Hof Den Haag acht voorgenomen korting op budget ziekenhuizen niet onrechtmatig
ArrayGerechtshof ‘s-Gravenhage
Het Gerechtshof ‘s-Gravenhage heeft op 9 november 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep in een zaak van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en een aantal ziekenhuizen tegen de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De minister wil een geconstateerde overschrijding van het totaalbudget voor de ziekenhuizen in 2009 met € 549 mln vanaf 2011 op het budget voor de gezamenlijke ziekenhuizen korten en de NVZ c.s. verzetten zich daartegen. Het hof heeft het ministerie in het gelijk gesteld.
De rechtbank heeft op 14 september 2010 de minister verboden die korting door te zetten, omdat hij van oordeel was dat die korting in strijd is met algemene beginselen van behoorlijk bestuur en dus onrechtmatig. Het gerechtshof is het daar niet mee eens.
Net als de rechtbank vindt het hof dat de rechter erg terughoudend moet zijn bij het onrechtmatig achten van dit soort voorgenomen besluiten van regelgevende aard die onderworpen zijn aan politieke controle, temeer omdat de besluitvorming daarover nog niet is afgerond. Het moet dan ook heel duidelijk zijn dat het voorgenomen besluit onrechtmatig is. Anders dan de rechtbank is het hof echter van oordeel dat daarvan in dit geval geen sprake is.
Het hof is van oordeel dat, op de keper beschouwd, de NVZ c.s. onvoldoende argumenten hebben aangedragen voor de conclusie dat het voorgenomen besluit duidelijk in strijd is met een of meer algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Ook van strijd met het recht van de Europese Unie (vrijheid van vestiging en vrij verkeer van diensten) is volgens het hof geen sprake. Het hof heeft daarom de door de rechtbank opgelegde blokkade van de besluitvorming over de korting op het budget van de ziekenhuizen opgeheven.