisarts een betere onderhandelingspositie voor de huisartsenzorg in 2006. Het document betekent geenszins dat huisartsen zorg buiten kantoortijden afwijzen. Maar wel dat ze onder andere condities willen werken.
De brief is een bewerking van de brief van de ELHA. U dient de brief als hagro of huisarts aangetekend te verzenden voor 1 juli a.s.
Brief van MedicalFacts
——————————————————————————————————————————————————————
PRAKTIJKNAAM
A A N T E K E N E N [TYPE HIER DE NAAM EN HET ADRES VAN
DE HUISARTSEN DIENSTENSTRUCTUUR & HET
BESTUUR VAN DE HUISARTSEN POST ] Betreft: beëindiging ANW zorg 01-01-2006 Amsterdam, 11 juni 2005 Geachte directie, geacht bestuur, Met deze brief willen wij u formeel in kennis stellen van ons besluit om de overeenkomst dan wel werkzaamheden indien geen overeenkomst aanwezig is, met de Huisartsendienstenstructuur op te zeggen met ingang van 01 juli 2005. Mijn/onze professionele bijdrage voor de ANW-diensten zal daarmee per 01 januari 2006 beëindigd zijn. De redenen voor het opzeggen van mijn werkzaamheden voor de ANW-diensten bij de huisartsenpost, zijn gerelateerd aan de geplande invoering van de Zorgverzekeringswet (ZVW) per 01 januari 2006, die de volgende consequenties heeft voor de huisartsenzorg: Inperking van vrije artsenkeuze

  1. er bestaat voor verzekerden geen juridische garantie meer voor vrije (huis)artsenkeuze
  2. er bestaat voor verzekerden geen juridische zekerheid dat zij vanaf 01-01-2006, nog op naam van de huisarts zullen staan ingeschreven
  3. er bestaat voor verzekerden geen juridische garantie meer voor keuzevrijheid, bij verwijzing door de huisarts naar andere eerstelijns hulpverleners of naar klinische specialisten.

Ontbreken van onderhandelingsvrijheid tussen zorginkoper en zorgaanbieder

  1. er bestaat geen juridische zekerheid over de toekomstige financieringsstructuur van de huisartsenzorg
  2. er bestaat een onaanvaardbare discrepantie tussen de noodzaak om contracten af te sluiten (zorgaanbod huisarts) en het ontbreken van feitelijke onderhandelingsruimte tot zelfs het volledig ontbreken van onderhandelingsbereidheid bij zorgverzekeraars (zorginkoop). Contractvoorstellen functioneren daardoor als eenzijdig opgelegde dictaten. Van twee onderhandelingspartners is geen sprake meer, laat staan aan enige vorm van gelijkwaardigheid.
  3. er bestaat geen juridische zekerheid dat de honorering voor de ANW-taak in HDS-verband, zal worden aangepast aan de academische status, de professionele verantwoordelijkheid van de te leveren inzet. Invoering van “de Markt” ten spijt, wordt aan de huisarts zelf geen zicht hierop geboden.

In dit geheel van argumenten past de beslissing het HDS-overeenkomst, dan wel de werkzaamheden indien geen overeenkomst getekend, is formeel op te zeggen per 01 juli 2005. Maar ook andere ontwikkelingen binnen de beroepsgroep, specifiek samenhangend met de ANW-zorg in HDS-verband, spelen een rol. Gewijzigde maatschappelijke (Markt-)posities

  1. met de invoering van HDS-en en de afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is sprake van zelfstandige Zorginstellingen met een eigen beleidsverantwoordelijkheid en begrotingsbevoegdheid
  2. met het sluiten van ANW-zorgleveringscontracten tussen HDS-en en Zorginstellingen voor verstandelijk gehandicapten, Penitentiaire Inrichtingen en de zorglevering aan burgers die niet op naam van een huisarts staan ingeschreven (NONI’s), is de oorspronkelijke AMvB feitelijk èn juridisch achterhaald
  3. met het ontbreken in de beroepsgroep van een uniforme opvatting over de individuele ANW-zorgplicht is deze vorm van ‘gebruikelijke zorg’ blijkbaar niet meer zo ‘gebruikelijk’ of algemeen aanvaard door de individuele leden van de beroepsgroep.
  4. met het substantiële aantal Nederlandse huisartsen dat de ANW-zorgtaak als een facultatieve taak van huisartsen beschouwt of wenst te zien, wordt het einde van de ‘gebruikelijke individuele ANW-zorg’ bevestigd.
  5. de forse en substantiële toename van het aantal Nederlandse huisartsen dat een ontkoppeling wenst van het 24-uurs zorgaanbod in een contract voor dagzorg en één voor ANW-zorg, duidt op eenzelfde heroriëntatie.
  6. met de (ongevraagde) invoering van de Marktspelregels voor actoren in de zorg, zullen huisartsen zich zodanig moeten positioneren dat zij als marktpartij bedrijfsmatig en kwalitatief, effectief kunnen opereren. Een gelijkwaardige onderhandelingspositie is daarbij noodzakelijk en vereist.

Mocht uw HDS- instelling een concreet aanbod voor onze participatie aan de ANW-zorg aan mij/ons willen doen, met daarin een gepast tarief, acceptabele werkomstandigheden ed. dan zijn wij zeker bereid daar met u verder over te onderhandelen. De huisartsenzorg, ook in ANW-tijd, wil we graag blijven uitoefenen waar dat mogelijk wordt gemaakt. Daar zullen uiteraard de noodzakelijke voorwaarden aanwezig en gegarandeerd moeten zijn. Met vriendelijke groet,

Adres. postcode. plaats
telefoonnummer. faxnummer
——————————————————————————————————————————————————————
Brief van Huisartsvandaag
——————————————————————————————————————————————————————
Afzender
………………………………
Aan: Betreft: beëindiging ANW zorg 01-01-2006 ………….., 11-6-2005 Geachte directie, geacht bestuur, Met deze brief willen wij u formeel in kennis stellen van ons besluit om de overeenkomst dan wel werkzaamheden indien geen overeenkomst aanwezig is, met de HuisartsenDienstenstructuur op te zeggen met ingang van 01 juli 2005. Mijn/onze professionele bijdrage voor de ANW-diensten zal daarmee de facto per 01 januari 2006 beëindigd zijn. Enkele motieven voor het opzeggen van mijn inzet voor de ANW-diensten bij de DDG willen we hierbij noemen. Deze staan niet geheel los van de geplande invoering van de Zorgverzekeringswet (ZVW) per 01 januari 2006, die de volgende consequenties heeft voor de huisartsenzorg: I inperking van vrije artsenkeuze

  1. er bestaat voor verzekerden geen juridische garantie meer voor vrije (huis)artsenkeuze
  2. er bestaat voor verzekerden geen juridische zekerheid dat zij vanaf
    01-01-2006, nog op naam van de huisarts zullen staan ingeschreven
  3. er bestaat voor verzekerden geen juridische garantie meer voor keuzevrijheid, bij verwijzing door de huisarts naar andere eerstelijns hulpverleners of naar klinische specialisten.

II ontbreken van onderhandelingsvrijheid tussen zorginkoper en zorgaanbieder

  1. er bestaat geen juridische zekerheid over de toekomstige financieringsstructuur van de huisartsenzorg
  2. er bestaat een onaanvaardbare discrepantie tussen de noodzaak om contracten af te sluiten (zorgaanbod huisarts) en het ontbreken van feitelijke onderhandelingsruimte tot zelfs het volledig ontbreken van onderhandelings bereidheid bij zorgverzekeraars (zorginkoop). Contractvoorstellen functioneren daardoor als eenzijdig opgelegde dictaten. Van twee onderhandelingspartners is geen sprake, laat staan gelijkwaardige.
  3. er bestaat geen juridische zekerheid dat de honorering voor de ANW-taak in HDS-verband, zal worden aangepast aan de academische status, de professionele verantwoordelijkheid en de geleverde inzet. Invoering van “de Markt” ten spijt, wordt de huisarts zelfs geen zicht hierop geboden.

