Moet de klinisch technoloog ook in de Wet BIG?
ArrayMinister Klink wil laten onderzoeken of het beroep klinisch technoloog onder de werking van de Wet BIG kan worden gebracht.
In dat geval kan zo’n klinisch technoloog – of technical physician – zelfstandig functioneren in de zorg. Hij zou ook zelf voorbehouden handelingen mogen verrichten (dit zijn handelingen die volgens de wet alleen mogen worden uitgevoerd door beroepsbeoefenaren die daartoe bevoegd zijn; denk aan injecties toedienen of patienten onder narcose brengen).
Samen met de minister van OCW wil Klink nagaan waar nieuwe beroepen een zorginhoudelijke bijdrage kunnen leveren. ‘Tegen de achtergrond van het toenemend aantal chronisch zieken en de begeleiding die zij nodig hebben, begint het besef te groeien dat een enkele medicus niet alle zorg meer kan overzien’, aldus Klink.
De minister zei dit in zijn rede bij de opening van het academisch jaar aan de Universiteit Twente, waar technische geneeskunde sinds 2003 een studierichting is. De hoofdlijn van zijn rede was het belang van innovaties in de zorg.
Medio 2009 wil Klink definitief uitsluitsel geven over de wettelijke status van de klinisch technoloog.
‘De expertcommissie onder leiding van Sminia (voormalig rector Vrije Universiteit, red.) stelt dat niet de naam technisch geneeskundige, maar klinisch technoloog de garantie biedt te worden geregistreerd als beschermd beroep in de BIG (de wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg,red.). Dat hoeft volgens die commissie nu nog niet, maar zal op termijn in één keer gebeuren samen met andere nieuwe medische beroepen als nurse-practitioners en physician assistants, beide HBO-opleidingen. Nee, ik heb geen moeite met de nieuwe naam. Het dekt de lading: het gaat om iemand die actief is in de medische sfeer. Het wordt een geneeskundige met een hoog gehalte aan high tech in zijn bagage, maar geen arts en dus ook zonder spreekuur. Wel een man of vrouw die bijvoorbeeld robotgestuurde operaties uitvoert of chips implanteert’.
Van Vught denkt dat met de nieuwe benaming ‘klinisch technoloog’ en de restricties die zijn aangebracht in de brief van Nijs en Ross (namelijk dat de UT zich niet afficheert als een instelling waar artsen worden opgeleid op straffe van intrekking van de bekostiging) het geharrewar met de acht medische faculteiten is afgekaart. Welke medische handelingen de klinisch technoloog wél en niet mag verrichten aan het menselijk lichaam zal in een later stadium- in de loop van de komende zes jaar- wel blijken, verwacht hij. ‘Het expertadvies wijdt daar verder niet over uit’.