Liquiditeitsproblemen dreigen in zorgsector

Array

ziekenhuis-bron-pwcDe liquiditeitspositie van de zorgsector is kwetsbaar. Uit de jaarcijfers van zorginstellingen over 2008 blijken forse negatieve kasstromen en een grote financieringsbehoefte.Tegelijk zijn de banken vanwege de kredietcrisis uiterst terughoudend met het verstrekken van leningen. ‘Instellingen met een eigen vermogen van minder dan tien procent van de omzet of met negatieve resultaten, zouden daardoor in de problemen kunnen komen’, zegt André Loogman, partner bij PricewaterhouseCoopers (PwC), vandaag in Het Financieele Dagblad.

PwC heeft de resultaten en financiele positie over 2008 van de zorginstellingen op een rij gezet. Eén van de opvallendste uitkomsten is dat de zorgsector als geheel vorig jaar een negatieve kasstroom had. Uit de beschikbare jaarrekeningen blijkt dat het gaat om een bedrag van 900 miljoen euro. In 2007 was dat nog zo’n 150 miljoen euro negatief.

Omgeslagen
Vooral in de GGZ is het hard gegaan. De geestelijke hulpverleners hadden in 2007 nog een kasstroom van rond de nul, terwijl dat in 2008 is omgeslagen naar 900 miljoen euro negatief. Hier wreekt zich de overgang naar de zorgverzekeringswet, waarbij voor een groot deel van de opbrengsten het vaste voorschot is vervangen door declaraties per behandeling achteraf. Deze declaraties kunnen pas ingediend worden als de behandeling is afgesloten. Daardoor kan de sector gemiddeld pas een half jaar later zijn omzet afrekenen.

De sector verpleging, verzorging en thuiszorg heeft al twee jaar achter elkaar een negatieve kasstroom van ruim 200 miljoen euro. In de ziekenhuizen speelt een bijzonder probleem met de liquiditeit. Hun kasstroom was in 2008 weliswaar nog zo’n 275 miljoen euro positief, maar zij hebben nog grote terugbetalingsverplichtingen aan de zorgverzekeraars over 2007 en eerder. Dit houdt verband met de overgang naar het declaratiesysteem van DBC’s in 2005. Het gaat vaak om tientallen miljoenen per ziekenhuis. In de herfst van dit jaar moet een groot deel van dat geld, totaal circa twee miljard euro, terugbetaald worden aan de zorgverzekeraars. Ziekenhuizen hebben dit geld vaak gebruikt voor de tijdelijke financiering van bouwprojecten. Dit wordt mede gestimuleerd door de budgetregels en levert rentevoordelen op voor de sector.

Bankkredieten
Deze bedragen moeten nu gefinancierd worden uit nieuwe bankkredieten. Maar daarbij doet zich een ander probleem voor. Banken zijn vanwege de kredietcrisis terughoudend met het verstrekken van kredieten. Daar komt nog bij dat de zorgsector midden in een serie stelselwijzigingen zit. ‘Hierover is nog veel onzeker’, zegt Loogman. ‘Zorginstellingen zullen worden bekostigd voor de daadwerkelijk geleverde prestaties en diensten; in toenemende mate op basis van prijzen in een vrije markt. De kasstroom hieruit kan echter niet goed worden ingeschat, omdat de vastgoedcomponent in de tarieven onduidelijk is. Daardoor is het voor ziekenhuizen en andere zorginstellingen moeilijker om goede businessplannen te maken. Hier komt bij dat als instellingen het vastgoed niet kunnen terugverdienen, lopende bouwprojecten onder druk komen of er moeten dan afboekingen plaatsvinden op bestaande panden. De beperkte eigen vermogens van zorginstellingen zijn, zeker gemiddeld, onvoldoende om dergelijke risico’s op te vangen. Dit maakt bankiers erg voorzichtig. Ze eisen nu vermogens die oplopen tot twintig procent van de opbrengsten.’

