Resultaten meldacties AWBZ van de gezamenlijke patiënt- en cliëntorganisaties
ArrayOp vrijdag 15 januari werden de resultaten van diverse meldacties gepresenteerd. Zij hebben in 2009 van 4.300 mensen informatie gekregen over de hulp die ze nodig hebben en die ze krijgen. Het onderzoek is gedaan bij clienten die te maken kregen met een strengere toegang tot de AWBZ.
Driekwart van de deelnemers aan het onderzoek kreeg in 2009 een nieuwe zorgindicatie. En 63% van hen kreeg minder of helemaal geen begeleiding toegekend. Een groot deel, 42% van de mensen die achteruitgaan in hulp, ondervindt problemen nu ze minder hulp krijgen. Meestal is er niet direct een oplossing voor handen. Veel clienten vallen in een gat tussen afbouw van de AWBZ en te langzame opbouw van voorzieningen in de Wmo.
Meer cijfers uit onderzoek naar de gevolgen van de pakketmaatregel begeleiding voor budgethouders
– 43% van de budgethouders die een herindicatie hebben gekregen krijgt minder uren begeleiding dan voor de pakketmaatregel.
– Budgethouders die een indicatie hadden klasse 6 of hoger; 20% van hen verliest meer dan twee klasses. Dit is een oneigenlijk effect van de maatregel want deze budgethouders zijn matig of zwaar beperkt en zouden dus weinig tot geen begeleiding mogen verliezen.
– Budgethouders die een indicatie hadden voor 4 dagdelen begeleiding; 20% van hen verliest de gehele begeleiding.
Meer cijfers uit de meldacties van de gezamenlijke patient- en clientorganisaties
Algemene punten
– 43% van de groep die minder begeleiding krijgt na de herindicatie geeft aan zichzelf niet goed te kunnen redden. Voor een kwart van deze mensen staat zelfstandigheid op de tocht; de vraag is of ze nog wel zelfstandig kunnen wonen.
– Verpleegkundige zorg wordt na herindicatie persoonlijke verzorging of gebruikelijke zorg.
Van deze groep heeft 46% minder zorg gekregen na de herindicatie. En daarvan 28% geeft aan zich amper meer te kunnen redden. Consequenties: overbelasting mantelzorgers, ontwrichting dagelijks leven en de mogelijkheden om te leren omgaan van clienten met de gevolgen van hun chronische ziekte en of aandoening.
– Er zijn veel klachten over de telefonische indicatiestelling. Zorgvraag kan zo onvoldoende in kaart worden gebracht door client.
– De gemeente is amper in beeld bij mensen die erop achteruit zijn gegaan in de AWBZ. Veel mensen zoeken in eigen kring en slagen soms in die opzet, maar overbelasting dreigt. Daarnaast kiest een enkeling voor zelf betalen van hulp; soms voor minder gaan werken om het kind/partner/familielid te helpen.
Groep: Gezinnen
In de algemene monitor kreeg 82% van de gezinnen die AWBZ-zorg ontvangen in 2009 een nieuwe indicatie. Het resultaat ervan is dat tweederde van hen minder begeleiding vanuit de AWBZ krijgt.
– Vier op de tien gezinnen die erop achteruit gaan, komen in de problemen.
– Knelpunten die men vooral noemt zijn: minder ruimte om de ontwikkeling van het kind te stimuleren, meer belasting in het gezin (ten koste van aandacht voor andere kinderen of zichzelf).
– Daarnaast: te weinig alternatieven buiten de AWBZ doordat gemeente nog onvoldoende kennis hebben van de ondersteuningsbehoefte van de gezinnen.
– Gezinnen met kinderen wier herindicatie op kortdurend verblijf is teruggelopen zegt 20% het niet te redden. Het gaat niet alleen om kinderen met psychische problemen of gedragsproblemen maar ook om kinderen met een verstandelijke beperking of meervoudige handicap. Overbelasting van gezinnen dreigt.
Groep: Volwassenen
– Bij zes op de tien volwassenen ontstond een forse achteruitgang in de toegekende zorg.
– Ruim de helft van hen ervaart knelpunten. Voor mensen met lichte beperkingen liggen die knelpunten bij onvoldoende kunnen meedoen in de samenleving of verlies van zelfstandigheid, verwaarlozing of vereenzaming. Voor mensen met zware beperkingen betekent de herindicatie dat ze niet ‘gewoon thuis kunnen blijven wonen’ of overbelasting van mantelzorgers dreigt. Drie op de tien mensen maakt melding van onzekerheid of men nog wel zelfstandig kan blijven wonen (er lopen nog heel veel bezwaarschriften)
Groep: Ouderen
– Bij 70% van de ouderen ging de begeleiding uit de AWBZ weg of fors omlaag
– De meeste ouderen ervaren dan knelpunten. Men is ongerust over ‘vereenzaamd thuis zitten’ of ’te veel belasting voor de partner geven’. Het eerste speelt vooral bij mensen met lichte beperkingen. Het tweede bij mensen met een zwaardere zorgbehoefte.
– Een ander knelpunt: dagactiviteit voor ouderen met beginnende dementie is ongewis. Deze ouderen krijgen vaak geen indicatie meer voor dagopvang in de AWBZ; maar de alternatieven via de Wmo zijn onvoldoende ontwikkeld (uitzonderingen daar gelaten).