Cytostatica op maat

Array

Farmacogenetica (pharmacogenomics) is al jaren een belofte. Elke individuele patiënt zou medicatie moeten krijgen die precies is toegesneden op zijn erfelijke eigenschappen, zo is het idee: het voor hem of haar beste middel in de beste dosis voor een optimaal resultaat met een minimum aan bijwerkingen. Maar in de praktijk wil dat maatwerk nog niet van de grond komen. ‘Dat klopt’, zegt Dinemarie Kweekel (Klinische Farmacie en Toxicologie) in Cicero, het magazine van het Leids Universitair Medisch Centrum. Zij doet onderzoek naar een vrij nieuw middel, oxaliplatin, dat steeds vaker wordt gegeven aan patiënten met uitgezaaide dikke-darmkanker. Ze hoopt daarbij wel een therapie op maat te ontwikkelen. ‘Er zijn nu drie middelen beschikbaar voor deze patiëntengroep, waaronder oxaliplatin, en geen van de drie werkt bij iedereen. Elk is bij slechts ruwweg 30 procent van de patiënten effectief. Een patiënt krijgt nu die middelen een voor een, al dan niet in combinatie, tot er één aanslaat.’ Dat betekent dat er vaak tijdverlies optreedt. ‘We willen daarom kunnen voorspellen welk middel bij hem zal werken, op grond van een bloedtest waarbij we iemands genen screenen.’ Kweekel gaat verschillen in kaart brengen in genen die betrokken zijn bij de effecten van oxaliplatin. Ze wil van honderden patiënten die in het verleden zijn behandeld het genprofiel vergelijken met de uitkomst van de gegeven behandeling. Of tumorcellen wel of niet op een middel reageren, hangt van alle betrokken genen af en die moet je dus in samenhang bekijken. ‘Pas dan kan farmacogenetica echt van de grond komen.’

Bron: Zorg Vraag en Innovatie

Recente artikelen