Onderzoek: Jeugdarts ziet risicokinderen te weinig

Array

ziek-kindRuim de helft van de jeugdartsen zegt risicokinderen niet, te weinig of te laat te zien. Dat blijkt uit onderzoek van de SP en de vereniging Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland (AJN). Slechts 5 procent van de jeugdartsen denkt alle risicokinderen in beeld te hebben en bijna de helft zegt er zeker van te zijn de risicokinderen niet in beeld te hebben.

Ieder kind komt in zijn of haar jonge leven meerdere keren in aanraking met de Jeugdgezondheidszorg. Eerst als baby en peuter op het consultatiebureau, later bij de schoolarts. De jeugdarts kijkt dan of een kind zich goed ontwikkeld, zowel lichamelijk als sociaal-emotioneel. Als een kind zich niet goed ontwikkeld, of als er vermoeden bestaan dat dit het geval is, kan je spreken van een risicokind. Juist deze kinderen zijn door de jeugdarts onvoldoende in beeld.

AJN-bestuurslid Nathalie Leeuwenburgh: “Er wordt een hoop verwacht van de jeugdgezondheidszorg, maar helaas krijgen jeugdartsen niet voldoende tijd, ruimte, mogelijkheden en vertrouwen om dat allemaal waar te kunnen maken. Risicokinderen zijn daardoor teveel buiten beeld. Een zorgelijke situatie waar dringend meer aandacht voor moet komen.”

Jeugdartsen geven in het onderzoek aan dat hun werk en de zorg aan kinderen verschraalt. Veel van hun werk wordt overgenomen door vragenlijsten en doktersassistenten. Bijna een derde van de onderzoeken in de Jeugdgezondheidszorg van 4 tot 19 jaar wordt door middel van vragenlijsten uitgevoerd of zal binnenkort zo worden uitgevoerd. Jeugdartsen vinden dit een uitholling van de zorg voor kinderen. Verschuiving van taken vindt volgens de jeugdartsen plaats door een gebrek financien, niet op basis van inhoudelijke argumenten.

Ruim 4 op de 5 jeugdartsen is van mening dat ze risicokinderen niet de zorg kunnen bieden die nodig is. Dossiervorming, ook niet onbelangrijk voor het opsporen van risicokinderen, schiet er bij bijna 40 procent van de jeugdartsen regelmatig bij in. De oorzaak ligt hem voornamelijk in de werkdruk onder de jeugdartsen. Die is enorm, maar liefst 93 procent van de jeugdartsen ervaart hoge werkdruk. SP-Kamerlid Marianne Langkamp: “Willen we dat alle kinderen werkelijk gelijke kansen krijgen op een gezonde ontwikkeling en een goede opvoeding, dan moeten we er in ieder geval voor zorgen dat we de jeugdgezondheidszorg zo snel mogelijk op orde krijgen. Want een gezond kind heeft de toekomst.”

Belangrijkste conclusies:
Slechts 5 procent van de jeugdartsen denkt alle risicokinderen in beeld te hebben. 49 procent twijfelt daaraan en 46 procent weet zelfs zeker van niet
Ruim 85 procent van de artsen is van mening dat ze kinderen niet de zorg kunnen bieden die nodig is
Veel jeugdartsen melden een enorme toename van de bureaucratie. Dat betreft een toename van vergaderen, eindeloos praten en overleggen
Pubers worden slecht bereikt door de jeugdgezondheidszorg
Meer dan de helft van de jeugdartsen heeft problemen bij doorverwijzingen van kinderen

Belangrijkste aanbevelingen:
Geef jeugdartsen voldoende tijd. Ruimere tijden voor onderzoeken en noodzakelijke vervolgcontacten
Alle kinderen in de JGZ 4-19 jaar moeten worden gezien op alle contactmomenten door professionals. Geen vervanging door vragenlijsten, deze kunnen hoogstens aanvullend zijn
Voer een extra contactmoment in op 16-jarige leeftijd. Investeer in deze kwetsbare groep jongeren
Investeer extra in huisbezoeken. Huisbezoeken kunnen hard nodig zijn om risicokinderen op te sporen en te begeleiden

Pak de bureaucratie aan onder meer door het beperken van registratie-eisen. Geef de professionals meer autonomie
Geef de Jeugd Gezondheid – teams een sleutelpositie in de zorg rond de jeugd en binnen de Centra voor Jeugd en Gezin
Faciliteer de verwijsmogelijkheden van jeugdartsen binnen de eerstelijns gezondheidszorg, naar de GGZ, de medisch specialist en geïndiceerde jeugdzorg. Leg regels vast voor terugkoppeling naar de JGZ
Zorg voor optimale samenwerking tussen de JGZ 0-4 en de JGZ 4-19 en voor verbetering van de samenwerking tussen jeugdgezondheidszorg, huisartsen, kindergeneeskunde en jeugdzorg
Streef naar vergroting van het bereik van de jeugdgezondheidszorg tot 95%, in het bijzonder bij pubers

Bron: SP

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen