Meldingsplicht infectieziekten gewijzigd

Op 1 december 2008 neemt het aantal meldingsplichtige ziekten toe van 36 naar 42 en moet een voor een praktijk ongewone verheffing van een infectieziekte gemeld worden. Naast behandelende artsen moeten vanaf dat moment ook laboratoria alle infectieziekten melden aan de GGD. De meldingsplicht voor hoofden van instellingen waar kwetsbare personen verblijven, blijft ongewijzigd. De meldingen zijn nodig om tijdig bestrijdingsmaatregelen te kunnen nemen en uitbraken van infectieziekten te voorkomen. Dit is vastgelegd in de nieuwe Wet publieke gezondheid. In deze nieuwewet zijn de Infectieziektenwet, de Wet collectieve preventie volksgezondheid en de Quarantainewet opgegaan.


De achtergronden van de nieuwe wet en de meldingsplicht zijn beschreven in het vademecum. Het geeft een overzicht van de kenmerken van elke meldingsplichtige ziekte en het nut van de meldingsplicht wordt aan de hand van praktijkvoorbeelden geillustreerd. Deze nieuwe wet vervangt de Infectieziektenwet, de Wet collectieve preventie volksgezondheid en de Quarantainewet.


Informatiemateriaal
Het RIVM heeft een praktische handleiding (vademecum) gemaakt om artsen en hoofden van laboratoria te ondersteunen bij de toepassing van de gewijzigde meldingsplicht. Het vademecum bevat een overzicht van de meldingsplichtige infectieziekten, achtergrondinformatie over de reden van de meldingsplicht en praktische informatie de wijze van melden. Tevens is een historisch overzicht van gemelde infectieziekten opgenomen, een leeswijzer voor relevante wetteksten en telefoonnummers van GGD’en binnen en buiten kantoortijden.
In de bijgesloten pdf is een schematisch overzicht van de meldingsplicht weergegeven.


Meldingen
Artsen, hoofden van laboratoria en hoofden van instellingen melden infectieziekten aan de GGD. Deze geeft de gegevens geanonimiseerd door aan het Centrum Infectieziektebestrijding bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
De GGD gebruikt de informatie om bestrijdingsmaatregelen te kunnen nemen, om de bron op te sporen en de mensen te waarschuwen die in contact zijn geweest met een ziek of mogelijk geïnfecteerde persoon. Bovendien kunnen geneesmiddelen preventief worden toegediend en hygieneadviezen worden gegeven. Indien nodig kan de burgemeesters of, in bijzondere gevallen de minister van VWS, dwingend maatregelen opleggen.

Het RIVM gebruikt de informatie voor dagelijkse monitoring (surveillance), voor het beoordelen van de effectiviteit van vaccinaties en voor het tijdig signaleren van landelijke epidemieen. In bijzondere gevallen waarbij de kans bestaat dat de ziekte internationaal wordt verspreid, waarschuwt het RIVM de WHO.

Naar meer informatie over de Wet publieke gezondheid: www.rivm.nl/wetpg.
Naar het dossier van VWS: http://www.minvws.nl/dossiers/infectieziekten/wet-publieke-gezondheid/default.asp.


Schema vademecum Pdf-document (35Kb) | Naar vademecum | Meer informatie wet PG |

Recente artikelen