Landelijk Steunpunt Hoofdluis en RIVM doen onderzoek naar insecticide resistentie hoofdluis
ArrayHet Landelijk Steunpunt Hoofdluis en het RIVM starten in 2010 een onderzoek naar de resistentie van hoofdluis tegen insecticiden. Op deze pagina vind je meer informatie.
Wat is het RIVM?
Hoe houden we onszelf en onze leefomgeving gezond? Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (www.rivm.nl), een kennis- en onderzoeksinstituut van de Nederlandse overheid, verricht onderzoek, adviseert en ondersteunt de overheid bij deze uitdaging.
Wat is de Richtlijn Hoofdluis?
Het RIVM is verantwoordelijk voor de landelijke Richtlijn Hoofdluis. Op dit moment (2010) is het advies om luizen en neten te verwijderen door dagelijks kammen met de netenkam. Behandeling van hoofdluis met behulp van insecticiden wordt als tweede keuze geadviseerd, onder andere omdat door de ontwikkeling van resistentie de effectiviteit van deze middelen is verminderd. Er worden een aantal werkzame stoffen gebruikt: o.a. malathion en permethrine. Deze middelen zijn onder verschillende productnamen verkrijgbaar.
Wat is insecticideresistentie?
Bestrijdingsmiddelen op basis van insecticiden doden de luis doordat het zenuwstelsel van de luis wordt aangetast. Als deze middelen veel gebruikt worden (en dat is zo) zijn luizen er op gegeven moment niet meer vatbaar voor. We noemen dit resistentie. In ons omringende landen is resistentie van hoofdluizen tegen bepaalde insecticiden aangetoond. In Nederland zijn geen data beschikbaar over het resistentiepercentage van hoofdluis.
Probleemstelling van het onderzoek
Op dit moment komt hoofdluis in Nederland veel voor. We gaan ervan uit dat jaarlijks momenteel ongeveer 15% van de kinderen tussen 4 en 12 jaar hoofdluis krijgen (bron: Landelijk Luizenonderzoek 2009, Landelijk Steunpunt Hoofdluis). Een van de mogelijke oorzaken is de ontwikkeling van insecticideresistentie.
Om goed (evidence-based) advies in de Richtlijn Hoofdluis te geven, is kennis van de mate van resistentie nodig. Het gaat hierbij in eerste instantie om de actieve ingredienten malathion en permethrine. Beide middelen worden verwerkt in veel gebruikte hoofdluisbestrijdingsmiddelen.
Onderzoeksmethode van het onderzoek
Resistentie kan worden aangetoond door moleculair onderzoek van dode luizen. Kennis van de moleculaire methodes voor detectie van resistentie wordt binnen het RIVM opgebouwd. Er zijn dus geen mensen voor het onderzoek nodig.
Aanpak van het onderzoek
Het RIVM werkt met het Landelijk Steunpunt Hoofdluis (www.hoofdluis.org) samen om de voor het onderzoek benodigde hoofdluizen te verzamelen. In 2010 werkt het RIVM aan het opzetten van het onderzoek. De moleculaire methode voor detectie van resistentie is een nieuwe techniek die nog moet worden opgezet. Voor dit deel van het onderzoek zijn ongeveer 100 luizen nodig. Indien de opzet slaagt zal in 2011 een grootschalig onderzoek plaatsvinden. Hier zijn meer luizen voor nodig. Resultaten van het onderzoek verwachten we eind 2011. Resultaten zijn volledig anoniem en kunnen niet naar school of persoon teruggeleid worden. In 2012 wordt de richtlijn wellicht aangepast op basis van de onderzoeksresultaten.