Selectie van geneeskundestudenten moet beter
ArrayVWO-cijfers zijn geen goede indicatie voor toekomstige studieprestaties
Voor een grote groep studenten voorspelt het VWO-eindexamencijfer niet hoe de studieprestaties zijn tijdens de geneeskundeopleiding. Dat blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC, waarop senior opleidingsadviseur Gerard Baars is gepromoveerd. Zijn bevindingen zetten het gewogen lotingsysteem onder druk. Dat systeem passen alle geneeskundeopleidingen in Nederland toe.
De gewogen loting laat aankomend studenten met een VWO-eindexamencijfer onder de 8 loten om een plek te krijgen. Hoe hoger het VWO-eindexamencijfer, hoe groter de kans om ingeloot te worden. De universiteiten willen met deze selectiemethode de beste studenten binnenhalen. Echter, voor de grote groep mensen met een cijfer tussen de 5,5 en de 7 voorspelt het VWO-eindexamencijfer niet hoe de studieprestaties zijn tijdens de geneeskundeopleiding. Baars: ‘Als dit bij andere opleidingen dan het Erasmus MC ook het geval blijkt, moet het selectiesysteem dus veranderen.’ Die beslissing moet worden genomen door het kabinet, dat opleidingen verplicht tot loten.
Ook als studenten al binnen zijn, gaat een aantal opleidingen door met selecteren. Ze doen dit met het zogenoemde Bindend Studie Advies. Daarbij moeten studenten in het eerste jaar een minimum aantal studiepunten halen, om door te mogen gaan. Ook deze wijze van selecteren heeft beperkingen. ‘Bij Erasmus MC zou bijna een kwart van de studenten onterecht worden afgewezen als het aantal behaalde studiepunten na 1 jaar als enig selectiecriterium wordt gebruikt. Deze studenten zouden een jaar later succesvol de propedeuse afronden’, zegt Baars. Bij het Erasmus MC zijn de criteria voor het Bindend Studie Advies daarom aangepast.
De onderzoeker heeft een model gemaakt waarmee opleidingen wellicht beter uit de voeten kunnen. Het voorspelt na 6 maanden studie met een betrouwbaarheid van 66,7% welke studenten de propedeuse niet binnen twee jaar zullen halen. Deze betrouwbaarheid is hoog genoeg om een hanteerbare groep van studenten te selecteren voor een kortdurend ondersteunend programma. Baars: ‘Het is echter nog onvoldoende om studenten echt te kunnen afwijzen. Het model moet dus nog verbeterd worden.’
Voor zijn onderzoek naar de gewogen loting heeft de promovendus gebruik gemaakt van gegevens van 327 studenten van het Erasmus MC. Voor het onderzoek naar de effecten van selectie van studenten in het eerste jaar heeft hij 1819 studenten onderzocht.