Kraamkamer voor nieuwe medicijnen

Geneesmiddelenproducent Organon opende woensdag een nieuw onderzoekscentrum voor biotechnologie in Cambridge, Verenigde Staten. Het laboratorium moet de kraamkamer worden van een nieuwe generatie medicijnen.

[image1_left]Wiebe Olijve, vice-president van Organon Research, heeft een kamer met uitzicht. Voor hem de rivier Charles, op de andere oever de wolkenkrabbers van downtown Boston. Direct naast de deur het wereldberoemde Massachussetts Institute of Technology. Handig dichtbij zitten ook concurrenten als Novartis, Genzyme, Amgen en Pfizer. Daarnaast tientallen kleine biotechnologie-bedrijfjes, meestal voortgekomen uit de universiteiten van Boston en Harvard. Ook om de hoek: academische ziekenhuizen waar baanbrekend biomedisch onderzoek wordt gedaan. "Het voelt niet als concurrentie", beweert Henry Blair, oprichter van Genzyme en peetvader van de Amerikaanse biotechnologie, tijdens een bezoek aan de nieuwe buur. "Integendeel: hoe meer we de krachten bundelen, hoe sterker we worden."
Olijve, met een wijds armgebaar: "In Cambridge zitten we op de eerste rij. Er werken hier 40.000 mensen in de biotechnologie. Een veelvoud van wat in Nederland aanwezig is".

Zoveel kennis op een kluitje zal sneller leiden tot doorbraken, is een diepgeworteld geloof bij iedereen die in Cambridge met biotech te maken heeft. Voor geneesmiddelenproducent Organon dochter van Akzo Nobel kan die dichte concentratie bovendien leiden tot nieuwe vormen van samenwerking, want daar zoekt de farmaceut uit Oss nadrukkelijk naar. Op het gebied van onderzoek, maar ook productontwikkeling.

Onlangs kondigde het bedrijf aan samen te werken met het Amerikaanse Lexicon dat genetisch onderzoek doet voor het ontwikkelen van nieuwe medicijnen. Inmiddels gaat al 20 procent van het onderzoeksbudget van Organon Research naar samenwerking met andere partijen.

De zoektocht naar biotechnologische medicijnen in het geval van de Cambridge-vestiging vooral antistoffen moet wapens leveren in de strijd tegen aandoeningen van het afweersysteem, zoals reuma en multiple sclerose, en tegen kanker en botontkalking. Anders dan bij producten van de klassieke farmacie zijn biotherapeutica gebaseerd op lichaamseigen stoffen, meestal eiwitten.

Eiwitten hebben ook een nadeel: het zijn relatief grote moleculen die niet toe te dienen zijn in de vorm van een pilletje. Ze moeten worden geïnjecteerd.

"Ons DNA bevat een potentieel van 128 miljard verschillende antistoffen", legt Wiebe Olijve uit. "Het lichaam maakt zelf een enorm arsenaal aan geneesmiddelen. Onze uitdaging is die te isoleren, te karakteriseren en dan te bekijken of we ze in kunnen zetten als therapeutisch middel."

Hans van Eenennaam, senior onderzoeker in het nieuwe centrum, noemt reuma als voorbeeld. "De klassieke farmacie maakt kleine chemische verbindingen die het ontstekingsproces in gewrichten halverwege doorhakken. De biotechnologie zoekt naar de oorzaak van dat ontstekingsproces en probeert die uit te schakelen."

Onder leiding van de in Nijmegen opgeleide Van Eenennaam zullen dertig onderzoekers aan de slag gaan in het nieuwe lab. Maar zit de vaart erin, dan is er ruimte voor een verdubbeling van dat aantal.

Toen duidelijk was dat Organon serieuze plannen had in Cambridge, kreeg het bedrijf alle medewerking van lokale autoriteiten en organisaties.

"We hebben de rode loper uitgelegd", zegt Tanya Shnaydman van de industriegroep Massachusetts Biotechnology Council.

"We zorgden ervoor dat Organon werd voorgesteld aan partijen die werken met vergelijkbare technologie of dezelfde interesses hebben. Op zo’n manier geven we bedrijven een belangrijk zetje. Als ze zich hier vestigen, hebben ze al een netwerk opgebouwd en is hun naam bekend."

Tegenslagen nekten de afgelopen tijd de farmaceutische industrie. In korte tijd werden enkele veel voorgeschreven middelen van de markt gehaald wegens gezondheidsrisico’s.

Verder kost het tijd, moeite en geld om nieuwe medicijnen op de markt te krijgen. Tegen de tijd dat een middel geld begint op te leveren, verlopen patenten en komen goedkope kopieën op de markt. Daardoor rest er maar weinig tijd om de hoge kosten van onderzoek en marketing terug te verdienen. Veel farmabedrijven zoeken daarom naar nieuwe perspectieven. Biotechnologie kan daaraan bijdragen, is de verwachting.

Olijve realiseert zich dat veel patiënten niet de tijd hebben om te wachten op nieuwe medicijnen. Hij geeft ze geen valse hoop. "De medicijnen waaraan wij werken, liggen zeker niet binnen een jaar in de apotheek. Je moet eerder denken in een termijn als tien jaar."

Bron: diverse bronnen

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

https://www.medicalfacts.nl

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.