Hoge Raad vernietigt verbod tegen de Vereniging tegen de Kwakzalverij
ArrayDe Hoge Raad heeft de zaak van Vereniging tegen de Kwakzalverij vs Sickesz verwezen naar het hof ‘s-Gravenhage. De Hoge Raad gaat met het hof ervan uit dat de gemiddelde lezer van de berichtgeving in de media over de lijst met kwakzalvers het woord kwakzalver zal opvatten in de negatieve, met het gangbare spraakgebruik en Van Dale overeenstemmende betekenis. Maar daarmee is niet gezegd dat de Vereniging tegen de Kwakzalverij onrechtmatig heeft gehandeld doordat de lijst met kwakzalvers in de media is gepubliceerd zonder de door de Vereniging zelf gebruikte neutralere definitie. Dat hof zal nu opnieuw moeten beoordelen of de Vereniging onrechtmatig heeft gehandeld door in haar publicaties Sickesz op de lijst van kwakzalvers te zetten. Daarbij zal het opnieuw gaan om een afweging van twee hoogwaardige belangen: dat van Sickesz om niet lichtvaardig te worden blootgesteld aan publicaties die haar eer, goede naam en integriteit aantasten aan de ene kant, en aan de andere kant het belang van de Vereniging die het grote publiek wenst te waarschuwen voor wat zij als kwakzalverij beschouwt.
De Vereniging tegen de Kwakzalverij heeft in 2000 een bundel uitgegeven voor een congres over “Kwakzalverij in de twintigste eeuwâ€. Daarin was een lijst opgenomen van personen die volgens de Vereniging als de “top twintig†kwakzalvers moeten worden beschouwd. In de bundel is vermeld welke definitie de Vereniging hanteert voor “kwakzalverijâ€: daarvoor moet zijn voldaan aan vijf voorwaarden, waaronder dat het handelen van de betrokkene “niet gefundeerd is op toetsbare en voor die tijd logische dan wel empirisch-houdbare hypothesen en theorieen†en dat “geen toetsing binnen de beroepsgroep op effectiviteit en veiligheid heeft plaatsgevondenâ€. Verder wordt in de bundel opgemerkt dat een betiteling als “kwakzalver†geen beschuldiging van kwade trouw of oplichting inhoudt. Deze definitie is dus neutraler dan die in Van Dale, waarin naast de betekenis van “iemand die nutteloze middelen toepast ter genezing van de een of andere ziekte of middelen beweert te kennen tegen alle mogelijke ziektenâ€, ook de figuurlijke betekenis wordt vermeld van “iemand die het publiek wat op de mouw wil spelden, syn. boerenbedrieger, oplichter, knoeier.â€
Op de in 2000 samengestelde lijst van kwakzalvers is de arts M. Sickesz opgenomen, die sinds 1965 werkzaam is op het gebied van de orthomanuele geneeskunde. Daarvan is in kranten en tijdschriften melding gemaakt, zonder dat de genoemde, meer neutrale betekenis van het woord “kwakzalver†is vermeld. Sickesz stelt in deze procedure dat de Vereniging onrechtmatig handelt door haar op de lijst van kwakzalvers te vermelden, en zij vordert rectificatie en een verbod van herhaling. De rechtbank Amsterdam heeft dat op 3 augustus 2005 afgewezen.
Het hof Amsterdam heeft op 31 mei 2007, (zie LJN: BA6412) de vorderingen van Sickesz toegewezen en de Vereniging onder meer:
-          verboden Sickesz als kwakzalver of “notoire genezer†aan te duiden, op straffe van een dwangsom € 10.000 per overtreding (met een maximum van € 100.000).
-Â Â Â Â Â Â Â Â Â Â bevolen een rectificatie in De Telegraaf en NRC Handelsblad te plaatsen.
Procedure bij de Hoge Raad
De Vereniging heeft tegen de uitspraak van het hof beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
Als advocaat in cassatie treden op voor de Vereniging: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt en voor Sickesz: mr. P. Garretsen, beiden advocaat in Den Haag.
Advocaat-generaal mr. J. Wuisman heeft op 23 januari 2009 in zijn conclusie de Hoge Raad geadviseerd de uitspraak van het hof te vernietigen.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft op 15 mei 2009 de uitspraak van het hof Amsterdam vernietigd en de zaak verwezen naar het hof ‘s-Gravenhage.
De Hoge Raad gaat met het hof ervan uit dat de gemiddelde lezer van de berichtgeving in de media over de lijst met kwakzalvers het woord kwakzalver zal opvatten in de negatieve, met het gangbare spraakgebruik en Van Dale overeenstemmende betekenis. Maar daarmee is niet gezegd dat de Vereniging tegen de Kwakzalverij onrechtmatig heeft gehandeld doordat de lijst met kwakzalvers in de media is gepubliceerd zonder de door de Vereniging zelf gebruikte neutralere definitie. De Vereniging mengt zich in het maatschappelijk debat en wil het grote publiek waarschuwen voor wat zij als kwakzalverij beschouwt. Door de inhoud en context van haar publicaties laat de Vereniging geen onduidelijkheid bestaan over wat zij daarmee bedoelt. In dit verband beroept zij zich terecht op de mede in artikel 10 EVRM (Europees Verdrag voor de rechten van de mens) gewaarborgde vrijheid van meningsuiting.
Bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het gebruik van het woord “kwakzalver†heeft het hof daarom ten onrechte niet gekeken naar de meer neutrale betekenis van dat woord, zoals het door de Vereniging wordt gebruikt, en die ook in Van Dale is vermeld.
De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat het hof onvoldoende is ingegaan op de kern van de bezwaren van de Vereniging tegen de door Sickesz gepropageerde inzichten en behandelmethoden. Die bezwaren richten zich niet alleen op de claim dat orthomanuele geneeskunde werkzaam is bij nek-, schouder- en rugklachten, maar ook op de beweerde werkzaamheid bij internistische klachten en zelfs bij psychiatrische ziektebeelden als autisme, schizofrenie en manisch-depressieve psychosen.
Gevolg van deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het hof ‘s-Gravenhage. Dat hof zal nu opnieuw moeten beoordelen of de Vereniging onrechtmatig heeft gehandeld door in haar publicaties Sickesz op de lijst van kwakzalvers te zetten. Daarbij zal het opnieuw gaan om een afweging van twee hoogwaardige belangen: dat van Sickesz om niet lichtvaardig te worden blootgesteld aan publicaties die haar eer, goede naam en integriteit aantasten aan de ene kant, en aan de andere kant het belang van de Vereniging die het grote publiek wenst te waarschuwen voor wat zij als kwakzalverij beschouwt.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 15 mei 2009. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is laatstgenoemde bindend.
Den Haag, 15 mei 2009
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070 – 3611236
LJ Nummer