Nederland heeft weer voldoende verloskundigen
ArrayNederland heeft voorlopig weer voldoende verloskundigen. Dat meldt een woordvoerster van de Stichting Perinatale Registratie Nederland. Rond 2000 dreigde nog een tekort en de vrees was dat dat een negatieve invloed zou hebben op het aantal thuisbevallingen. De Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) trok destijds aan de bel bij minister Els Borst van Volksgezondheid. "De KNOV wees de minister op de noodzaak om meer studenten toe te laten op de drie opleidingen. Dat is gebeurd. In plaats van 120 mogen de drie vierjarige opleidingen nu jaarlijks 220 studenten toelaten. De eersten stromen nu uit."
Als gevolg van het tekort van een jaar of vijf geleden dreigde het aantal thuisbevallingen af te nemen. Dat is niet gebeurd, blijkt uit een onderzoek dat TNO hield in opdracht van de Stichting Perinatale Registratie Nederland.
"Ongeveer 30 procent van de vrouwen bevalt thuis. Dat is eenzelfde percentage als een jaar of tien geleden." De gevreesde terugval is onder meer voorkomen doordat ongeveer veertig verloskundigen uit het buitenland zijn gehaald. "Zij hebben in een spoedcursus geleerd wat hun werk in Nederland inhoudt", aldus de woordvoerster van de Stichting Perinatale Registratie. Daarnaast heeft ook een dringend verzoek aan huisartsen om bevallingen te blijven begeleiden succes gehad. Dankzij die maatregelen konden vrouwen gewoon thuis hun baby krijgen. Uit het onderzoek blijkt verder dat driekwart van de Nederlandse zwangere vrouwen graag thuis wil bevallen. Uiteindelijk worden jaarlijks zo’n 60.000 baby’s, dat is 30 procent, ook echt thuis geboren.
Bron: diverse bronnen
UPDATE
Volgens Niverl dreigt er zelfs een overschot te ontstaan’
Om te voorkomen dat er in 2015 te veel verloskundigen zijn, zal het aantal opleidingsplaatsen de komende zes jaar omlaag moeten.
Dat blijkt uit onderzoek van het NIVEL, gesubsidieerd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) , via de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN).
De mate waarin de opleidingscapaciteit omlaag zal moeten hangt af van de beleidsmatige en vakinhoudelijke ontwikkelingen in de komende jaren. De afgelopen jaren was de instroom in de opleidingen tot verloskundige 220 eerstejaars per jaar. Blijft het takenpakket van de verloskundigen gelijk, dan zal die instroom teruggebracht moeten worden naar maximaal 168 eerstejaars.
Krijgen verloskundigen daarentegen meer taken, dan hoeft de instroom maar terug naar maximaal 212 eerstejaars. Bij die taakuitbreiding valt te denken aan voorlichting over prenatale screening aan alle zwangeren en de uitvoering van een tweede-trimester-echo.
In de zorgverlening, dus ook in de verloskunde, is het belangrijk om een (globaal) evenwicht te hebben tussen vraag en aanbod: is de vraag beduidend groter dan het aanbod, dan schiet de zorgverlening tekort. Als het aanbod daarentegen groter is dan de vraag, dan kan dat leiden tot werkloosheid of overbehandeling.
Om de vraag naar verloskundigen te schatten werd onder andere rekening gehouden met het aantal te verwachten geboortes, maar bijvoorbeeld ook met het verdwijnen van de verloskundig actieve huisarts. Voor het aanbod werd gekeken naar de in- en uitstroom van verloskundigen, waarbij de uitstroom werd berekend op basis van de pensioengerechtigde leeftijd, de grootte van tijdelijke uitval door ziekte, zorgverlof en dergelijke, en de verwachtingen over voortijdige uitstroom. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van de Beroepskrachtenregistraties van het NIVEL.