Meer dan de helft van de gedetineerden wordt niet behandeld voor psychologische stoornis.
ArrayGevangenisartsen moeten alerter zijn op psychische stoornissen bij gedetineerden. Veel stoornissen blijven nu nog onopgemerkt. Dat zeggen onderzoekers van de Nijmeegse Pompestichting. Zij ontdekten dat meer dan de helft van de gevangenen in Nederland een psychische stoornis heeft. Ruim 80 procent heeft ooit een stoornis gehad. Het onderzoek werd uitgevoerd onder reguliere gevangenen. Het gaar daarbij om de negentig procent van de gevangenispopulatie die na een eerste selectie niet als psychiatrische patient is herkend.
Grote stoornissen zoals psychoses worden vaak wel opgemerkt door artsen, maar wanneer iemand autistisch is bijvoorbeeld, wordt dat vaak niet gezien. De onderzoekers namen vragenlijsten af van 191 gedetineerden. Als verslaving wordt meegerekend, werd bij 81,7 procent van de gevangenen een verleden vastgesteld met een psychiatrische stoornis. Bij 56,6 procent was de stoornis nog steeds aanwezig. Indien verslaving niet wordt meegerekend, gaat het om een kwart van de gedetineerden, zegt onderzoeksleider Erik Bulten in een interview met het NtvG. Het viel de onderzoekers op dat bij 38 procent van de gevangenen in de vroege jeugd ADHD is vastgesteld en dat vijf tot zes procent nog steeds met deze stoornis kampt. Ontwikkelingsstoornissen als ADHD en autisme zijn volgens Bulten moeilijk herkenbaar.
Bulten wijst erop dat het in de gevangenis moeilijk is om hulp te vragen voor psychiatrische stoornissen. Alleen al omdat het geen onderdeel is van de gevangeniscultuur om zich kwetsbaar op te stellen, moeten gevangenen meer worden gewezen op hulptrajecten.