Klink bouwt met bezuiniging aan luchtkastelen

Array

Minister schrapt 0.33 Fte assistentie uit de huisartsenpraktijk Analyse door Rob Schonck, Voorzitter Stichting De Vrije Huisarts Klink schrapt noodzakelijke assistentie


Op de dag dat de inspectie voor de Volksgezondheid en NPCF een rapport presenteerden over de bereikbaarheid van de huisartsenpraktijk, trakteert minister Klink de praktijkhouders op een bezuiniging, die neerkomt op het schrappen van 0,33 Fte doktersassistentie.


Meer assistentie is juist dringend noodzakelijk

En dat terwijl het IGZ-NPCF-rapport pijnlijk duidelijk maakt dat de capaciteit aan doktersassistentie in de huisartsenpraktijken met spoed moet worden uitgebreid.

De LHV acht juist een uitbreiding van 0,6 Fte dringend noodzakelijk.

En dan korten met 0,33 Fte?

33% van de werkgeverslasten van een ervaren assistente

Per jaar 37.403.410 herhaalrecepten (bron: Vektis 2007)
In 6851 normpraktijken (16,1 mln/2350) = 5460 herhaalrecepten per normpraktijk.
5460 x € 2,25 korting = een korting van € 12.285 per normpraktijk

Loonkosten doktersassistente B salarisschaal 5, salarisnummer 12 (“ervaren doktersassistente”)
12 x € 2210 = € 26.520,- + 8% vakantietoeslag = € 28.642
Totale werkgeverslasten + 30%: € 37.403

€ 12.285 / € 37.403 x 100 = 33%

Dus: het halveren van de vergoeding voor het herhaalrecept betekent dat een korting equivalent aan 33% van de loonkosten van een ervaren doktersassistente

De bezuiniging wordt gehaald uit een halvering van de vergoeding voor het herhaalrecept. Dit komt voor een standaardpraktijk neer op een omzetvermindering van ruim € 12.285,- per jaar. Dit bedrag is equivalent aan 33% van de werkgeverslasten van een ervaren assistente.

In één adem met deze maatregel presenteert de minister “als goedmaker” een verbetering van het uurtarief tijdens de diensturen buiten kantoortijd. Het tarief stijgt van ca. € 50,- per uur naar ca. € 60,-. Een halfhartig besluit. De honorering voor deze werkzaamheden is namelijk al jaren niet marktconform. Ook met € 60,- niet. In 2001(!) becijferde onderzoeksbureau Hay al dat het toenmalige marktconforme uurloon € 61,- zou moeten bedragen. Gecorrigeerd voor inflatie betekent dat anno 2009 zo”n € 80,-.

Acht jaar na dato beweegt de minister nu een mager stukje in de richting van dat bedrag.

Aangekondigd wordt voorts dat de tarieven huisartsenzorg in 2009, na 3 jaar van bevriezing op de “nullijn”, eindelijk geïndexeerd worden. Niet meer dan terecht natuurlijk. Aanvankelijk was Klink dat echter helemaal niet van zin. Alsof de kosten van huisvesting, ICT, praktijkuitrusting, personeel, pensioenvoorziening en arbeidsongeschiktheid voor de huisartsondernemers niet, net als voor elke burger, voor bedrijven en voor de overheid zelf, jaarlijks met de inflatie zijn gestegen.

Geen euro extra voor de huisartsenzorg op de begroting van VWS

De angel in de aanwijzing van de minister zit hem er in dat hij de verbetering van het ANW-loon en de indexering volledig financiert uit de korting van de receptvergoeding! Ofwel: Er is geen euro extra voor de bedrijfsvoering van de huisarts op de begroting van VWS en de huisartsondernemer krijgt een sigaar uit eigen doos gepresenteerd.

En dat is zeer opmerkelijk voor een minister die het roken wil inperken.

Een ervaren demagoog

Als een ervaren demagoog rechtvaardigt Klink zijn plannen door in de media te verkondigen dat huisartsen vanaf 2004 honderden miljoenen extra hebben gekregen, met een ondertoon dat het nu wel genoeg is geweest.

De burgers wordt bekwaam een rad voor de ogen gedraaid.