Hogere rente
De consequentie is dat zorginstellingen een hogere rente op hun bankleningen moeten betalen of hun liquiditeitstekorten en bouwprojecten niet meer of maar gedeeltelijk gefinancierd krijgen. ‘Zeker als de vraag naar werkkapitaal wordt gecombineerd met de behoefte aan financiering voor een bouwproject, wordt het moeilijk’, aldus Loogman. Daarbij kijken banken vooral naar de vermogenspositie van de zorginstellingen. Ligt het vermogen beneden het niveau van tien procent van de omzet, dan heeft de zorginstelling een serieus probleem. Het probleem speelt bijvoorbeeld duidelijk in de sector verpleging, verzorging en thuiszorg, waar een kwart van de instellingen beneden het niveau van tien procent zit.

Bezuinigingen
De resultaten van zorginstellingen zijn vorig jaar over het algemeen wel verbeterd. De uitzondering was de GGZ, waar het resultaat halveerde van 1,2 procent tot 0,3 procent van de omzet. Hier spelen de extra rentelasten als gevolg van de invoering van het nieuwe declaratiesysteem een belangrijke rol. Deze resultaten zullen mogelijk verder teruglopen door de aangekondigde bezuinigingen in de GGZ.

Bij de instellingen in de verzorging, verpleging en thuiszorg is het resultaat omgeslagen van 0,7 procent negatief naar 0,2 procent positief. Daar valt volgens Loogman wel het één en ander op af te dingen. Ten eerste hebben een aantal instellingen hun jaarcijfers nog niet gepubliceerd en daar zitten een aantal probleemgevallen bij. Zij drukken waarschijnlijk het gemiddelde resultaat. Een voorbeeld is zorgconcern Meavita, waarvan grote delen begin dit jaar in surseance zijn geweest.

Nieuwe manier
Bovendien is het resultaat van alle zorginstellingen maar met name de VVT-sector gunstig beïnvloed door een nieuwe manier van boekhouden over middelen voor instandhouding van het vastgoed. Dat levert voor de instellingen in verpleging, verzorging en thuiszorg een meevaller op voor het resultaat van 0,3 procent. Zonder die meevaller zou de sector slechts een marginaal positief resultaat hebben behaald.

De ziekenhuizen tenslotte hebben vorig jaar een iets beter resultaat geboekt. Het resultaat ging van 1,3 procent naar 1,4 procent van de omzet. Maar hier wordt het beeld vertekend door afrekeningen over de jaren voor 2008. Die hebben het resultaat in 2008 sterk positief beïnvloed. De pijplijn van dergelijke afrekeningen over voorgaande jaren begint leeg te raken, zodat deze oppepper voor de resultatenrekening voor dit en komende jaren weg zal vallen.

Incidenteel
Gemiddeld is het vermogen van alle zorginstellingen vorig jaar ten opzichte van de omzet met 2,1 procent toegenomen. Maar ook hier geldt dat de nieuwe manier van boekhouden van de middelen voor het vastgoed een aanzienlijke invloed heeft gehad. Zonder deze tijdelijke meevaller zou het vermogen zijn gedaald, wat het meest zichtbaar is in de GGZ (0,8 procent) en de VVT (0,4 procent). De nieuwe manier van boekhouden leidt maar liefst tot een vermogensstijging van 2,3 procent voor de gehele sector.

Loogman: ‘Het eigen vermogen is gemiddeld gegroeid in 2008, vooral dus door incidentele posten. De verschillen tussen instellingen zijn echter toegenomen en de risico’s voor zorginstellingen nemen snel toe. De groei van het eigen vermogen houdt absoluut geen gelijke tred met de groei van de risico’s. Bij toenemende liquiditeitsbehoefte vormt dit een fors oplopend probleem’.

Als meer informatie wilt of de complete analyse wilt ontvangen, kunt u een mail sturen naar André Loogman of Frank van Kommer.

Bron: PwC

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen