6 gevallen van euthanasie zonder uitdrukkelijk verzoek

Array

In een brief aan de Tweede Kamer geeft Staatsecretaris Clémence Ross-van Dorp aan dat er in 2004 6 gevallen zijn van euthanasie zonder dat daar een uitdrukkelijk verzoek van de patiënt zelf aan vooraf is gegaan. De staatsecretaris beantwoord in haar brief vragen van kamerleden inzake het jaarverslag van de Regionale toetsingscommissies Euthanasie 2004. In 2004 heeft het College van procureurs-generaal zes door de parketten gemelde zaken besproken waarin sprake was levensbeëindiging zonder een verzoek van de patiënt. In vier gevallen betrof het pasgeborenen bij wie sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden (ernstige vormen van spina bifida in combinatie met andere ernstige afwijkingen, zoals hersenafwijkingen en hydrocephalie). In al deze gevallen heeft consultatie plaatsgevonden en hebben de ouders, na intensief overleg met de betrokken artsen over de diagnose en prognose van de aandoeningen van hun kinderen, ingestemd met de levensbeëindiging. De levensbeëindiging is in deze zaken bovendien op medisch verantwoorde wijze uitgevoerd. De zaken zijn daarom met instemming van de Minister van Justitie geseponeerd.
In een geval betrof het een comateuze volwassen patiënt. Het openbaar ministerie heeft in die zaak hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank waarbij de verdachte is vrijgesproken. Het laatste aan het College van procureurs-generaal gemelde geval betrof een peuter bij wie sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden (gendefect, stoornissen in het afweersysteem en ernstige spierspasmen). Deze zaak is met instemming van de Minister van Justitie geseponeerd, omdat de betrokken arts, evenals de artsen in de vier gevallen van levensbeëindiging bij pasgeborenen, een beroep op noodtoestand toekwam. Deze arts heeft echter wel een waarschuwing gekregen in verband met het plegen van valsheid in geschrifte, omdat hij ten onrechte een verklaring van natuurlijke dood heeft afgegeven. De staatsecretaris geeft aan dat de kwaliteit van de verslaglegging over het algemeen voldoende is. In vrijwel alle gevallen wordt het modelformulier gebruikt. Slechts incidenteel komt het voor dat een meldend arts geen of summiere verslaglegging aanlevert. Wanneer een toetsingscommissie nog vragen heeft na het lezen van de stukken, dan wordt hierover contact opgenomen met de betreffende arts. De verslaglegging door de zogeheten SCEN artsen is bijna altijd van goede kwaliteit. SCEN wordt ook uitgebreid naar ziekenhuizen en verpleeghuizen. Lees hier het hele Jaarverslag van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie 2004 (PDF)

Recente artikelen