De onderzoekers van UMC Utrecht onderschatten het mogelijke risico van het probiotica-mengsel.’
ArrayDe opzet, de toetsing en de uitvoering van de Utrechtse probioticastudie schoot op belangrijke punten tekort.
Dat constateerden de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) en de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) donderdagochtend. Het rapport is niet alleen kritisch, maar bevat ook aanbevelingen voor toekomstige klinische onderzoeken.
IGZ geeft toe: dit onderzoek biedt de nabestaanden geen antwoord op de vraag op de vraag of dierbaren overleden zijn door de probiotica. Wel zegt de Inspectie vd Gezondheidszorg: ‘De onderzoekers van UMC Utrecht onderschatten het mogelijke risico van het probiotica-mengsel.’
De IGZ heeft vooral problemen met de slechte voorlichting. De informatie was te optimistisch. Patienten wisten niet dat er veel risico’s kleefden aan het nieuwe medicijn. Resultaten van onderzoek op ratten waren positief en hoopgevend, maar probiotica was slechts sporadisch getest op mensen en in het UMC Utrecht zelfs nooit.
Tijdens het probioticaonderzoek werd tussen 2003 en 2007 in het Universitair Medisch Centrum Utrecht onderzocht in hoeverre patienten met een voorspeld ernstige acute alvleeskierontsteking baat hadden bij een toediening van een probioticamengsel. Aan het einde van de studie bleek dat significant meer patienten waren overleden na toediening van probiotica: 24 van de 152 proefpersonen in vergelijking met 9 van de 144 in de placebogroep.
Volgens het rapport mankeerde het aan een deugdelijk onderzoeksprotocol, werd de studie te weinig getoetst en was de uitvoering op aantal belangrijke punten niet in overeenstemming met de Wet medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO).