Huisarts slecht geschoold in vaststellen doodsoorzaak

Array

Bij eenderde van alle sterfgevallen is het niet duidelijk waaraan de patiënt precies overlijdt. Toch zijn huisartsen nauwelijks geschoold in het vaststellen van de doodsoorzaak. Dat is jammer, vindt huisarts Feike Oppewal, want die informatie kan nabestaanden helpen bij het rouwproces. Ook zouden huisartsen meer mogelijkheden moeten krijgen om sectie te laten verrichten. Oppewal promoveert op 29 juni aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Oppewal onderzocht vanuit het Universitair Medisch Centrum Groningen hoe huisartsen in Oost-Groningen met sterfgevallen omgaan. Meer dan de helft van alle sterfgevallen vindt thuis plaats. De huisarts is daarom vaak het eerste aanspreekpunt en moet dus goed zijn toegerust om het overlijdensproces te begeleiden. Eén van de belangrijkste handelingen is het vaststellen van de doodsoorzaak. Scholing schiet tekort
Oppewal constateert echter dat de opleiding en nascholing van artsen tekort schiet. De helft van de co-assistenten krijgt geen onderwijs in het vaststellen van de doodsoorzaak. Geen van hen wist de juiste formulieren te benoemen die de huisarts bij een sterfgeval moet invullen. Bovendien heeft een kwart van de studenten nog nooit een obductie bijgewoond. 
Geen sectie
Bij een onverwacht natuurlijk overlijden kan de huisarts sectie laten verrichten door een klinisch patholoog. Dat gebeurt echter maar in een kwart procent van alle gevallen. Volgens Oppewal komt dit ondermeer door de onduidelijke financiële afwikkeling. Anders dan bij reguliere verwijzingen naar specialisten, worden de kosten voor een obductie en het vervoer naar het ziekenhuis niet vergoed door de zorgverzekeraar. Veel huisartsen vinden het ook moeilijk om het onderwerp bij de nabestaanden aan te kaarten. Als ze obductie wél als optie noemen, stuiten ze vaak op weerstand. Rouwverwerking
"Huisartsen moeten nabestaanden kunnen overtuigen van het belang om de doodsoorzaak te kennen", zegt Oppewal. "De rouwverwerking kent dan een heel ander vertrekpunt. Mensen zitten jaren later niet meer met die prangende vraag: wat is er nou eigenlijk gebeurd?" Behalve voor een betere rouwverwerking kan obductie ook van levensbelang zijn voor de nabestaanden. Bijvoorbeeld als er sprake is van erfelijke aandoeningen. Verkeerde statistieken
Het geringe aantal obducties heeft ook politieke consequenties. Alle gegevens over doodsoorzaken gaan naar het Centraal Bureau voor de Statistiek. Omdat het vaststellen van de doodsoorzaak in de praktijk vaak giswerk is, is het mogelijk dat deze statistieken niet overeenkomen met de werkelijkheid. Oppewal: "In dat geval zouden het subsidiebeleid voor de gezondheidszorg en de strategie voor preventievoorlichting gebaseerd zijn op onjuiste cijfers." Laatste verwijzing
Oppewal pleit voor een transmurale afspraak tussen huisartsen, ziekenhuizen en zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars zouden obductie als een reguliere, laatste verwijzing moeten beschouwen en daarvoor ook de kosten moeten dragen. Hij becijfert dat de nieuwe werkwijze kan leiden tot zo’n veertien- tot twintigduizend extra obducties per jaar. Als voorzet op zo’n afspraak ontwikkelde Oppewal een protocol dat huisartsen kunnen volgen bij een plotseling en onverwacht overlijden. Bron: Rijksuniversiteit Groningen

Recente artikelen