In dit geheel van argumenten past de beslissing het HDS-overeenkomst, dan wel de werkzaamheden indien geen overeenkomst getekend, is formeel op te zeggen per 01 juli 2005. Maar ook andere ontwikkelingen binnen de beroepsgroep, specifiek samenhangend met de ANW-zorg in HDS-verband, spelen een rol. III gewijzigde maatschappelijke (Markt-)posities

  1. met de invoering van HDS-sen en de afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is sprake van zelfstandige Zorginstellingen met een eigen beleidsverantwoordelijkheid en begrotingsbevoegdheid
  2. met het sluiten van ANW-zorgleveringscontracten tussen HDS-sen en Zorginstellingen voor verstandelijk gehandicapten, Penitentiaire Inrichtingen en de zorglevering aan burgers die niet op naam van een huisarts staan ingeschreven (NONI’s), is de oorspronkelijke AMvB de facto èn de jure achterhaald
  3. met het ontbreken in de beroepsgroep van een uniforme opvatting over de individuele ANW-zorgplicht is deze vorm van ‘gebruikelijke zorg’ blijkbaar niet meer zo ‘gebruikelijk’ of algemeen aanvaard door de individuele leden van de beroepsgroep.
  4. met het substantiële aantal Nederlandse huisartsen dat de ANW-zorgtaak als een facultatieve taak van huisartsen beschouwt of wenst te zien, wordt het einde van de ‘gebruikelijke individuele ANW-zorg’ bevestigd.
  5. de forse en substantiële toename van het aantal Nederlandse huisartsen dat een ontkoppeling wenst van het 24-uurs zorgaanbod in een contract voor dagzorg en één voor ANW-zorg, duidt op eenzelfde heroriëntatie.
  6. met de (ongevraagde) invoering van de Marktspelregels voor actoren in de zorg, zullen huisartsen zich zodanig moeten positioneren dat zij als marktpartij bedrijfsmatig en kwalitatief, effectief kunnen opereren. Een gelijkwaardige onderhandelingspositie is daarbij een conditio sine qua non.

Mocht uw HDS- instelling een concreet aanbod voor onze participatie aan de ANW-zorg aan ons willen doen, met daarin een gepast tarief, acceptabele werkomstandigheden ed. dan zijn wij zeker bereid daar met u verder over te onderhandelen. De huisartsenzorg, ook in ANW-tijd, wil we graag blijven uitoefenen waar dat mogelijk wordt gemaakt. Daar zullen uiteraard de noodzakelijke voorwaarden aanwezig en gegarandeerd moeten zijn. Met vriendelijke groet, …………………………………………………..
Brief van ELHA
——————————————————————————————————————————————————————

ELHA-Modelbrief

J. P. Coen, huisarts Slotgracht 13 Dendermonde A A N T E K E N E N Aan mevrouw G.K. van Doorn Dir. Regionale Huisartsenpost “Centrum” betreft: beëindiging HDS-contract per 01-07-2005 Dendermonde, 20-04-2005 Geachte mevrouw van Doorn, Met deze brief wil ik u en het bestuur van de Regionale Huisartsenpost “Centrum”, formeel in kennis stellen van mijn besluit om het contract dat ik met de R.H.C. heb gesloten, op te zeggen met ingang van 01 juli 2005. Mijn professionele bijdrage voor de ANW-diensten zal daarmee de facto per 01 januari 2006 beëindigd zijn. Enkele motieven voor het opzeggen van mijn inzet voor de ANW-diensten bij de R.H.C. wil ik u noemen. Deze staan niet geheel los van de geplande invoering van de Zorgverzekeringswet (ZVW) per 01 januari 2006, die de volgende consequenties heeft voor de huisartsenzorg: I inperking van vrije artsenkeuze

  1. er bestaat voor verzekerden geen juridische garantie meer voor vrije (huis)artsenkeuze
  2. er bestaat voor verzekerden geen juridische zekerheid dat zij vanaf
    01-01-2006, nog op naam van de huisarts zullen staan ingeschreven
  3. er bestaat voor verzekerden geen juridische garantie meer voor keuzevrijheid, bij verwijzing door de huisarts naar andere eerstelijns hulpverleners of naar klinische specialisten.