Wat hij namelijk onvermeld laat, is dat de huisartsen, als ondernemers in de eerstelijnszorg, de laatste jaren enorm veel extra werk hebben geleverd voor die miljoenen.(bron: Vektis) Méérwerk, bovenop het met de minister overeengekomen basistaken.

De huisarts heeft kosten moeten maken om zijn organisatie aan te passen

Het gaat allereerst om 25 miljoen reguliere verrichtingen méér dan geraamd, door een toename van de zorgvraag bij de huisarts vanuit de samenleving (ca. 40 consulten per huisarts per week extra). Daarnaast werd een totaal van 1 miljoen uren bijzondere verrichtingen, die voorheen tegen een hogere prijs door de specialist werden uitgevoerd, méér geleverd dan was voorzien (1,6 uur per huisarts per week). Het betreft hier werk dat de minister in zijn toekomstagenda nog in veel ruimere mate bij de huisarts wil zien uitgevoerd. Dat deze zorgsubstitutie besparingen oplevert op zijn begroting is een belangrijk oogmerk voor Klink, maar hij benoemt ze niet.

De huisartsondernemer heeft kosten moeten maken om zijn organisatie aan te passen aan de bulk extra werk die moest worden geleverd. De “extra honorering” waar Klink aan refereert wordt geheel in de praktijk geïnvesteerd en vaak zelfs een groter bedrag.

Het is niet de eerste doos sigaren die de beroepsgroep van dit ministerie krijgt gepresenteerd. Waar het vermoeden bestond dat met deze minister samengewerkt kon worden aan de bouw van een toekomstbestendige eerstelijn, moet helaas geconstateerd worden dat hij onbekwaam is de financiele speelruimte die daarvoor nodig is vrij te maken op zijn begroting.

Strakke budgettering zonder noodzakelijke kostendekking en investeringsruimte

Huisartsgeneeskunde blijkt anno 2008 nog altijd strak gebudgetteerd door de minister van Financien, zonder de benodigde kostendekking en investeringsruimte.

Een gemoderniseerde en levensvatbare eerstelijn is het enige realistische antwoord om hoogwaardige gezondheidszorg voor alle burgers bereikbaar en betaalbaar te houden. Gezien de ongekend gunstige prijs-kwaliteitverhouding en het serviceniveau dat huisartsen al tientallen jaren bieden zijn zij daarbinnen de te koesteren centrale spil.

De minister schoffeert de beroepsgroep en negeert inzet en investeringen

De minister schoffeert echter met zijn voorstellen de beroepsgroep en met name de risicodragende, ondernemende praktijkhouders.

Een beroepsgroep die de afgelopen jaren de lasten van een dramatisch slecht voorbereide stelselwijziging heeft verwerkt zonder daarvoor fatsoenlijk schadeloos gesteld te zijn (80% kostenstijging, bron: Capgemini). En die en-passant de veerkracht heeft getoond om werk te maken van substitutie van onnodig dure tweedelijnszorg naar de huisartsenpraktijk. Die tevens de afgelopen jaren in staat is geweest het dreigend huisartsentekort te absorberen door praktijkvergroting en door meer medewerkers in dienst te nemen zodat door taakdelegatie aan de toenemende zorgvraag kon worden voldaan.

Het gaat Klink domweg om bezuinigen

Die beroepsgroep wordt nu door de minister beloond met een afwaardering van haar inzet. De kern is dat het aangetoonde meerwerk wordt gekwalificeerd als “overschrijding” en onder de streep door de beroepsgroep zelf betaald moet gaan worden. Alle mooie verpakking van Klink ten spijt gaat het hier dus domweg om een bezuiniging. Het hoge verwachtingsniveau dat Klink en anderen sinds jaren hebben ten aanzien van de huisartsenzorg, gaat nog altijd niet vergezeld van de bereidheid om voldoende ruimte te scheppen voor noodzakelijke investeringen in het bedrijf van de huisarts: de praktijk.

Louter luchtkastelen

Dat is een doodlopend spoor want helaas bouw je met mooie woorden louter luchtkastelen.

Dat dit afbraakbeleid verstrekkende consequenties zal hebben,
snapt elke burger.


Bent u al donateur van De Vrije Huisarts? Wij hebben uw steun nodig.

Devrijehuisarts.org

Luis in de pels van de Nederlandse gezondheidsautoriteiten

Recente artikelen