MICU-centrum Isala en RAV IJssel-Vecht nemen speciale ambulance in gebruik voor IC-patiënten
ArrayVanaf 19 januari a.s. nemen het MICU-centrum Isala en de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) IJssel-Vecht een Mobiele Intensive Care Unit (MICU) in gebruik; een aangepaste ambulance voor het vervoer van patienten tussen IC-afdelingen van verschillende ziekenhuizen. Naast zes andere centra in Nederland hebben de Isala klinieken als enige niet-academisch ziekenhuis de erkenning ontvangen van het ministerie van VWS voor MICU-transporten in oost-Nederland. De vergunning is in gezamenlijkheid met het UMCG Groningen verkregen voor de regio’s noord- en oost-Nederland. Ook de RAV IJssel-Vecht heeft een speciale vergunning gekregen van het ministerie.
Veilig transport
MICU-transporten zijn van belang voor het verplaatsen van IC-patienten die aanvullende IC-zorg nodig hebben die niet geleverd kan worden in het ziekenhuis waar ze op dat moment verblijven. De MICU is dan een belangrijke randvoorwaarde voor het veilig vervoeren van IC-patienten onder begeleiding van een team bestaande uit een IC-arts, een IC-verpleegkundige, een ambulancechauffeur en een ambulanceverpleegkundige. De MICU is uitgerust met een speciale brancard en extra medische apparatuur, medicatie en zuurstof. In een gewone ambulance zijn deze extra voorzieningen niet aanwezig. Teamwork en het juiste equipment dragen ertoe bij dat de intensive care behandeling kan worden voortgezet tijdens het vervoer van de patient met de MICU. Voor het vervoer van IC-patienten tussen ziekenhuizen binnen en buiten het verzorgingsgebied zijn de ziekenhuizen in Almelo, Apeldoorn, Deventer, Enschede, Hardenberg, Harderwijk, Hengelo, Meppel, Winterswijk, Zutphen en Zwolle aangewezen op het MICU-centrum Isala.
Samenwerking IC’s regio
In de Zwolse regio werken de IC’s van de ziekenhuizen nauw samen. Hoofddoel daarvan is het bieden van optimale patientenzorg, waarbij patienten altijd de gewenste intensive care behandeling kunnen krijgen op de juiste plek. Motto daarbij is: plaats een patient op een kleine IC ‘dichtbij huis’ indien mogelijk, maar op een grote IC als het medisch vereist is. Na voldoende herstel wordt de patient zo mogelijk weer teruggeplaatst naar een kleinere IC dichtbij huis.