II ontbreken van onderhandelingsvrijheid tussen zorginkoper en zorgaanbieder

  1. er bestaat geen juridische zekerheid over de toekomstige financierings-structuur van de huisartsenzorg
  2. er bestaat een onaanvaardbare discrepantie tussen de noodzaak om contracten af te sluiten (zorgaanbod huisarts) en het ontbreken van feitelijke onderhandelingsruimte tot zelfs het volledig ontbreken van onderhandelings-bereidheid bij zorgverzekeraars (zorginkoop). Contractvoorstellen functioneren daardoor als eenzijdig opgelegde dictaten. Van twee onderhandelingspartners is geen sprake, laat staan gelijkwaardige.
  3. er bestaat geen juridische zekerheid dat de honorering voor de ANW-taak in HDS-verband, zal worden aangepast aan de academische status, de professionele verantwoordelijkheid en de geleverde inzet. Invoering van “de Markt” ten spijt, wordt de huisarts zelfs geen zicht hierop geboden.

In dit geheel van argumenten past de beslissing het HDS-contract formeel op te zeggen per 01 juli 2005. Maar ook andere ontwikkelingen binnen de beroepsgroep, specifiek samenhangend met de ANW-zorg in HDS-verband, spelen een rol. III gewijzigde maatschappelijke (Markt-)posities

  1. met de invoering van HDS-sen en de afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is sprake van zelfstandige Zorginstellingen met een eigen beleidsverantwoordelijkheid en begrotingsbevoegdheid
  2. met het sluiten van ANW-zorgleveringscontracten tussen HDS-sen en Zorginstellingen voor verstandelijk gehandicapten, Penitentiaire Inrichtingen en de zorglevering aan burgers die niet op naam van een huisarts staan ingeschreven (NONI’s), is de oorspronkelijke AMvB de facto èn de jure achterhaald
  3. met het ontbreken in de beroepsgroep van een uniforme opvatting over de individuele ANW-zorgplicht is deze vorm van ‘gebruikelijke zorg’ blijkbaar niet meer zo ‘gebruikelijk’ of algemeen aanvaard door de individuele leden van de beroepsgroep.
  4. met het substantiële aantal Nederlandse huisartsen dat de ANW-zorgtaak als een facultatieve taak van huisartsen beschouwt of wenst te zien, wordt het einde van de ‘gebruikelijke individuele ANW-zorg’ bevestigd.
  5. de forse en substantiële toename van het aantal Nederlandse huisartsen dat een ontkoppeling wenst van het 24-uurs zorgaanbod in een contract voor dagzorg en één voor ANW-zorg, duidt op eenzelfde heroriëntatie.
  6. met de (ongevraagde) invoering van de Marktspelregels voor actoren in de zorg, zullen huisartsen zich zodanig moeten positioneren dat zij als marktpartij bedrijfsmatig en kwalitatief, effectief kunnen opereren. Een gelijkwaardige onderhandelingspositie is daarbij een conditio sine qua non.

Mocht uw HDS- instelling een concreet aanbod voor mijn participatie aan de ANW-zorg aan mij willen doen, met daarin een gepast tarief, acceptabele werkomstandig-heden ed. dan ben ik zeker bereid daar met u verder over te onderhandelen. De huisartsenzorg, ook in ANW-tijd, wil ik graag blijven uitoefenen waar dat mogelijk wordt gemaakt. Daar zullen uiteraard de noodzakelijke voorwaarden aanwezig en gegarandeerd moeten zijn. Met vriendelijke groet, Drs. J.P.Coen, huisarts

Recente artikelen