Een struikelmachine om weer te leren lopen

Array

Nijmegen maakt deze dagen wereldwijd sier als wandelstad. In het vernieuwde bewegingslaboratorium, óók een internationaal wandelbolwerk, van professor Jacques Duysens, zetten lopers het hele jaar stappen. Vierdaagsewandelaars, stap anders, stap met beleid! Wie op deze voet verdergaat, komt onderweg in de problemen. Die krijgt geheid blaren en gaat scheef lopen. Einde wetenschappelijke looptip.

Neurofysioloog en bewegingsprofessor Jacques Duysens van het Radboudziekenhuis in Nijmegen ziet zichzelf in de toekomst met een wandelpost en meetapparatuur aan de zijlijn van het Vierdaagsetraject staan. De ervaren onderzoeker denkt veel te kunnen leren van de miljoenen voetstappen op het Vierdaagseparcours. Uiteindelijk moeten de lopers van die kennis profiteren.

"Het is beslist niet ondenkbaar dat we ooit onderzoek doen naar Vierdaagsedeelnemers en hun loopmanieren", zegt Duysens. Maar dat is toekomstmuziek.

In het bewegingslaboratorium van het ziekenhuis, in het jargon de Nijmegen Motor Unit maar ook wel looplab genoemd, test de bewegingsprofessor, die zelf liever rent dan stapt, onder andere de afzet en struikelingen van lopers. Het laboratorium onderzoekt bovendien het staan, zitten en vallen van mensen ook bewegingsfuncties, net als lopen.

Onlangs verhuisde het medisch laboratorium van Biofysica naar een nieuw onderkomen op de afdeling Revalidatiegeneeskunde van professor Alexander Geurts, dichter bij de ziekenhuispatienten dus. Mensen die het lopen ‘verleerd’ zijn. De rest, zoals de Vierdaagsewandelaars, zetten al hun stappen vanzelf, zonder nadenken, op de automatische piloot, hoe stroef ze soms ook vooruit lijken te komen. "Onderweg kunnen ze praten en rondkijken, terwijl elke stap die ze zetten eigenlijk een lichamelijk experiment is. Het is iets basaals dat toch heel ingewikkeld is."

Duysens onderzocht in het begin van zijn wetenschappelijke carrière de looppatronen van katten en doet nu al jarenlang onderzoek met lopers: jonge en oude, gezonde en gehavende. Dat is om de verschillen tussen de soorten lopers te meten. Waarom lopen jongeren anders dan ouderen, vraagt de professor zich af. Waarom struikelen ouderen vaker dan jongeren en waarom nemen ze hindernissen anders dan jongere wandelaars? Wat zijn de effecten van het gebruik van medicijnen op het lopen? Hoe reageert de rest van het lichaam op een enkelverzwikking?

Duysens en zijn team gebruiken de uitkomsten om ‘risicolopers’ zoals senioren te waarschuwen en om ‘abnormale lopers’ (mensen met een dwarslaesie bijvoorbeeld) weer op gang te helpen aan de hand van de middelen in het laboratorium. Een struikelapparaat alleen in het Zwitserse Zürich staat ook een exemplaar , een obstakelscherm, een evenwichtsplatform, een loopband en virtuele schommelstoel. Nog niet zo lang geleden hebben Duysens en zijn collega Bas Bloem, een neuroloog, een subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) van 581.000 euro ontvangen om een nóg beter balansplatform te ontwikkelen. "Met recht dat Nijmegen een loopstad is", stelt Duysens trots.
Bron: De diverse bronnen

Recente artikelen