Hooikoorts tips
ArrayHooikoorts is een allergische reactie van de slijmvliezen van neus en ogen op stuifmeel van grassen, bomen en andere planten die voor de bestuiving afhankelijk zijn van de wind. Hooikoorts veroorzaakt niezen, jeukende of tranende ogen en ‘loopneuzen’. Hooikoorts wordt veroorzaakt door de pollen van planten, bomen en grassen. Er zijn in Nederland ongeveer 140 soorten gras, waarvan er 29 hooikoorts kunnen veroorzaken. Maar ook bepaald onkruid kan deze hinderlijke allergie veroorzaken.
Wanneer jij precies last krijgt van hooikoorts hangt dus af van voor welke pollen je allergisch bent en wanneer de producenten van deze pollen bloeien. De hooikoortspiek ligt in mei, juni en juli. Ook het weer heeft hier invloed op. Bij veel zon, weinig regen en matige wind is het hooikoortsseizoen langer en heviger.
Pollen top tien & Bloeitijden
- Grassoorten mei-september
- Brandnetel juni-september
- Berk maart-mei
- Den en Spar april-mei
- Kastanje en Eik april-juni
- Els februari:-mei
- Zuring mei-augustus
- Weegbree mei-september
- Bijvoet juli-augustus
- Cipresbomen maart-mei
Het is raadzaam om teletekst pagina 709 goed in de gaten te houden wanneer het pollenseizoen begint. Hier vind je de actuele pollensituatie ! Ook kan je je aanmelden voor een SMS of e-mail alert. Meld je aan en ontvang een gratis pollenbericht per sms of e-mail als de situatie zeer ongunstig is.
Aanmelden pollenbericht per sms
Afmelden pollenbericht per sms
Wat zijn de klachten?
De klachten die gepaard gaan met hooikoorts ontstaan doordat de stuifmeelkorrels die op het slijmvlies terecht komen het afweersysteem aanzetten tot een ontstekingsreactie.
Neusklachten
Door de activatie van het immuunsysteem ontstaat zwelling van het neusslijmvlies en ontstaan klachten die aanvankelijk lijken op een neusverkoudheid. Er ontstaat een branderig en jeukend gevoel dat zorgt voor flinke niesbuien. Ook kan een loopneus ontstaan. Door de zwelling van het slijmvlies in de neus kan de afvoer van de bijholtes naar de neus gestremd raken. Hierdoor kan een zwaar gevoel of hoofdpijn laag op het voorhoofd en rond de ogen ontstaan.
Oogklachten
Jeukende, branderige en tranende ogen kunnen ontstaan als gevolg van het contact van het stuifmeel met het slijmvlies van de oogleden.
Andere klachten
De allergische reactie op het stuifmeel kan soms ook hoestklachten veroorzaken en zwelling en irritatie van de huid. Deze klachten komen echter relatief maar weinig voor.
Welk stuifmeel kan problemen veroorzaken?
Planten zijn voor hun voorplanting afhankelijk van bestuiving met stuifmeel. Bij veel planten en bomen wordt dit door insecten van de ene bloem naar de andere gebracht. Andere planten laten deze bestuiving over aan de wind. Om de kans op een succesvolle bestuiving zo groot mogelijk te maken worden grote hoeveelheden stuifmeel aangemaakt die bij gunstige weersomstandigheden (droog, zonnig, lichte wind) massaal in de lucht worden uitgestort.
februari: katjes van de hazelaar                 juni: verschillende grassen staan in bloei
Een groot aantal soorten stuifmeel kan de hooikoortsverschijnselen opwekken. De planten die de meeste problemen veroorzaken zijn verschillende soorten grassen, berken, wilgen en hazelaars. Maar ook andere planten zoals weegbree en bijvoetproduceren stuifmeel dat hooikoorts klachten kan geven.
Welke factoren zijn van invloed?
Vanzelfsprekend is het seizoen van groot belang. De stuifmeelproducerende planten bloeien maar gedurende een betrekkelijk korte tijd. Omdat veel mensen voor meerdere soorten stuifmeel allergisch zijn is de periode dat er hooikoortsklachten zijn vaak vrij lang.
De weersomstandigheden zijn ook van belang: bij zonnig, droog weer komen meer planten in bloei en is de hoeveelheid stuifmeel in de lucht erg hoog. Tijdens een flinke regenbui neemt de hoeveelheid stuifmeel sterk af: de lucht wordt als het ware schoongespoeld. Daarom is regenachtig weer voor mensen met hooikoorts vaak juist ‘mooi weer’.
Het moment van de dag speelt ook een rol: in de vroege ochtend is er minder stuifmeel in de lucht dan in de middag en ’s avonds.
Aan de kust is er, vooral bij westen- en noordwesten wind weinig stuifmeel in de lucht aanwezig. Op het platteland en in natuurgebieden is de concentratie stuifmeel weer relatief hoog.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Er zijn twee manieren om vast te stellen of iemand hooikoorts heeft en zo ja, voor welk stuifmeel:
- Er kan bloed afgenomen worden waarin via de RAST-methode een allergie kan worden vastgesteld.
- Een andere methode is de ‘priktest’ (intracutane allergietest) waarbij kleine hoeveelheden extract van de allergenen op de huid worden gedruppeld, waarna met een klein lancetje door de druppel heen een miniscuul gaatje in de huid wordt geprikt. Binnen een half uur ontstaat in het geval van een allergie een galbult-achtig kwaddeltje rond de prikplaats. Hoe groter de galbult, hoe sterker de allergie.
Hoe wordt het behandeld?
Hooikoortsklachten zijn te bestrijden met speciale medicijnen: antihistaminica. Antihistaminica voorkomen dat ontstekingsbevorderende stoffen, die voor de hooikoortsklachten verantwoordelijk zijn, in de slijmvliezen worden losgelaten. De meest bekende zijn de antihistaminica in tabletvorm, maar er zijn ook antihistaminica in de vorm van oogdruppels. Ook zijn er speciale neusdruppels en neussprays te gebruiken wanneer de klachten zich beperken tot de neus. Er zijn vele antihistaminica verkrijgbaar: de meeste zijn alleen op doktersrecept verkrijgbaar, maar sommige zijn ook zonder recept te koop bij de apotheek of drogist.
Hoe is hooikoorts te voorkomen?
Hooikoorts is niet volledig te voorkomen omdat de planten die het allergene stuifmeel verspreiden zeer algemeen voorkomen. Contact met het stuifmeel vermijden is dus niet mogelijk. De hoeveelheid stuifmeel beïnvloedt meestal wel de ernst van de klachten. Zoals hierboven al werd aangegeven is de concentratie stuifmeel aan de kust relatief laag en op het platteland relatief hoog.
Hooikoortsberichten
Van mei tot augustus worden op radio (tijdens het weerbericht) en op teletekst dagelijks hooikoortsberichten uitgezonden. Deze hooikoortsberichten geven een voorspelling van de hoeveelheid stuifmeel in de lucht en wordt de toestand voor hooikoortspatienten voor de volgende dag voorspeld op een schaal van ‘gunstig’ tot ‘ongunstig’ met enkele gradaties ertussen. Het KNMI verzorgt in samenwerking met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) tijdens het hooikoortsseizoen ook een dagelijkse voorspelling via KNMI.nl. Op de website van het LUMC wordt bovendien van dag tot dag bijgehouden hoeveel stuifmeel van welke plantensoort in de lucht is.
Bron: Huidinfo