PVDA vindt nieuwe zorgverzekeringswet niet goed genoeg

Jan Hamel en Kim Putters; Frank Heemskerk en Godelieve van Heteren zijn gezondheidswoordvoerders voor de PvdA in respectievelijk de Eerste en de Tweede Kamer.

Een verplichte basisverzekering is een langgekoesterde wens, ook van de PvdA. Ook is geen mens tegen meer keuzemogelijkheden voor patiënten of flexibiliteit in het zorgaanbod. In het debat presenteerde Hoogervorst dit als belangrijke elementen van solidaire zorg, maar de manier waarop basisverzekering en marktwerking nu vorm krijgen, biedt geen garantie voor succes. Met de Zorgverzekeringswet kiest de regering voor half goed en dat is in de gezondheidszorg niet goed genoeg.
Wat ontbreekt is draagvlak. Zelfs na aanvullende toezeggingen is het stelsel niet voldoende publiek georiënteerd, niet cliëntgericht genoeg en niet kwaliteitsbestendig genoeg. Bovenal dreigt er een eenzijdige concurrentie op prijs en niet – zoals Hoogervorst suggereert – op kwaliteit.
Gezondheidszorg is een publiek domein, geen proeftuin. Structureel blijven er dus meerdere redenen om grote twijfel te hebben bij deze Zorgverzekeringswet.
Goedkoopste polis niet automatisch beste zorg
1. De Zorgverzekeringswet gaat uit van koopkrachtige patiënten, die probleemloos stemmen met hun voeten en makkelijk kiezen tussen polissen. Veel patiënten willen echter vooral dat zaken goed geregeld zijn en zien door de bomen het bos niet meer als ze straks moeten kiezen. Niemand weet welke ziekte hem zal treffen. Het risico bestaat dat men – zeker met een kleine beurs – simpelweg de goedkoopste polis neemt. Dit is niet automatisch een keuze voor de beste zorg.

Compensatieregeling biedt onvoldoende dekking chronisch zieken en ouderen
2. Deze Zorgverzekeringswet zet betaalbaarheid van zorg op de tocht door hoge nominale premies en de onrechtvaardige no-claimregeling, die vooral slecht uitpakken voor chronisch zieken en ouderen met een lager inkomen. De compensatiemechanismen, zorgtoeslag en verevening, bieden onvoldoende soelaas.

Overheid verliest belangrijke mogelijkheden tot sturing
3. De wet introduceert een doorgeschoten rol voor private verzekeraars. Eerder dan de verzekeraar een uitvoerder te maken van een publiekrechtelijke zorgverzekering, kiest Hoogervorst voor private verzekeraars die winst mogen maken en uitkeren. De overheid verliest belangrijke mogelijkheden tot sturing. Het zal gaan wrikken in een strijd tussen winstmaximalisatie, prijsconcurrentie en zorg om kwaliteit.

Waarborgen onder druk
4. De juridische, privaatrechtelijke vormgeving is Europees risicovol. Er is gekozen voor een privaatrechtelijke organisatie van het zorgstelsel. Nu legt de nationale overheid nog verplichtingen op aan de concurrerende zorgverzekeraars, zoals de eis aan verzekeraars om alle verzekerden te accepteren (acceptatieplicht) en het recht van verzekeraars op compensatie bij hoge en dure risicogroepen (verevening). Door de privaatrechtelijke vorm kunnen de mogelijkheden van de overheid zulke publieke waarborgen te eisen Europees op termijn onder druk komen te staan.

Privatisering en kostenbeheersing gaan niet goed samen
5. De wet hinkt op twee gedachten. Hoogervorst wil marktwerking en kostenbeheersing tegelijk. Met enerzijds een geprivatiseerde gezondheidszorg, waarin de overheid steeds minder grip heeft op de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit. En anderzijds een geprivatiseerd gezondheidszorgveld dat krampachtig gebonden wordt aan kostenbeheersing, waardoor marktprikkels niet goed uitpakken voor patiënten.

Te weinig garantie goede kwaliteit
6. De wet biedt te weinig garanties voor goede kwaliteit. Het is onduidelijk wie straks echt de kwaliteit gaat bewaken. Hoogervorst mikt op de inzet van verzekeraars. Maar het blijft onduidelijk of de zorgverzekeraars niet vooral op prijs zullen gaan concurreren. En verzekerden hebben niet veel andere mogelijkheden dan eenmaal per jaar te wisselen van verzekeraar als de geboden zorg in hun polis niet naar wens is. Met alle administratieve rompslomp van dien. De inspraak van verzekerden op de zorginkoop, bijvoorbeeld door cliëntenraden, is nog steeds niet geregeld .

Invoering in januari te snel
7. Tot slot: een grote hervormingsoperatie behoeft een zorgvuldiger en tijdiger communicatie met burgers. Invoering van de Zorgverzekeringswet per 1 januari 2006 is voor veel mensen een te grote overval. Het signaal dat Nederland bij het EU-referendum gaf, zou ook bij de zorghervormingen te denken moeten geven: dat grote maatschappelijke veranderingen mensen te snel gaan en aantasten in hun bestaanszekerheid wanneer doelen en marsroute onvoldoende helder zijn.
Wij bepleiten een inkomensafhankelijker verdeling van de lasten, de afschaffing van de noclaimkorting en een voorzichtiger inzet van marktwerking. In sommige sectoren van de zorg kunnen marktprikkels nuttig zijn, maar alleen binnen een publiek kader van strikte voorwaarden rond patiënteninvloed, kwaliteit en goed toezicht. Marktprikkels moeten eerst aan de aanbodkant hun nut bewijzen. Toetssteen moet zijn: meerwaarde voor patiënten!
Dit alles is nog steeds mogelijk. Het is geen toeval dat in de wandelgangen van de zorg steeds meer twijfel doorklinkt bij de koers van het kabinet. Weinigen durven hardop ‘ho’ te roepen. De meeste betrokkenen willen niet te boek staan als tegenstander van hervorming. Waarmee de hamvraag ‘Welk probleem willen we nu eigenlijk oplossen?’, ook wordt ingeslikt. Het feit dat het ministerie van VWS, verzekeraars, zorgaanbieders en organisaties als de Consumentenbond, anticiperend op de nieuwe wetgeving, al vele manuren en miljoenen euro’s hebben geïnvesteerd, maakt het ook niet eenvoudiger de rijdende trein te stoppen en de koers te wijzigen.
Laten we de parlementaire enquête over de vraag waarom het misging voorkomen. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald .

Bron: TrosRadar

Is een beetje laat om daar nu mee te komen!

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen