Crimineel gedrag kinderen voorspeller delinquente carrière
ArrayDelinquent gedrag bij kinderen onder 12 jaar is een belangrijke voorspeller van een ernstige en langdurige criminele carrière. Bovendien hebben deze kinderen een verhoogde kans op het ontwikkelen van psychiatrische stoornissen en problemen op sociaal en maatschappelijk gebied. Over de factoren die bepalen wie van de vroeg delinquente jongeren ook een criminele carrière ontwikkelt, is nog weinig bekend. Psycholoog en jurist Lieke van Domburgh deed onderzoek naar de ontwikkeling van kinderdelinquentie geregistreerd door de politie. Zij promoveert op 13 mei bij VU medisch centrum.
Uit het onderzoek van Lieke van Domburgh blijkt dat bepaalde socio-demografische kenmerken vaker voorkomen bij delinquente kinderen. Zo zijn het vaker jongens, komen de kinderen vaker uit steden, uit buurten met een lage sociaal-economische status en zijn kinderen van niet-westerse etnische origine overgerepresenteerd in de politieregistratiesystemen. Ook komt ongeveer de helft van de onderzochte kinderen uit een gebroken gezin, was er bij de moeder relatief vaak sprake van tienermoederschap en waren er veel psychische problemen bij zowel de ouders als de kinderen.
Lieke van Domburgh vond ook dat bijna een derde van de jonge delinquenten in de adolescentie doorgaat met het vertonen van delictgedrag. Voorspellen van dit herhaald delictgedrag is echter moeilijk, maar er zijn wel samenhangende factoren aan te wijzen. Zo ziet Van Domburgh een verband tussen verschillende individuele karakteristieken zoals spijbelen en gedragsproblemen als ernst, frequentie, diversiteit en persistentie van delictgedrag. Ook blijkt dat problemen in het gezin, in sociale contacten en in de omgang met leeftijdgenoten samenhangen met delictgedrag.
Nog te ontwikkelen screeningsmethoden moeten helpen bepalen waarom jeugdige delinquenten later hiermee doorgaan. Bovendien kunnen dan interventies worden vastgesteld vanuit jeugdzorgperspectief omdat de kinderen ook veel psychische en gezinsproblemen hebben. Van Domburghs onderzoek geeft aan dat het belangrijk is om informatie van verschillende bronnen zoals school, jeugdzorg en politie te combineren zodat er een beter begrip van het delictgedrag mogelijk is.